vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 84327 / HA ZA 09-2875
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEFAM FINANCIERINGEN B.V.,
gevestigd te Bunnik,
eiseres,
advocaat mr. W. de Jong,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ASSKREDON FINANCIELE DIENSTEN B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J. van Schaik.
Partijen zullen hierna Defam en Asskredon Financiele Diensten genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 februari 2010 en de daarin genoemde gedingstukken,
- de producties van Defam,
- de akte houdende uitlating producties van Asskredon Financiele Diensten,
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 3 maart 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Asskredon Assurantiën B.V. (hierna: Asskredon Assurantiën) verricht werkzaamheden als assurantietussenpersoon en pensioenadviseur. Asskredon Financiele Diensten bemiddelt bij de verkrijging van financieringen en verstrekt adviezen en informatie. In 2000 was dhr van Dongen (hierna: Van Dongen) directeur van zowel Asskredon Assurantiën als Asskredon Financiele Diensten. Beide vennootschappen waren en zijn op hetzelfde adres gevestigd en hebben hetzelfde telefoon- en faxnummer.
2.2. De financiële belangen van [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) werden in 2000 behartigd door Asskredon Assurantiën. In 2000 heeft [betrokkene 1] zijn woning verkocht en daarbij de beschikking gekregen over een bedrag van € 85.000,-. Hij heeft met Van Dongen gesproken over mogelijkheden tot investering van dit bedrag. Vervolgens is op 16 september 2000 tussen [betrokkene 1] en (onder andere) Defam een effectenleaseovereenkomst (hierna: de Overeenkomst) tot stand gekomen.
2.3. In de als bijlage bij de brief van Asskredon Financiele Diensten aan Defam, d.d. 4 september 2000, gevoegde ‘Aanvraag DEFAM Effectenlease’ (productie 11 van Defam) staat bovenaan de eerste pagina vermeld:
Uw tussenpersoon:
Asskredon Financiele Diensten B.V.
(…)
2.4. De Overeenkomst is in 2005 geëindigd. De restschuld bedroeg € 22.248,92.
2.5. Defam en Asskredon Assurantiën zijn door [betrokkene 1] gedagvaard voor de rechtbank Utrecht. Tegen Asskredon Assurantiën is verstek verleend. Bij vonnissen van 28 mei 2008 en 26 november 2008 is geoordeeld dat Defam en Asskredon Assurantiën hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [betrokkene 1] geleden schade en zijn zij hoofdelijk veroordeeld om € 9.589,99 te vermeerderen met de wettelijke rente aan [betrokkene 1] te betalen. In reconventie is [betrokkene 1] ter zake van de door Defam gevorderde restschuld veroordeeld een bedrag van € 8.899,57, vermeerderd met vertragingsvergoeding, aan Defam te voldoen.
3. Het geschil
3.1. Defam vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
(i) voor recht zal verklaren dat Asskredon Financiele Diensten jegens Defam toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de bemiddelings-overeenkomst en/of provisieovereenkomst en/of onrechtmatig jegens Defam heeft gehandeld;
(ii) Asskredon Financiele Diensten zal veroordelen aan Defam € 12.116,46 te betalen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente ex art. 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex art. 6:119 BW vanaf 22 december 2008 tot en met de dag van algehele voldoening;
(iii) Asskredon Financiele Diensten zal veroordelen tot betaling van € 13.349,35, te vermeerderen met de rente van 9,6 % althans de wettelijke rente vanaf 22 augustus 2005 tot aan de dag van algehele voldoening;
(iv) Asskredon Financiele Diensten zal veroordelen tot terugbetaling van de provisie ad € 3.703,24, te vermeerderen met de wettelijke rente wx art. 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex art. 6:119 BW vanaf 20 september 2000 tot aan de dag van algehele voldoening;
(v) Asskredon Financiele Diensten zal veroordelen in de door Defam gemaakte buitengerechtelijke kosten ad € 1.158,-;
(vi) Asskredon Financiele Diensten zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. Defam legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Asskredon Financiele Diensten toerekenbaar tekort is geschoten jegens Defam en/of onrechtmatig jegens Defam heeft gehandeld. Asskredon Financiele Diensten heeft haar zorgplicht jegens [betrokkene 1] niet nageleefd. Asskredon Financiele Diensten dient als hoofdelijk schuldenaar bij te dragen aan de schade van [betrokkene 1], zodat zij op grond van art. 6:102 BW juncto 6:10 BW draagplichtig is jegens Defam.
De schade die Defam heeft geleden bestaat uit het niet geheel terugontvangen van het verstrekte krediet (€ 13.349,35) en de door Defam aan [betrokkene 1] gedane betaling uit hoofde van het vonnis (€ 12.116,46). De aan Asskredon Financiele Diensten betaalde provisie (ad
€ 3.703,24) komt haar niet toe, omdat zij haar bemiddelingswerkzaamheden niet deugdelijk heeft verricht. Defam vordert deze provisie daarom terug. Voorts heeft Defam Asskredon Financiele Diensten herhaaldelijk verzocht om betaling, zodat zij tevens vergoeding vordert van de door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten.
3.3. Asskredon Financiele Diensten voert als verweer aan dat zij niet aansprakelijk is voor de hoofdelijke veroordeling van een andere vennootschap. Asskredon Financiele Diensten heeft voldaan aan haar zorgplicht jegens [betrokkene 1], aangezien [betrokkene 1] voldoende kennis, ervaring, hoge opleiding, vermogen en inkomen bezat om te begrijpen wat de Overeenkomst inhield. Asskredon Financiele Diensten handelt niet anders dan als cliëntremisier en betwist te kunnen worden bestempeld als bemiddelaar of adviseur bij de Overeenkomst. Zij heeft [betrokkene 1] niet geadviseerd, maar hem slechts op zijn verzoek een aantal investeringsmogelijkheden voorgehouden. Asskredon Financiele Diensten blijft vanwege de zorgplicht van Defam gevrijwaard van aansprakelijkheid, aangezien Defam als producent de eind-verantwoordelijke is ten aanzien van de informatieverstrekking jegens cliënten. De zorgplicht van Defam geldt niet alleen jegens [betrokkene 1] maar ook jegens een derde, zoals Asskredon Financiele Diensten.
4. De beoordeling
4.1. Vast staat dat Asskredon Financiele Diensten bij het aangaan van de Overeenkomst tussen Defam en [betrokkene 1] is opgetreden als cliëntremisier. De cliëntremisier kan in het algemeen worden omschreven als de tussenpersoon die klanten aanbrengt bij effecteninstellingen of beleggingsfondsen. De cliëntremisier mag zijn klanten geen specifieke adviezen over effectentransacties en producten geven of beheersactiviteiten verrichten. Hij mag de klant alleen in algemene zin informeren over kenmerken van beleggingscategorieën en –producten. De cliëntremisier doet zijn werk op basis van een overeenkomst van opdracht met zowel de aanbieder als de klant, waarbij alleen in de relatie tussen cliëntremisier en de aanbieder is voorzien in de betaling van een provisie.
4.2. Defam heeft haar vordering gebaseerd op een toerekenbare tekortkoming en/of onrechtmatige daad. Defam verwijt Asskredon Financiele Diensten dat zij [betrokkene 1] onvoldoende heeft voorgelicht over de aard van het product en heeft nagelaten [betrokkene 1] te wijzen op het risico van een restschuld. Daarmee zou Asskredon Financiele Diensten zijn tekortgeschoten in de op haar rustende zorgplicht, waarmee zij volgens Defam toerekenbaar is tekortgeschoten in de uitvoering van haar bemiddelingswerkzaamheden voor Defam.
4.3. Het beroep op deze grondslag faalt. Tussen partijen is een opdrachtovereenkomst tot stand gekomen, op basis waarvan enerzijds Defam brochures en ander informatiemateriaal aan Asskredon Financiele Diensten ter beschikking stelt en anderzijds Asskredon Financiele Diensten aan de hand van deze door Defam geleverde informatie klanten bij Defam aanbrengt. Kort gezegd houdt de belangrijkste verplichting van Asskredon Financiele Diensten jegens Defam in dat Asskredon Financiele Diensten de (effectenlease)producten van Defam aan de man brengt. Defam heeft niet gesteld dat Asskredon Financiele Diensten in deze verplichting is tekortgeschoten. Ook heeft zij niet gesteld, noch is gebleken, dat Asskredon Financiele Diensten afwijkende informatie aan [betrokkene 1] heeft verschaft, of dat zij de afnemer andere/afwijkende prognoses heeft voorgehouden dan die waarvan Defam in haar informatiemateriaal gebruik maakt. Evenmin is gesteld dat Asskredon Financiele Diensten in het kader van de overeenkomst met Defam verplicht was meer of aanvullende informatie aan de potentiële afnemer te verstrekken dan die uit het informatiemateriaal van Defam blijkt. Daarbij verdient opmerking dat als Defam van mening was dat een uitdrukkelijke waarschuwing voor de risico’s van het aandelenleaseproduct -zoals de mogelijkheid van een restschuld- op zijn plaats was, zij deze waarschuwing zelf in niet mis te verstane bewoordingen in haar informatiemateriaal had moeten opnemen, teneinde schade bij afnemers te voorkomen. Daarmee rust op Defam een eigen verantwoordelijkheid die zij niet kan afwentelen op de tussenpersoon.
4.4. Defam verwijst naar de mededelingen in het door haar via Asskredon Financiele Diensten aan de afnemer verstrekte informatiemateriaal en stelt dat potentiële klanten zich aan de hand van dit materiaal een volledig beeld konden vormen van de Overeenkomst en de daaraan verbonden kansen en risico’s. De rechtbank Utrecht heeft echter bij tussenvonnis van 28 mei 2008 (rov 4.19) geoordeeld dat Defam met de door haar verstrekte informatie (de Overeenkomst, de algemene voorwaarden, de brochure, flyer en prognoseoverzichten) niet aan haar onder de zorgplicht vallende informatieplicht heeft voldaan. Op grond hiervan kan in het midden blijven of -zoals Defam aanvoert- Asskredon Financiele Diensten de brochure/flyer pas geruime tijd na het sluiten van de Overeenkomst aan [betrokkene 1] zou hebben verstrekt.
4.5. Met betrekking tot de zorgplicht waarin Asskredon Financiele Diensten volgens Defam zou zijn tekortgeschoten geldt dat, ook als juist zou zijn de stelling van Defam dat Asskredon Financiele Diensten [betrokkene 1] onvoldoende zou hebben gewezen op de risico’s die aan het beleggen met geleend geld kleven, dit slechts aansprakelijkheid van Asskredon Financiele Diensten jegens de klant ([betrokkene 1]) zou opleveren, en niet jegens Defam als “producent” van het aandelenleaseproduct. De zorgplicht (van de effecteninstelling en van de tussenpersoon) strekt er immers toe dat potentiële afnemers worden beschermd tegen ondeugdelijke financiële producten en onvoldoende/ foutieve informatieverstrekking. Als deze norm al geschonden zou zijn, dan strekt die geschonden norm tot bescherming van de belangen van de afnemer, en niet die van de effecteninstelling (of van de tussenpersoon, zoals door Asskredon Financiele Diensten is betoogd, conclusie van antwoord 22), zodat niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste van artikel 6:163 BW.
4.6. Ook overigens is niet gebleken dat Asskredon Financiele Diensten toerekenbaar is tekortgeschoten dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens Defam, zodat de gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen.
De aan [betrokkene 1] betaalde schadevergoeding
4.7. Defam en Asskredon Assurantiën zijn door de rechtbank Utrecht op grond van onrechtmatige daad hoofdelijk veroordeeld voor de door [betrokkene 1] geleden schade, tot een bedrag van € 9.589,99. Vast staat dat Defam het volledige bedrag waartoe zij hoofdelijk met Asskredon Assurantiën is veroordeeld, aan [betrokkene 1] heeft voldaan. In de procedure die thans aan de orde is vordert Defam van Asskredon Financiele Diensten op grond van artikel 6:102 BW juncto artikel 6:10 BW(een bijdrage in) deze door Defam aan [betrokkene 1] betaalde schadevergoeding.
4.8. In lijn met het verweer van Asskredon Financiele Diensten overweegt de rechtbank dat niet valt in te zien waarom Asskredon Financiele Diensten aansprakelijk zou zijn jegens Defam voor de door laatstgenoemde aan [betrokkene 1] betaalde schadevergoeding, nu Asskredon Financiele Diensten niet (hoofdelijk) is veroordeeld in de procedure bij de rechtbank Utrecht. Het ligt veeleer op de weg van Defam om regres te nemen op de bij vonnis van de rechtbank Utrecht d.d. 26 november 2008 (bij verstek) hoofdelijk medeveroordeelde Asskredon Assurantiën. Defam komt jegens Asskredon Financiele Diensten dan ook geen beroep toe op artikel 6:102 BW.
4.9. In rov 4.5 is reeds overwogen dat geen sprake is van toerekenbaar tekortschieten dan wel onrechtmatig handelen van Asskredon Financiele Diensten jegens Defam. Daarmee ontbreekt de grondslag voor de overige vorderingen van Defam en zullen deze eveneens worden afgewezen.
4.10. Defam zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
De kosten aan de zijde van Asskredon Financiele Diensten worden begroot op:
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat € 1.158,00 (2,0 punten × tarief € 579,00)
totaal € 1.420,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af;
5.2. veroordeelt Defam in de kosten van het geding aan de zijde van het Asskredon Financiele Diensten, tot op deze uitspraak begroot op € 1.420,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Japenga en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2010.?