ECLI:NL:RBDOR:2010:BL2839
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in een strafzaak met betrekking tot een vals reisdocument en asielaanvraag
In deze zaak heeft de politierechter op 5 februari 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging van een verdachte die op 24 juli 2009 in Dordrecht werd aangehouden met een vals reisdocument. De verdachte had asiel aangevraagd direct na haar aanhouding, maar het Openbaar Ministerie stelde dat zij niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 31 van het Vluchtelingenverdrag, omdat zij niet rechtstreeks afkomstig was uit een onveilig gebied. De politierechter overwoog dat de verdachte in Griekenland had verbleven en daar tevergeefs asiel had aangevraagd, wat haar recht op bescherming onder het Vluchtelingenverdrag in twijfel trok. De rechter concludeerde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vervolging, omdat zij de asielprocedure had moeten afwachten voordat zij tot strafvervolging overging. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij vervolgingsbeslissingen in asielzaken, vooral wanneer een veroordeling gevolgen kan hebben voor de asielaanvraag van de verdachte. De uitspraak is gedaan door de politierechter M.A. Waals, in aanwezigheid van griffier E.A.C. Verdonk.