ECLI:NL:RBDOR:2010:BL9398
Rechtbank Dordrecht
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Dordrecht op 12 januari 2010 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door verzoekster, die werd vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.J.J. Fraanje. Het verzoek om voorlopige voorziening was ingetrokken, waarbij verzoekster gelijktijdig verzocht om verweerster, de Bestuurscommissie van de Sociale Dienst Drechtsteden, te veroordelen in de proceskosten. Verweerster had geen verweerschrift ingediend, ondanks het verzoek daartoe. De voorzieningenrechter oordeelde dat, nu verweerster het besluit dat aanleiding gaf tot het verzoek om voorlopige voorziening had ingetrokken, er sprake was van een tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoekster had kosten gemaakt in verband met de procedure, en de voorzieningenrechter besloot het verzoek om proceskostenvergoeding toe te wijzen.
De zaak begon met een besluit van verweerster op 15 december 2009, waarbij de uitkering van verzoekster op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) met ingang van 1 december 2009 met 100% werd verlaagd. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit en diende op 17 december 2009 een verzoek om voorlopige voorziening in. Op 28 december 2009 werd door verweerster meegedeeld dat verzoekster recht had op voortzetting van de bijstandsuitkering, waardoor het eerdere besluit werd ingetrokken. Verzoekster trok daarop haar verzoek om voorlopige voorziening in en vroeg om vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft het onderzoek gesloten op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Awb, en heeft vastgesteld dat de kosten voor de rechtsbijstand in de voorlopige voorzieningprocedure op € 437,- worden vastgesteld. Daarnaast werd bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van € 41,- door de griffier aan haar wordt terugbetaald. De uitspraak benadrukt het belang van proceskostenvergoeding in gevallen waarin een bestuursorgaan tegemoetkomt aan de verzoeker.