ECLI:NL:RBDOR:2010:BM8864
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en gebruik echtelijke woning in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Dordrecht op 23 juni 2010 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw die in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd waren. De man heeft de echtelijke woning verlaten, terwijl de vrouw daar is blijven wonen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eigen woning van partijen gemeenschappelijk eigendom is, met een eigendomsverhouding van 50%-50%. Bij de berekening van de draagkracht van de man is rekening gehouden met de hypotheekrente die hij gedurende twee jaar voor 50% mag aftrekken. De andere helft van de betaalde rente wordt door de rechtbank als onderhoudsverplichting van de man aan de vrouw aangemerkt.
De rechtbank heeft een partneralimentatie vastgesteld ten behoeve van de vrouw, waarbij de man de volledige hypotheekrente zal voldoen, waarvan de helft als onderhoudsverplichting wordt aangemerkt. De mondelinge behandeling vond plaats op 15 juni 2010, en de rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw tot uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en een partneralimentatie van € 4.024,-- per maand beoordeeld. De man heeft verzocht om afwijzing van het verzoek van de vrouw, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw onvoldoende inkomen heeft om in haar levensonderhoud te voorzien.
De rechtbank heeft de netto behoefte van de vrouw berekend aan de hand van de vuistregel, waarbij de behoefte gelijkgesteld wordt aan 60% van het netto gezinsinkomen. De man heeft een inkomen van € 6.500,-- bruto per maand, terwijl de vrouw een inkomen van € 1.500,-- netto per maand heeft. De rechtbank heeft uiteindelijk bepaald dat de man met ingang van 27 april 2010 een alimentatie van € 2.338,-- per maand aan de vrouw zal betalen, en heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat ieder van partijen de eigen kosten draagt. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.