ECLI:NL:RBDOR:2009:BK4159
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering werkgever wegens onvoldoende causaal verband bij seksuele handelingen door therapeut
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 18 november 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap TECHNICO AUTOMATISERING B.V. (eiseres) en een andere besloten vennootschap (gedaagde). De eiseres vorderde op basis van artikel 6:107a BW schadevergoeding van de gedaagde, die als therapeut werkzaam was, vanwege seksuele handelingen die hij met een werkneemster had verricht. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat het causaal verband tussen de handelingen van de therapeut en de arbeidsongeschiktheid van de werkneemster onvoldoende was onderbouwd.
De procedure begon met een tussenvonnis op 8 april 2009, gevolgd door verschillende akten en brieven van beide partijen. De eiseres stelde dat de werkneemster, aangeduid als [betrokkene], volledig arbeidsongeschikt was geworden door de gebeurtenissen met de therapeut. De rechtbank oordeelde echter dat de stellingen van de eiseres over de arbeidsongeschiktheid niet voldoende bewijs boden voor een causaal verband. De rechtbank benadrukte dat het moment van arbeidsongeschiktheid niet automatisch betekent dat deze is veroorzaakt door de gedragingen van de therapeut.
De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van getuigen, waaronder een medewerkster van een stichting, niet voldoende waren om het causaal verband te onderbouwen. De eiseres had ook niet aangetoond dat de schade die zij vorderde, daadwerkelijk het gevolg was van de handelingen van de therapeut. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde werden begroot op EUR 1.662,00. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.