ECLI:NL:RBDOR:2010:BN9594

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
7 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
88530 - KG ZA 10-195
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming bij verstek toegewezen met inachtneming van vaststellingsovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 7 oktober 2010 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de eiser, wonende te Antwerpen, een vordering tot ontruiming heeft ingesteld tegen twee gedaagden, wonende te Dordrecht. De gedaagden zijn niet verschenen tijdens de procedure. De eiser heeft gesteld dat partijen in juli 2010 een vaststellingsovereenkomst hebben bereikt, die door de raadsman van de eiser is vastgelegd. De rechtbank oordeelt dat voor de geldigheid van een vaststellingsovereenkomst geen ondertekening door beide partijen vereist is. De weigering van de gedaagden om de overeenkomst te ondertekenen doet geen afbreuk aan de geldigheid ervan, aangezien er geen feiten zijn gesteld die anders doen vermoeden.

De voorzieningenrechter heeft vervolgens geoordeeld dat de gedaagden op basis van de vaststellingsovereenkomst de woning uiterlijk op 31 december 2011 moeten ontruimen. De vordering tot ontruiming kan pas op die datum worden toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overige vorderingen van de eiser niet onrechtmatig of ongegrond zijn, en deze zijn dan ook toegewezen. De aard van de bruikleenovereenkomst en de redelijkheid en billijkheid tussen partijen zijn hierbij in overweging genomen.

Daarnaast heeft de rechtbank de gevorderde dwangsom gematigd en aan een maximum gebonden. Gelet op de bloedverwantschap tussen partijen zijn de proceskosten gecompenseerd. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld om de woning te ontruimen, de eiser gemachtigd om dit met behulp van de sterke arm te bewerkstelligen indien nodig, en de gedaagden verplicht om de makelaar en gegadigden toegang te verlenen tot de woning. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en ieder van de partijen draagt zijn eigen proceskosten. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 88530 / KG ZA 10-195
Vonnis in kort geding van 7 oktober 2010
in de zaak van
[eiser],
wonende te Antwerpen,
eiser,
advocaat mr. C. van den Bergh,
tegen
1. [gedaagde 1],
wonende te Dordrecht,
2. [gedaagde 2],
wonende te Dordrecht,
gedaagden,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 6 september 2010,
- de mondelinge behandeling ter openbare zitting van 23 september 2010.
1.2. Tegen gedaagden is verstek verleend.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1. Eiser stelt, onder overlegging van justificatoire bescheiden, dat partijen in juli 2010 volledige overeenstemming hebben bereikt over een regeling die door eisers raadsman is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Voor de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst is niet vereist dat deze door partijen wordt ondertekend. Dat gedaagden, zoals eiser stelt weigeren die vaststellingsovereenkomst te ondertekenen, doet derhalve niet af aan de geldigheid van die overeenkomst. Feiten of omstandigheden waaruit iets anders kan worden afgeleid zijn niet door eiser gesteld.
2.2. Krachtens de vaststellingsovereenkomst moeten gedaagden na te melden woning uiterlijk op 31 december 2011 ontruimen. De gevorderde ontruiming van die woning kan derhalve eerst per die datum worden toegewezen.
2.3. Voor het overige komen de vorderingen van eiser niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze toegewezen dienen te worden. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat de aard van de bruikleenovereenkomst tussen partijen en de door partijen jegens elkander in acht te nemen redelijkheid en billijkheid mede meebrengen dat gedaagden de na te melden medewerking dienen te verlenen en dat eiser spoedeisend belang daarbij heeft.
2.4. De gevorderde dwangsom komt bovenmatig voor en zal derhalve worden gematigd en aan een maximum worden gebonden als na te melden.
2.5. Gelet op de bloedverwantschap tussen partijen zullen de proceskosten als na te melden worden gecompenseerd.
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. veroordeelt gedaagden om de woning aan de [adres] uiterlijk per 31 december 2011 met alle zich daarin bevindende personen en/of zaken te ontruimen en te verlaten en verlaten te houden, voor zover deze laatste niet de eigendom zijn van eiser, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van eiser te stellen,
3.2. machtigt eiser om, indien gedaagden in gebreke blijven met de nakoming van de onder 3.1 vermelde veroordeling, deze te doen bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
3.3. veroordeelt gedaagden tot nakoming van hun verplichtingen uit de artikelen 7.3 en 7.4 van de bruikleenovereenkomst en meer in het bijzonder om de makelaar alsmede gegadigden toe te laten tot de woning en te gedogen dat posters of andere zaken in, op, aan of bij de woning worden aangebracht en voorts alle door de makelaar met het oog op de verkoop gewenste handelingen te laten verrichten,
3.4. bepaalt dat gedaagden, indien zij in gebreke blijven met de nakoming van de onder 3.3 vermelde veroordeling, een dwangsom verbeuren van € 250,-- per dag en gedeelte van een dag daaronder begrepen, zulks tot een maximum van € 50.000,--,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2010.?