ECLI:NL:RBDOR:2010:BN0377
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de naamsvaststelling bij naturalisatie en de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de naamsvaststelling bij naturalisatie van eiser, die op 5 juli 2008 het Nederlanderschap heeft verkregen. Eiser heeft een verklaring afgelegd ex artikel 36 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA), waarin hij zijn geslachtsnaam als '[naam 2]' heeft vastgesteld. Eiser verzoekt om naamsvaststelling als '[naam 1]', maar de rechtbank oordeelt dat verweerder zich terecht baseert op de gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en dat de verklaring van eiser onder ede bindend is. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Raad van State, die stelt dat gebruikers van de basisadministratie erop moeten kunnen vertrouwen dat de gegevens juist zijn. De rechtbank concludeert dat de naam '[naam 1]' niet in de GBA voorkomt en dat verweerder geen aanleiding had om van het beleid af te wijken. Eiser had de mogelijkheid om feitelijke onjuistheden te corrigeren voordat hij zijn verzoek om naturalisatie indiende, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de naamsvaststelling conform de Rijkswet op het Nederlanderschap correct is uitgevoerd. De rechtbank bevestigt dat de geslachtsnaam '[eiser]' op juiste wijze is vastgesteld en dat er geen sprake is van een kennelijke administratieve misslag in het Koninklijk Besluit.