ECLI:NL:RBDOR:2012:BV0837
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken in deelgeschilprocedure wegens gebrek aan geschil over aansprakelijkheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Dordrecht op 11 januari 2012 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen [verzoeker] en [verweerder]. Het geschil betreft een verkeersongeluk dat plaatsvond op 23 mei 2008, waarbij [verzoeker] en [verweerder] betrokken waren. [verzoeker] bestuurde een Mercedes en [verweerder] een BMW. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen het eens zijn over de aansprakelijkheid en de feitelijke toedracht van het ongeval. Dit betekent dat er geen deelgeschil bestaat zoals bedoeld in artikel 1019w lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft op basis van de getuigenverklaringen en de verklaringen van partijen tijdens de mondelinge behandeling geconcludeerd dat er geen geschil is dat door de rechtbank kan worden beslecht.
[verzoeker] had verzocht om een verschijning van partijen en om het aansprakelijkheids- of eigen schuld-geschil te beslechten, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeken moeten worden afgewezen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het verzoek van [verzoeker] mede betrekking had op casco-schade, wat niet onder de deelgeschilprocedure valt, aangezien deze procedure is bedoeld voor schade als gevolg van letsel. Bovendien is de WAM-verzekeraar van [verweerder], Ohra, niet als partij betrokken in deze procedure, terwijl de deelgeschilprocedure wel openstaat voor [verzoeker] en Ohra.
De rechtbank heeft uiteindelijk de verzoeken van [verzoeker] afgewezen, omdat er geen sprake was van een geschil dat onder de deelgeschilprocedure valt. Deze beschikking is gegeven door mr. I. Bouter en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 januari 2012.