ECLI:NL:RBDOR:2010:BO0374
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verwijzing naar kantonrechter in arbeidsgeschil met non-concurrentiebeding
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Dordrecht op 6 oktober 2010, is een geschil ontstaan tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als [eiseres], en [gedaagde], die als zelfstandig ondernemer werkzaam was. De zaak betreft een arbeidsovereenkomst en een koopovereenkomst die beide een non-concurrentiebeding bevatten. [Eiseres] heeft op 28 augustus 2009 de assurantieportefeuille van [betrokken BV] gekocht, waarbij [gedaagde] als bestuurder van de verkoper betrokken was. In de koopovereenkomst is een non-concurrentiebeding opgenomen dat [gedaagde] verbiedt om gedurende vijf jaar concurrerende activiteiten te ontplooien.
De procedure begon met een dagvaarding op 16 juni 2010, waarin [eiseres] vorderingen indiende tegen [gedaagde] voor een bedrag van € 80.000, alsook voor schadevergoeding en afgifte van administratie. [Eiseres] stelde dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door tijdens zijn dienstverband klanten van [eiseres] te bedienen en concurrerende werkzaamheden te verrichten. [Gedaagde] heeft in het incident verzocht om onbevoegdverklaring van de rechtbank, stellende dat de kantonrechter bevoegd was vanwege de aard van de vorderingen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van [eiseres] samenhangen met de arbeidsovereenkomst en dat de kantonrechter op basis van artikel 94 Rv bevoegd is om van alle vorderingen kennis te nemen. De rechtbank heeft de zaak daarom verwezen naar de kantonrechter in Dordrecht, waarbij partijen zijn geïnformeerd over de verdere procedure en de mogelijkheid om zonder advocaat te verschijnen. De beslissing over de proceskosten is aan de kantonrechter overgelaten.