ECLI:NL:RBDOR:2010:BL6707

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
3 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
80585 / HA ZA 09-2278
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en verrekening van vertragingsschade tussen Bukom Offshore and Industrial Services B.V. en GPS Marine Service B.V.

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 3 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Bukom Offshore and Industrial Services B.V. (eiseres) en GPS Marine Service B.V. (gedaagde). Bukom vorderde betaling van een factuur ter hoogte van EUR 63.768,52, exclusief btw, voor werkzaamheden die zij had verricht op de Maasvlakte Olie Terminal. GPS betwistte de hoogte van de factuur en voerde aan dat zij schade had geleden door een toerekenbare tekortkoming van Bukom, waardoor zij de vordering van Bukom wilde verrekenen. De rechtbank oordeelde dat er geen fatale termijn was overeengekomen voor de uitvoering van de werkzaamheden, en dat het beroep van GPS op artikel 6:248 lid 2 BW faalde. De rechtbank wees de vordering van Bukom toe en veroordeelde GPS tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 december 2008. Daarnaast werd GPS veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Bukom werden begroot op EUR 3.265,25. De vordering in reconventie van GPS werd afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een tekortkoming aan de zijde van Bukom. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 80585 / HA ZA 09-2278
Vonnis van 3 maart 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUKOM OFFSHORE AND INDUSTRIAL SERVICES B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. de Vries,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GPS MARINE SERVICE B.V.,
gevestigd te Sliedrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. V.J. Groot.
Partijen zullen hierna Bukom en GPS genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 augustus 2009,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van comparitie van 16 november 2009 en de daarin genoemde processtukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Bukom heeft van GPS de opdracht gekregen 5 breastingpalen te snijden op de Maasvlakte Olie Terminal (MOT) op 35,75 meter beneden N.A.P. Deze opdracht werd Bukom gegund op grond van haar offerte d.d. 27 mei 2008, met referentienummer RL270508 (hierna: de offerte). In deze offerte is onder het kopje ‘work scope and schedule’ onderstaande tabel opgenomen.
Pile
dimensions Quantity Approx. Cutting time/pile Cutting speed Total Time Abbrassives consumption/pile
2500mm x 70mm 5 11-12 hour/cut 11 m/min.
L=7850mm N/A ± 83 kg/min
713 min
2.2. In voornoemde offerte staat eveneens het navolgende vermeld:
Time for handling of the manipulator, mounting and dismounting will be depending on local circumstances. Proper instructions will be given to the crane drivers.
Bukom can not hold responsible in case the job takes more time due to unforeseen circumstances.
(…)
We assume:
• Pile to be free of internal construction or debris, checked by calibre diam. Approx 2300 mm or diver inspection
(…)
• Insurance and liabilities on a “knock for knock basis” (Bukom T&C are applicable)
2.3. Bukom is op 16 juni 2007 met de werkzaamheden gestart. Op 1 juli 2007 zijn de werkzaamheden afgerond. Op 4 juli 2008 heeft Bukom een e-mail met een factuur (factuurnummer 808005) en de kostenopstelling van de verrichtte werkzaamheden aan GPS gestuurd.
2.4. Omdat betaling door GPS uitbleef heeft de advocaat van Bukom haar namens Bukom, in een brief van 25 november 2008, gesommeerd om voor 3 december 2008 de factuur met factuurnummer 808005 te voldoen.
3. De vordering in conventie
3.1. Bukom vordert dat GPS bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om aan Bukom te betalen:
? EUR 63.768,52 exclusief btw te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW vanaf 3 december 2008 tot aan de dag der algehele voldoening
? de nakosten zijnde een bedrag van EUR 131,00 dan wel, indien betekening van het ten deze te wijzen vonnis plaatsvindt, een bedrag van EUR 199,00
? de kosten van dit geding.
3.2. Bukom legt aan deze vordering nakoming van hetgeen in de offerte is overeengekomen ten grondslag. Zij stelt daartoe het volgende. Op grond van de overeenkomst is GPS een bedrag van EUR 63.768,52 exclusief btw aan Bukom verschuldigd.
4. Het verweer in conventie
4.1. GPS concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Bukom in de kosten van deze procedure.
4.2. GPS heeft de stellingen van Bukom gemotiveerd betwist en voert het volgende als verweer aan:
? GPS kan de schade die zij heeft geleden, als gevolg van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Bukom, verrekenen;
? het is niet redelijk dat de kosten als gevolg van de vertraging door Bukom aan GPS in rekening worden gebracht.
5. De vordering in reconventie
5.1. GPS vordert samengevat – na eiswijziging ter comparitie dat Bukom bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad zal worden veroordeeld om aan GPS te betalen:
? primair: de somma van EUR 31.944,00, althans subsidiair de somma van
EUR 23.641,48, althans meer subsidiair een in goede justitie te betalen bedrag, althans nog meer subsidiair een bedrag van EUR 87.410,00, te vermeerderen met de wettelijke rente sedert 2 juli 2008, althans 29 augustus 2008, althans sedert 22 juli 2009;
? de kosten van dit geding.
5.2. GPS legt aan deze vordering een toerekenbare tekortkoming van Bukom ten grondslag. Zij stelt daartoe dat de door Bukom uitgevoerde werkzaamheden niet - zoals gepland – acht dagen, maar twaalf dagen in beslag hebben genomen. Door deze vertraging in de nakoming van de verbintenis heeft GPS schade geleden ten bedrage van
EUR 87.410,00.
6. Het verweer in reconventie
6.1. Bukom heeft de stellingen van GPS gemotiveerd betwist en voert het volgende als verweer aan:
? Bukom is niet door GPS in gebreke gesteld en daardoor nimmer in verzuim geweest;
? GPS kan haar schade niet op Bukom verhalen omdat in de offerte een knock for knock clausule is opgenomen, inhoudende dat iedere partij zijn eigen schade draagt zonder daarvoor de andere partij aansprakelijk te kunnen stellen;
? de schade kan niet aan Bukom worden toegerekend.
7. De beoordeling
in conventie
7.1. Partijen zijn het er over eens dat het eindresultaat van de werkzaamheden van Bukom goed was.
Vertragingsschade?
7.2. Partijen verschillen van mening over hetgeen tussen hen is overeengekomen. GPS stelt dat voor de werkzaamheden acht dagen waren gepland, terwijl deze in werkelijkheid twaalf dagen in beslag hebben genomen. Kennelijk bedoelt GPS hiermee te stellen dat er een fatale termijn van acht dagen is overeengekomen, welke termijn door Bukom is overschreden. Bukom betwist dat er een termijn is overeengekomen waarbinnen de werkzaamheden zouden moeten worden verricht en afgerond.
7.3. Bukom stelt dat in de offerte slechts een indicatie is gegeven van de snijduur per te snijden paal. Volgens haar is niet overeengekomen dat de opdracht in acht dagen zou worden verricht en afgerond. Bukom verwijst daarbij naar de offerte waarin volgens haar slechts is aangegeven dat de verwachte tijd voor het snijden van een paal elf tot twaalf uur per paal was. De totale tijd is niet opgegeven.
7.4. De vraag wat partijen zijn overeengekomen kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van de overeenkomst, maar hierbij komt het tevens aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
7.5. Uit de in de offerte opgenomen verwachte snijduur van (ongeveer) elf tot twaalf uur per paal en uit de bij rechtsoverweging 2.1 opgenomen tabel - waarin geen ‘total time’ is opgenomen - valt niet af te leiden dat partijen een fatale termijn van acht dagen zijn overeengekomen.
7.6. Vast staat dat er voorafgaand aan de offerte besprekingen op locatie hebben plaatsgevonden. Ter comparitie heeft GPS - onder meer – verklaard: “Er zijn diverse zaken mondeling besproken. (…) Het snijden en trekken van de palen zou in vijf dagen kunnen gebeuren en met alle werkzaamheden er om heen was de planning in totaal acht werkdagen. Daar hebben wij onze planning op ingesteld.” Volgens Bukom is een planning van acht dagen bij deze voorbesprekingen niet besproken.
7.7. Uit voornoemde door GPS afgelegde verklaring valt niet op te maken dat de door GPS gestelde planning bedoeld was als een fatale termijn van acht dagen. Uit de tekst van de overeenkomst, noch uit hetgeen partijen volgens GPS mondeling hebben besproken valt af te leiden dat het de bedoeling van partijen was om een fatale termijn overeen te komen. Bukom mocht er dan ook redelijkerwijs vanuit gaan dat er geen fatale termijn is overeengekomen. Het feit dat GPS hier wel haar planning op heeft gebaseerd – zoals GPS stelt - doet hier niets aan af.
7.8. Gelet op het voorgaande faalt het door GPS aangevoerde verweer dat Bukom bij de uitvoering van de werkzaamheden door het overschrijden van een fatale termijn toerekenbaar tekort is geschoten en is Bukom niet in verzuim gekomen. Derhalve is er geen sprake van schadeplicht aan de zijde van Bukom. Nu er geen sprake is van een schadeplicht, is er evenmin grond voor een tegenvordering van GPS. Het door GPS gedane beroep op verrekening faalt daarom eveneens.
Hoogte factuur
7.9. De rechtbank begrijpt dat GPS met haar verweer dat het niet redelijk is dat de kosten als gevolg van de gestelde vertraging door Bukom aan haar in rekening worden gebracht, kennelijk heeft bedoeld een beroep te doen op artikel 6:248 lid 2 BW. GPS heeft hiertoe onder meer aangevoerd dat de gestelde vertraging is ontstaan vanwege het feit dat Bukom verkeerd materiaal aanleverde, het materiaal te laat aanleverde, er verkeerd grit werd gebruikt en dat er gezegd werd dat het snijden klaar was, terwijl de paal ‘niet af’ was. Bukom betwist de stellingen van GPS.
7.10. De rechtbank overweegt het volgende. In het bovenstaande is reeds geoordeeld, dat tussen partijen geen fatale termijn voor de nakoming is overeengekomen. GPS verzuimt te stellen waarom het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat Bukom, conform hetgeen tussen partijen is overeengekomen, de kosten van de gehele door Bukom gewerkte periode in rekening heeft gebracht. Partijen zijn het er over eens dat het trekken van de palen geen eenvoudige klus is. Bij een dergelijke complexe klus kunnen zich problemen voordoen waarvan de oplossing enige tijd vergt. Dit brengt echter niet zonder meer met zich dat het onaanvaardbaar zou zijn dat de kosten hiervan aan de opdrachtgever in rekening worden gebracht. Daarbij wordt nog in aanmerking genomen dat Bukom in verband met het oorspronkelijk verkeerd geleverde grit één dag huur van de “abrasive water jet unit” niet in rekening heeft gebracht. Bovendien is er sprake van onvoorziene omstandigheden. Vast staat immers dat voorafgaand aan de werkzaamheden tussen partijen nadrukkelijk is besproken dat de palen schoon dienden te zijn van binnen, maar dat er toch sprake bleek te zijn van betonijzer in de palen. Gelet op het voorgaande valt niet in te zien dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Bukom de gefactureerde kosten in rekening heeft gebracht.
Slotsom
7.11. Gelet op al het bovenstaande dient GPS de in rechtsoverweging 2.3 genoemde factuur te betalen, dus de vordering zal worden toegewezen.
7.12. De gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken worden toegewezen.
7.13. GPS zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bukom worden begroot op:
- dagvaarding EUR 72,25
- vast recht 1.405,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punt × tarief EUR 894,00)
Totaal EUR 3.265,25
7.14. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook op de navolgende wijze worden toegewezen.
in reconventie
7.15. De door GPS ingestelde vordering in reconventie zal worden afgewezen. Deze vordering is immers gebaseerd op de door GPS gestelde toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Bukom, waarvan reeds bij de beoordeling van de vordering in conventie is overwogen dat hiervan geen sprake is.
7.16. GPS zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bukom worden begroot op nihil aan verschotten en EUR 447,00 (1,0 punt x factor 0,5 x tarief € 894,00) aan salaris van de advocaat.
8. De beslissing
De rechtbank
in conventie
8.1. veroordeelt GPS om aan Bukom te betalen een bedrag van EUR 63.768,52 (drieënzestig duizendzevenhonderdachtenzestig euro en tweeënvijftig eurocent), exclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6: 119a BW daarover vanaf 3 december 2008 tot de dag van volledige betaling,
8.2. veroordeelt GPS in de proceskosten, aan de zijde van Bukom tot op heden begroot op EUR 3.265,25,
8.3. veroordeelt GPS in de kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, begroot op:
EUR 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
8.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
8.5. wijst de vordering af,
8.6. veroordeelt GPS in de proceskosten, aan de zijde van Bukom tot op heden begroot op EUR 447,00,
8.7. verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Arnoldus-Smit en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2010.?