ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ6342

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
27 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/500164-09, 11/500325-07 (tul) en 16/600951-08 (tul)
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens huiselijk geweld met betrekking tot mishandeling van vriendin

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht, is de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van mishandeling van zijn vriendin. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 13 augustus 2009, waarbij de officier van justitie, mr. W.A. van Natijne, de verdachte en zijn raadsman hun standpunten kenbaar maakten. De tenlastelegging betrof incidenten die zich zouden hebben voorgedaan tussen 25 maart 2009 en 8 april 2009, waarbij de verdachte zijn vriendin meermalen zou hebben mishandeld. De officier van justitie achtte de mishandeling bewezen op basis van de verklaringen van de verbalisanten en het letsel dat zichtbaar was bij het slachtoffer op 8 april 2009.

De verdediging voerde echter aan dat er onvoldoende wettig bewijs was om tot een veroordeling te komen. De raadsman stelde dat de verhoren suggestief waren en dat het slachtoffer zelf geen aangifte had gedaan. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er een sterke verdenking bestond dat de verdachte zich in het verleden schuldig had gemaakt aan huiselijk geweld, het wettig bewijs ontbrak voor de tenlastegelegde periode. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en wees de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke veroordelingen af.

De rechtbank benadrukte dat de verdachte inmiddels in gesprek was met een reclasseringsinstantie en bereid was om mee te werken aan behandeling, waaronder agressietherapie. De rechtbank hoopte dat de verdachte deze positieve lijn zou voortzetten. Het vonnis werd uitgesproken op 27 augustus 2009 door een meervoudige kamer, waarbij mr. M.E.I. Beudeker als voorzitter fungeerde.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector strafrecht
parketnummers: 11/500164-09, 11/500325-07 (tul) en 16/600951-08 (tul) [Promis]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 augustus 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren in 1977,
wonende te [adres en woonplaats].
Raadsman mr. R. Bonis, advocaat te Gorinchem.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 13 augustus 2009, waarbij de officier van justitie mr. W.A. van Natijne, de verdachte en zijn raadsman hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Ter zitting zijn ook de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling behandeld met bovenvermelde parketnummers.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zijn vriendin meermalen heeft mishandeld.
3 De voorvragen
De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.
De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de mishandeling van [slachtoffer] door verdachte op 25 maart 2009 en op 8 april 2009 bewezen geacht. Volgens de officier is huiselijk geweld in de vorm van slaan en stompen tegen het lichaam van [slachtoffer] bewezen. Deze bewezenverklaring heeft de officier gebaseerd op het feit dat hetgeen verbalisanten aantroffen op 8 april 2009, eruit zag als huiselijk geweld, het letsel dat zichtbaar was bij [slachtoffer] op die datum en de verklaring van [slachtoffer] over wat er die avond en anderhalve week eerder was voorgevallen.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van oordeel dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het tenlastegelegde, omdat het wettig bewijs daarvoor ontbreekt. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat de verhoren die de politie heeft afgenomen suggestief zijn geweest en dat [slachtoffer] zelf geen eigen verklaring heeft afgelegd. De raadsman heeft de rechtbank dan ook verzocht verdachte vrij te spreken.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier weliswaar een sterke verdenking blijkt, dat de verdachte zich in het verleden meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan het plegen van huiselijk geweld, maar dat het wettig bewijs ontbreekt dat verdachte zich in de telastegelegde periode hieraan schuldig heeft gemaakt. Het feit dat [slachtoffer] geen aangifte heeft gedaan, maakt de beoordeling van de situatie niet eenvoudiger. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het tenlastegelegde feit.
Opgemerkt wordt nog dat verdachte in 2007 en in 2008 is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact. Verdachte is inmiddels in gesprek bij De Waag om te komen tot een behandelingsplan. Hij heeft ter terechtzitting aangegeven mee te willen werken aan behandeling - ook agressietherapie - en het nut daarvan in te zien. Verdachte is daarmee de goede weg ingeslagen en rechtbank hoopt dat hij deze goede, opgaande lijn vast zal houden.
5 De vorderingen tot tenuitvoerlegging
De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van 29 oktober 2007, parketnummer 11/500325-07, ten uitvoer zal worden gelegd in de vorm van een werkstraf van 180 uur te vervangen door 90 dagen hechtenis.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de proeftijd behorend bij de voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van 28 oktober 2008, parketnummer 16/600951-08, met de duur van één jaar zal worden verlengd.
Nu verdachte wordt vrijgesproken, dienen de vorderingen tot tenuitvoerlegging te worden afgewezen.
6 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen wat aan de verdachte ten laste is gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
- beveelt de opheffing van de geschorste voorlopige hechtenis;
Vorderingen tenuitvoerlegging
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 11/500325-07 af;
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 16/600951-08 af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.I. Beudeker, voorzitter,
mr. M.A. Waals en mr. M.R.J. Schönfeld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. D.L. Spierings griffier en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 27 augustus 2009.
Mr. M.R.J. Schönfeld is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 25 maart 2009 tot en met 08 april 2009 te Dordrecht, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon te weten: [slachtoffer], zijnde zijn, verdachtes, vriendin, meermalen, althans eenmaal,
- tegen de arm(en), in elk geval tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummers: 11/500164-09, 11/500325-07 (tul) en 16/600951-08 (tul)
Vonnis d.d. 27 augustus 2009