ECLI:NL:RBDOR:2010:BM5500
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.M. Lecluse-de Bruijn
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over geliberaliseerde huurprijs en contractspartijen
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, staat de huurovereenkomst tussen [eiser in conventie] en [gedaagde in conventie] centraal. De huurovereenkomst betreft een zelfstandige woonruimte met een geliberaliseerde huurprijs, die op 30 november 2006 is ondertekend en eindigde op 14 oktober 2009. De huurprijs bedroeg aanvankelijk € 950,00 per maand, inclusief bijkomende kosten. De verhuurder, mevrouw [naam echtgenote van eiser in conventie], heeft de huurovereenkomst aangegaan, maar [eiser in conventie] heeft de huurpenningen ontvangen en fungeerde als beheerder. De gedaagde in conventie betwist de ontvankelijkheid van [eiser in conventie] in zijn vordering, omdat hij van mening is dat de huurovereenkomst enkel tussen hem en mevrouw [naam echtgenote van eiser in conventie] is gesloten.
De gedaagde in conventie heeft de huur beëindigd met wederzijds goedvinden, maar dit wordt door de kantonrechter niet erkend. De kantonrechter oordeelt dat er geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van beide partijen is voor beëindiging van de huurovereenkomst. De vordering van [eiser in conventie] betreft onder andere achterstallige huur en kosten voor een verstopt riool. De kantonrechter overweegt dat de kosten voor het riool niet voor rekening van de gedaagde in conventie komen, omdat deze niet als een kleine herstelling kunnen worden aangemerkt.
Daarnaast zijn de gevorderde huurverhogingen contractueel overeengekomen en hoeft de verhuurder deze niet apart aan te zeggen. De kantonrechter wijst de gedaagde in conventie erop dat hij de huurverhogingen niet heeft betwist en dat de huurverhogingen in beginsel voor toewijzing gereed liggen. De gedaagde in conventie heeft ook een beroep gedaan op dwaling, maar de kantonrechter oordeelt dat hij zich niet met vrucht kan beroepen op dwaling, omdat hij bij een juiste voorstelling van zaken de huurovereenkomst ook zou hebben gesloten. De zaak wordt verwezen naar een openbare terechtzitting voor bewijslevering.