ECLI:NL:RBDOR:2010:BM3046

• Datum uitspraak: 6 mei 2010
• Publicatiedatum: 5 april 2013
• Zaaknummer: 86355 - KG ZA 10-99
• Instantie: Rechtbank Dordrecht
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: J.C. Halk
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van onroerende zaken aan de Toulonselaan te Dordrecht

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Dordrecht, hebben eisers, wonende te Oud-Beijerland, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die zich bevinden in de onroerende zaken aan de Toulonselaan 81, 83 en 85 te Dordrecht. De procedure begon met een dagvaarding op 12 april 2010, gevolgd door verschillende correspondenties en een mondelinge behandeling op 22 april 2010. Gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De eisers hebben verzocht om ontruiming van de onroerende zaken, en de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond is.

De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 6 mei 2010 bepaald dat gedaagden binnen 24 uur na betekening van het vonnis de onroerende zaken moeten verlaten en ontruimd moeten houden. Indien gedaagden hieraan niet voldoen, zijn eisers gemachtigd om de ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de politie en justitie, op kosten van gedaagden. Daarnaast is bepaald dat de veroordeling tot ontruiming tot één jaar na de dag van de uitspraak kan worden uitgevoerd tegen iedereen die zich op dat moment in de onroerende zaken bevindt.

De proceskosten zijn aan de zijde van eisers vastgesteld op € 877,93, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.C. Halk en is openbaar gemaakt op 6 mei 2010.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DORDRECHT

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 86355 / KG ZA 10-99

Vonnis in kort geding van 6 mei 2010

in de zaak van

1. [Eiser]

wonende te Oud-Beijerland,

2. [Eiseres]

wonende te Oud-Beijerland,

eisers,

advocaat mr. A.J. van de Watering,

tegen

ZIJ DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK, STAANDE EN GELEGEN AAN DE TOULONSELN 81, 83 EN 85 TE DORDRECHT,

gedaagden,

niet verschenen.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding d.d. 12 april 2010,

- de fax van de griffier aan het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht d.d. 14 april 2010,

- de brief van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dordrecht aan de griffier van 20 april 2010,

- de mondelinge behandeling ter openbare zitting van 22 april 2010,

- het tijdens de mondelinge behandeling tegen gedaagden verleende verstek,

- de pleitnota van eisers .

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De beoordeling

2.1. Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.

2.2. Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:

- dagvaarding € 87,93

- vast recht 263,00

- salaris advocaat 527,00

Totaal € 877,93

3. De beslissing

De voorzieningenrechter

veroordeelt gedaagden om de onroerende zaken, gelegen aan de Toulonselaan 81, 83 en 85 te Dordrecht, binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen te verlaten, te ontruimen en ontruimd te houden;

machtigt eisers de ontruiming zelf, met behulp van de sterke arm van politie en justitie te bewerkstelligen op kosten van gedaagden, indien deze ingebreke blijven aan dit vonnis te voldoen;

bepaalt dat de veroordeling tot ontruiming tot één jaar na de dag waartegen de ontruiming is bevolen ten uitvoer kan worden gelegd tegen eenieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in de onroerende zaken aan de Toulonselaan 81, 83 en 85 te Dordrecht bevindt, telkens wanneer zich dat voordoet;

veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden bepaald op € 877,93;

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2010.?