ECLI:NL:RBDOR:2009:BK3182

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
23 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/179
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering afgifte kentekenbewijs voor samengesteld voertuig op basis van oorsprong hoofdonderdelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 23 oktober 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming gevestigd te Dordrecht, en de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Eiseres had verzocht om de afgifte van een kentekenbewijs voor een Volkswagen Speedster, waarvan zij stelde dat deze in 1959 in gebruik was genomen. De RDW weigerde echter de afgifte van het kentekenbewijs, omdat de identiteit van het voertuig niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 16 september 2009, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de RDW door mr. C.B.J. Maenhout.

De rechtbank overwoog dat de RDW terecht had vastgesteld dat het voertuig een samengesteld voertuig was, zoals gedefinieerd in de Bekendmaking samengestelde voertuigen. De rechtbank vond onvoldoende bewijs dat de hoofdonderdelen van het voertuig daadwerkelijk uit 1959 afkomstig waren. De overgelegde documenten, waaronder foto's en kentekenbewijzen, konden geen concreet verband leggen tussen het jaartal 1959 en de oorsprong van de hoofdonderdelen. Bovendien waren de verklaringen van Vintage Speedster niet afkomstig van een erkende autoriteit in de Verenigde Staten die bevoegd was om de oorsprong van voertuigonderdelen vast te stellen.

Eiseres voerde aan dat vergelijkbare replica's in het verleden wel goedgekeurd waren door de RDW, maar de rechtbank oordeelde dat deze stelling niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de vaststelling van de identiteit van een voertuig en de oorsprong van de hoofdonderdelen bij de afgifte van kentekenbewijzen voor samengestelde voertuigen.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector Bestuursrecht
procedurenummer: AWB 09/179
Uitspraak van de enkelvoudige kamer
[naam],
gevestigd te Dordrecht, eiseres,
gemachtigde: [naam], directeur van eiseres.
en
de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, verweerster,
gemachtigde: mr. C.B.J. Maenhout, werkzaam bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer.
1. Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 24 oktober 2008 heeft verweerster de aanvraag van eiseres voor de afgifte van een kentekenbewijs afgewezen.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 28 oktober 2008 bezwaar gemaakt bij verweerster.
Bij besluit van 6 januari 2009 heeft verweerster het bezwaarschrift van eiseres ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 4 februari 2009 een beroepschrift ingediend bij de rechtbank.
De zaak is op 16 september 2009 ter zitting van een enkelvoudige kamer behandeld.
Eiseres is ter zitting verschenen bij haar gemachtigde.
Verweerster is verschenen bij gemachtigde
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 26, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW) - zoals dat luidde ten tijde in geschil en voor zover thans van belang - wordt voor een individueel voertuig door de RDW een goedkeuring verleend indien het voertuig bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen met betrekking tot de toelating tot het verkeer op de weg. Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van die eisen voorschriften worden vastgesteld. In de gevallen, aangegeven in die algemene maatregel van bestuur, worden bij ministeriële regeling eisen vastgesteld met betrekking tot voertuigen die voor een daarbij aan te geven datum in gebruik zijn genomen.
Ingevolge artikel 48, eerste lid, van de WVW - zoals dat luidde ten tijde in geschil en voor zover thans van belang - wordt een kentekenbewijs door de RDW slechts afgegeven indien het motorrijtuig waarvoor de afgifte wordt verlangd, overeenkomstig artikel 22 of 26 is goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg.
Ingevolge artikel 1.10, eerste lid, van het Voertuigenreglement, zoals dat luidde ten tijde in geschil, wordt onder de datum waarop een voertuig in gebruik is genomen verstaan de datum van eerste toelating van het voertuig.
Ingevolge het derde lid van dit artikel, zoals dat luidde ten tijde in geschil, stelt onze Minister regels vast omtrent de wijze waarop de in het eerste lid genoemde datum van eerste toelating wordt bepaald.
Ingevolge artikel 9 van de Regeling vaststelling datum eerste toelating voertuigen (hierna: Regeling), zoals dat luidde ten tijde in geding en voor zover thans van belang, wordt, indien een kentekenbewijs wordt aangevraagd voor een samengesteld voertuig, de datum van eerste toelating vastgesteld overeenkomstig de voorgaande artikelen nadat de identiteit van het voertuig is vastgesteld aan de hand van nader onderzoek overeenkomstig de hiervoor vastgestelde regels is vastgesteld.
Ingevolge artikel 1 van de Bekendmaking samengestelde voertuigen (hierna: Bekendmaking) wordt in deze bekendmaking verstaan onder:
a. datum eerste toelating: datum als bedoeld in de Regeling vaststelling datum eerste toelating van voertuigen.
b. samengesteld voertuig: een voertuig, waarvan de hoofdonderdelen afkomstig zijn van twee of meer voertuigen
c. hoofdonderdelen van een voertuig: chassis, aandrijflijn en carrosserie bij voertuigen met een dragend chassis en carrosserie en aandrijflijn bij voertuigen die een volledig zelfdragende carrosserie hebben.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Bekendmaking wordt de identiteit van een samengesteld voertuig, dat bestaat uit een chassis, aandrijflijn en carrosserie vastgesteld op grond van de oorspronkelijkheid van de hoofdonderdelen van het voertuig en de daarbij overgelegde documenten.
2.2. Het bestreden besluit strekt tot handhaving van verweersters besluit om de verlangde afgifte van een kentekenbewijs voorzien van een datum eerste toelating in het jaar 1959 voor het voertuig Volkswagen Speedster met het Amerikaanse kenteken [nummer], te weigeren.
Verweerster stelt zich op het standpunt dat tijdens het onderzoek bij het keuringstation de identiteit van het voertuig niet op het eerste gezicht kon worden vastgesteld en dat daarom een forensisch identiteitsonderzoek heeft plaatsgevonden. Verweerster verwijst in dat kader naar het onderzoeksrapport van 2 oktober 2008. Uit dit onderzoek is gebleken dat geen fabrieksmatig, maar een handmatig voertuigidentificatienummer (hierna: VIN) is aangebracht en dat het chassis is ingekort. Daarnaast is gebleken dat het motorblok uit Brazilië afkomstig is. Verder is naar verweersters opvatting de aandrijflijn en de carrosserie van een recent bouwjaar. Verweerster heeft het voertuig op grond van voormelde bevindingen geduid als een samengesteld voertuig en geoordeeld dat de identiteit daarvan niet onomstotelijk is vast te stellen.
2.3. Eiseres kan zich met het bestreden besluit niet verenigen. Naar eiseres aanvoert volgt uit nader onderzoek dat het chassis wel degelijk uit 1959 afkomstig is.
Ter zitting heeft eiseres enkele foto's van VIN's, kentekenbewijzen van andere voertuigen en een verklaring van de managing director van Vintage Speedster overgelegd. Tevens heeft eiseres ter zitting het standpunt ingenomen dat met het in geding zijnde voertuig vergelijkbare replica's in het verleden wel goedgekeurd werden door verweerster.
2.4. De rechtbank overweegt het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerster terecht de door eiseres verlangde afgifte van een Nederlands kentekenbewijs geweigerd op de grond dat de identiteit van het voertuig niet kan worden vastgesteld. De rechtbank volgt verweerster in haar stelling dat het in geding zijnde voertuig een samengesteld voertuig is als bedoeld in artikel 1 van de Bekendmaking, nu verweerster deze stelling onderbouwt met onderzoeksgegevens en eiseres verweersters stelling op dit punt niet gemotiveerd weerspreekt. Voor het vaststellen van een datum van eerste toelating van een samengesteld voertuig dient ingevolge artikel 9 van de Regeling eerst de identiteit van het voertuig vastgesteld te worden. Die identiteit dient ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Bekendmaking te worden vastgesteld op grond van de oorspronkelijkheid van de in artikel 1 van de Bekendmaking vermelde hoofdonderdelen van het voertuig en de daarbij overgelegde documenten.
In hetgeen eiseres aanvoert, heeft de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten kunnen vinden voor twijfel aan verweersters standpunt dat uit onderzoek volgt dat de oorspronkelijkheid van de hoofdonderdelen niet kan worden vastgesteld op een datum in 1959. De in kopie overgelegde foto's en kentekenbewijzen, en de correspondentie van Vintage Speedster kunnen daaraan niet afdoen. De foto's en kentekenbewijzen leggen geen concreet verband tussen het jaartal 1959 en de oorspronkelijkheid van de hoofdonderdelen van het in geding zijnde voertuig, en maken ook overigens maken niet duidelijk waarom eiseres in haar standpunt gevolgd kan worden. De verklaringen van Vintage Speedster van 17 oktober 2008 en 12 augustus 2009 zijn afkomstig van een partij, ten aanzien van wie het de rechtbank niet gebleken is dat het een autoriteit betreft die in de Verenigde Staten van Amerika bevoegd is tot het vaststellen van de oorspronkelijkheid van hoofdonderdelen van een voertuig.
De beroepsgrond van eiseres dat het gemaakte onderscheid tussen het in geding zijnde voertuig en daarmee vergelijkbare replica's in strijd moet worden geacht met het gelijkheidsbeginsel, faalt reeds omdat eiseres deze beroepsgrond niet met voldoende feitelijke stellingen heeft onderbouwd.
Het beroep is ongegrond.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Gezien het vorenstaande beslist de rechtbank als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank Dordrecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, en door deze en mr. N.M. Zandbergen, griffier, ondertekend.
De griffier, De rechter,