RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
kenmerk: 238822 CV EXPL 09-6529
vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 14 januari 2010
[naam],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde mr. A.L. van Korlaar van Blijenburgh, advocaat te Hedel,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Het Kontakt Edities B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende Zuidzijde 131,
2977 XE Goudriaan,
gedaagde,
gemachtigde mr. J.B. Evenboer, advocaat te Dordrecht.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiser] respectievelijk Het Kontakt.
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 22 juli 2009;
2. de conclusie van antwoord;
3. het tussenvonnis van 1 oktober 2009, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
4. de aantekeningen van de griffier van de op 8 december 2009 gehouden comparitie van partijen;
5. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
1. De feiten
1.1. Als gesteld door de ene partij en niet of onvoldoende weersproken door de andere partij, staat tussen partijen het volgende vast.
1.2. [eiser], geboren op 00-00-0000, is op 1 oktober 2005 bij Het Kontakt in dienst getreden voor onbepaalde tijd in de functie van verkoper, laatstelijk werkzaam in de functie van clustermanager, tegen een laatstverdiend bruto maandsalaris van
€ 3.141,19 exclusief vakantietoeslag en andere emolumenten.
1.3. Op 31 januari 2007 heeft [eiser] zich ziek gemeld in verband met psychische klachten en vermoeidheidsklachten en is tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst ziek gebleven.
1.4. Het Kontakt heeft op 23 december 2008 UWV WERKbedrijf verzocht toestemming te verlenen om het dienstverband met [eiser] te beëindigen. [eiser] heeft hiertegen geen verweer gevoerd. Het Kontakt heeft in haar verzoek als ontslaggrond vermeld dat [eiser] langdurig arbeidsongeschikt is en dat er op korte termijn geen uitzicht is op wijziging van de omstandigheden.
1.5. Op 10 februari 2009 heeft UWV WERKbedrijf de ontslagvergunning verleend. UWV WERKbedrijf heeft in de beslissing vermeld dat [eiser] inmiddels langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is en dat voldoende aannemelijk is dat herstel dan wel terugkeer binnen 26 weken in eigen werk of ander passend werk niet mogelijk is.
1.6. Bij brief van 19 februari 2009 heeft Het Kontakt het dienstverband met [eiser] opgezegd per 31 maart 2009.
2. De vordering
2.1. [eiser] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. een verklaring voor recht dat het door Het Kontakt aan [eiser] verleende ontslag kennelijk onredelijk is;
b. veroordeling van Het Kontakt tot betaling van een bedrag van € 40.709,88 aan schadevergoeding ex artikel
7:681 lid 1 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2009 tot de dag der
algehele voldoening;
c. veroordeling van Het Kontakt tot betaling van een bedrag van € 3.126,93 aan buitengerechtelijke kosten;
d. veroordeling van Het Kontakt in de proceskosten.
2.2. [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat het aan hem verleende ontslag kennelijk onredelijk is, aangezien dit zonder opgave van redenen is verleend en aangezien [eiser] onredelijk zwaar is getroffen door de gevolgen van het ontslag, zodat Het Kontakt [eiser] schadevergoeding verschuldigd is.
2.3. [eiser] voert daartoe, kort samengevat en voorzover thans van belang, het volgende aan. De voor het ontslag aangevoerde reden, slechts het gegeven van de ziekte van [eiser], is onvoldoende. Voorts zijn, gezien de 63-jarige leeftijd van [eiser] en zijn slechte lichamelijke en psychische gesteldheid, de arbeidsmarkt-perspectieven zeer ongunstig. De burnout van [eiser] is ontstaan door problemen in de arbeidssituatie. Deze problemen bestonden reeds lange tijd voorafgaande aan de ziekmelding op 31 januari 2007, terwijl Het Kontakt geen pogingen heeft gedaan de conflictsituatie op te lossen. Na zijn ziekmelding verkeerde [eiser] in een zodanig slechte psychische toestand dat re-integratie onmogelijk was geworden. Van het aanbod van Het Kontakt tot het vervullen van een andere functie was voldoende duidelijk dat [eiser] niet aan de vereisten voldeed noch enige ervaring had met het vervullen van een dergelijke functie.
3. Het verweer
3.1. Het Kontakt heeft geconcludeerd [eiser] niet ontvankelijk te verklaren in zijn vordering, althans deze af te wijzen met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.2. Het Kontakt voert daartoe, kort samengevat en voorzover thans van belang, het volgende aan. De psychische problemen die leidden tot de ziekmelding van [eiser] zijn goeddeels veroorzaakt door privé-omstandigheden en deels door de arbeidssituatie. Er waren spanningen met leidinggevenden en conflicten met overige medewerkers, die vooral lijken te zijn veroorzaakt door de attitude van [eiser]. Het Kontakt heeft verzoeningsgesprekken gevoerd en een onafhankelijke bemiddelaar ingeschakeld, maar [eiser] kon met de bemiddelaar niet goed overweg. Tijdens het ziekteverzuim heeft Het Kontakt verschillende gesprekken met [eiser] gevoerd. Het Kontakt heeft zich bovendien ingespannen om [eiser] aan het werk te houden. Zo is er een voorstel tot een passende vervangende werkplek gedaan in de vorm van een commerciële functie bij een zusterbedrijf tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden, hetgeen door [eiser] is afgewezen. Daarnaast is [eiser] voorgesteld het dienstverband te beëindigen per 1 oktober 2007 met een vergoeding van € 12.000,--, hetgeen eveneens door [eiser] is afgewezen. Het Kontakt betwist de buitengerechtelijke kosten alsmede, indien een vergoeding geïndiceerd zou zijn, de toepassing van de kantonrechtersformule.
Beoordeling van het geschil
4. Nu [eiser] reeds twee jaar arbeidsongeschikt was en herstel voor zijn eigen functie dan wel een andere passende functie op korte termijn niet te verwachten viel, had Het Kontakt belang bij de opzegging, die in beginsel redelijk is te achten, tenzij blijkt van door [eiser] te stellen omstandigheden die leiden tot de conclusie dat de opzegging kennelijk onredelijk is.
5. [eiser] heeft ten eerste gesteld dat de kennelijke onredelijkheid van de opzegging blijkt uit het feit dat deze zonder opgave van redenen is gedaan. Deze stelling faalt. Blijkens de overgelegde correspondentie tussen partijen was de reden voor de opzegging door Het Kontakt kenbaar gemaakt – te weten de langdurige arbeidsongeschiktheid van [eiser] – die bovendien uiteen is gezet in het verzoek aan UWV WERKbedrijf en de beslissing op dit verzoek. Dat [eiser] in deze ontslagvergunningsprocedure niet heeft gereageerd of verweer heeft gevoerd, dient voor zijn eigen rekening en risico te komen.
6. Voorts is volgens [eiser] zijn arbeidsongeschiktheid op zichzelf onvoldoende reden voor ontslag. Ook dit standpunt faalt. Het enkele gegeven dat het ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid heeft plaatsgevonden, maakt het ontslag nog niet kennelijk onredelijk, juist nu de wet de werkgever een dergelijke mogelijkheid biedt van het aanvragen van een ontslagvergunning bij UWV WERKbedrijf, hetgeen door Het Kontakt op correcte wijze is gedaan.
7. Daarnaast heeft [eiser] een beroep gedaan op het zogenaamde ‘gevolgencriterium’, waarbij – gelet op de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheid om ander passend werk te vinden – de gevolgen van de opzegging voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. Hierbij dient de gehele situatie in ogenschouw te worden genomen. Naast algemene omstandigheden als de duur van het dienstverband en de leeftijd van de werknemer zijn in het geval van arbeidsongeschiktheid onder meer de relatie tussen de arbeidsongeschiktheid en het werk, de mate waarin de werkgever een verwijt kan worden gemaakt van de arbeidsongeschiktheid en de re-integratie-inspanningen van zowel de werkgever als de werknemer relevant.
8. [eiser] heeft in dit verband gesteld dat de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door zijn arbeidssituatie. Het Kontakt heeft aangevoerd dat de problemen weliswaar deels werkgerelateerd waren, maar dat een groot deel werd veroorzaakt door privé-omstandigheden. Dit blijkt ook uit de verslaglegging van de bedrijfsarts Steijger
d.d. 5 maart 2007:
“(…) Er zijn op dit moment beperkingen op het vlak van het persoonlijk en sociaal functioneren. (…) De arbeidsongeschiktheid is mede werkgerelateerd.”
[eiser] heeft zijn stellingen inzake de relatie tussen de arbeidsongeschiktheid en het werk niet nader onderbouwd. Weliswaar heeft Het Kontakt erkend dat er sprake was van conflicten in de arbeidssituatie, maar hieruit volgt niet een zodanig causale relatie tussen de arbeidsongeschiktheid en het werk dat de conclusie kan worden getrokken dat de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door het werk.
9. Ten aanzien van de verwijtbaarheid van de werkgever met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid heeft [eiser] gesteld dat Het Kontakt tekort is geschoten in het zoeken naar een oplossing voor de conflicten in de arbeidssituatie. Het Kontakt heeft aangevoerd dat zij veel moeite heeft gedaan om de conflictsituatie te beëindigen, onder meer door het voeren van verzoeningsgesprekken en het inschakelen van het bureau VHW Management Consultants alsmede een onafhankelijke bemiddelaar. Ter zitting zijn de gesprekken met een bemiddelaar door [eiser] betwist, maar het door Het Kontakt gestelde wordt ondersteund door de verslaglegging van de bedrijfsarts Steijger d.d. 15 mei 2007:
“(…) Door de werkgever is zoals bekend een bemiddelaar ingeschakeld, daarnaast heeft de werknemer met de werkgever zelf gesprekken gehad. Werknemer kan zich niet goed vinden in de rol en verslaglegging van de bemiddelaar.(…)”
Ter zitting heeft [eiser] -desgevraagd door de kantonrechter- bovendien medegedeeld dat Het Kontakt hem nooit heeft aangespoord tot harder werken en dat hij zelf nooit aan Het Kontakt heeft aangegeven dat het werk hem teveel werd. [eiser] heeft aangegeven dat hij in feite de vrije hand had in zijn werk en dat hij de door hem opgezette nieuwe editie beschouwde als zijn ‘eigen kindje’, zodat [eiser] als het ware zijn eigen bedrijf voerde binnen Het Kontakt. Gelet op de voormelde pogingen van de werkgever om de arbeidssituatie te verbeteren en aangezien ter zitting door [eiser] naar voren is gebracht dat hem door zijn werkgever geen hoge werkdruk is opgelegd en hij veelal zelfstandig werkte, is niet komen vast te staan dat de werkgever een verwijt kan worden gemaakt van de ontstane arbeidsongeschiktheid.
10. Met betrekking tot de re-integratie-inspanningen van de werkgever heeft [eiser] slechts gesteld dat re-integratie na de ziekmelding op 31 januari 2007 eenvoudigweg niet meer mogelijk was. Het Kontakt betwist dit niet en verwijst naar de conclusies van het arbeidsdeskundig re-integratie onderzoek d.d. 17 juni 2008, waarin wordt gesteld dat [eiser] op dat moment niet geschikt was voor het eigen werk, dat het eigen werk niet passend was te maken en dat [eiser] evenmin geschikt was voor ander werk binnen het bedrijf of het tweede spoor traject. Op een eerder moment behoorde re-integratie, gezien de rapportage van Arbopsycholoog [naam] d.d. 1 oktober 2007, echter nog wel tot de mogelijkheden:
“(…) Na deze lange herstelperiode dient een zeer geleidelijke re-integratie plaats te vinden (…). Een grotere kans op snel herstel vindt betrokkene in een nieuwe en nog emotioneel onbelaste werkplek.”
Het Kontakt heeft [eiser] verschillende malen benaderd om hem weer aan het werk te krijgen. In of rond juli 2007 heeft Het Kontakt [eiser] een voorstel gedaan tot een passende vervangende functie buiten het eigen bedrijf. Dit voorstel is door [eiser] afgewezen op de grond dat deze functie niet bij hem paste gezien zijn scholing en werkervaring. Ter zitting heeft [eiser] aangevoerd dat hij het aanvaarden van deze functie zou hebben ervaren als een‘degradatie’ en dat zijn voorstellen voor andere functies binnen Het Kontakt niet werden geaccepteerd. Deze voorstellen zijn door [eiser] echter niet nader omschreven of onderbouwd, zodat niet duidelijk is waaruit deze hebben bestaan. Evenmin heeft [eiser] de gronden voor zijn afwijzing van het voorstel tot een nieuwe arbeidsplaats bij GrootNieuwsMedia B.V. nader onderbouwd. Uit de brief d.d. 2 juli 2007 van Het Kontakt aan [eiser] blijkt niet dat de invulling van deze functie – afgezien van de verschillen tussen krant en radio – wezenlijk anders was dan de functie bij Het Kontakt, met name nu het in hoge mate dezelfde klanten en grotendeels hetzelfde product betrof en er geen sprake was van hoge werkdruk. Uit de overlegde correspondentie blijkt dat Het Kontakt voortdurend heeft getracht mogelijkheden te zoeken om [eiser] weer aan het werk te krijgen, waarbij Het Kontakt hem zelfs een concreet aanbod in het kader van het tweede spoor traject heeft gedaan. Dat [eiser] op dit aanbod niet is ingegaan, kan aan Het Kontakt niet worden tegengeworpen, zodat niet kan worden gesteld dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.
11. Voorts heeft [eiser] gesteld dat ook uit de algemene omstandigheden van zijn geval blijkt dat de gevolgen van de opzegging te zwaar zijn in verhouding tot het belang van de werkgever. Het enkele gegeven dat de kansen van [eiser], gezien zijn (op het moment van de opzegging) 63-jarige leeftijd en zijn psychische en lichamelijke gesteldheid, op de arbeidsmarkt mogelijk niet groot zijn, is onvoldoende om te concluderen dat het ontslag kennelijk onredelijk is geweest, met name nu [eiser] op late leeftijd in dienst is gekomen en er geen sprake is van een langdurig dienstverband.
12. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is niet gebleken dat het ontslag zonder opgave van redenen is verleend noch dat de gevolgen van het ontslag voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij het ontslag. Afgezien van het feit dat de opzegging in beginsel redelijk is op grond van de door UWV WERKbedrijf verleende ontslagvergunning, bestaat er geen, althans onvoldoende, aantoonbaar causaal verband tussen het werk en de arbeidsongeschiktheid. Het Kontakt kan bovendien geen verwijt worden gemaakt ten aanzien van de arbeidsongeschiktheid en verrichte re-integratie-inspanningen. De vordering zal dan ook worden afgewezen, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding.
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Het Kontakt bepaald op € 1.200,-- aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 januari 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.