ECLI:NL:RBDOR:2012:BV9023

Rechtbank Dordrecht

Datum uitspraak
13 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
96321 / FT RK 12-5018
Instantie
Rechtbank Dordrecht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een gedwongen schuldregeling in het kader van de Faillissementswet

Op 9 januari 2012 heeft verzoekster, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en wonende te [woonplaats] [adres], een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, samen met een verzoek op basis van artikel 287a, eerste lid, van de Faillissementswet. Dit verzoek was gericht aan één schuldeiser, NTI Opleidingen, die weigerde in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Tijdens de zitting op 13 maart 2012 is verzoekster gehoord, evenals vertegenwoordigers van de Sociale Dienst Drechtsteden. NTI Opleidingen was niet aanwezig, ondanks een behoorlijke oproeping.

Verzoekster heeft aangegeven dat zij al het mogelijke heeft gedaan om een buitengerechtelijk akkoord aan te bieden aan haar schuldeisers. Ze staat onder budgetbeheer en heeft 16 concurrente schuldeisers en 1 preferente schuldeiser, met een totale schuldenlast van € 33.877,71. Verzoekster heeft een aanbod gedaan van 3,5% aan de concurrente schuldeisers en 7% aan de preferente schuldeiser, waar vijftien van de zestien schuldeisers mee instemden. NTI Opleidingen, met een vordering van € 382,08, stemde echter niet in.

De rechtbank overweegt dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd en onderbouwd is. Gezien de medische situatie van verzoekster, die niet in staat is om de werkverplichting van 36 uur per week na te komen, en de aanzienlijke kosten van de wettelijke schuldsaneringsregeling, concludeert de rechtbank dat de belangen van verzoekster en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van NTI Opleidingen. De rechtbank wijst het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toe, waarbij NTI Opleidingen wordt bevolen in te stemmen met de regeling. Tevens wordt NTI Opleidingen veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil worden vastgesteld, aangezien er geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan.

Uitspraak

RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer: 96321 / FT RK 12-5018
toewijzen gedwongen schuldregeling
Op 9 januari 2012 is ter griffie binnengekomen het verzoekschrift tot vaststelling van een dwangakkoord als bedoeld in artikel 287a Faillissementswet (Fw) met bijlagen van
[verzoekster]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats] [adres]
verzoekster;
tegen:
NTI Opleidingen.
postbus 2222, 2301 CE Leiden.
1. De procedure:
Verzoekster heeft op 9 januari 2012, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om één schuldeiser, te weten:
- NTI Opleidingen, hierna te noemen: NTI;
die weigert mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen van deze schuldregeling.
Ter terechtzitting van 13 maart 2012 is verzoekster gehoord. Tevens zijn ter zitting aanwezig mevrouw [betrokkene 1], namens het bureau budgetadvies en schuldhulpverlening van de Sociale Dienst Drechtsteden, en mevrouw [betrokkene 2], namens de afdeling Budgetbeheer van de Sociale Dienst Drechtsteden.
De schuldeiser NTI is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.
2. Het verzoek
In het verzoek wordt gesteld dat verzoekster al het mogelijk heeft gedaan om middels de op haar rustende inspanningsverplichting, zowel financieel als qua werkervaring, aan haar crediteuren een maximaal buitengerechtelijke akkoord voor te leggen.
Verzoekster staat ruim 2 jaar onder budgetbeheer bij bureau schuldhulpverlening.
Verzoekster heeft volgens het overgelegde overzicht 16 concurrente schuldeisers en 1 preferente schuldeiser. Zij vorderen samen een bedrag van totaal € 33.877,71.
Verzoekster heeft op 26 mei 2011 de zestien concurrente schuldeisers tegen finale wijting, een betaling van 3,5% van hun vordering aangeboden en aan de preferente schuldeiser een percentage van 7%. Thans stemmen vijftien concurrente schuldeisers en de preferente schuldeiser in met de aangeboden regeling. NTI stemt hiermee niet in en zij heeft een vordering op verzoeker van € 382,08, zijnde 0,98% van de totale schuldenlast.
3. Het verweer
Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft NTI geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt schriftelijk dan wel ter zitting toe te lichten. In de contacten met de schuldhulpverlening is gebleken dat NTI akkoord zou gaan met een percentage van minimaal 10%.
4. De beoordeling
Uitgangspunt is dat iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van haar vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering van schuldeiser, staat het belang van de weigerachtige schuldeiser vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of NTI in redelijkheid niet tot weigering van instemmen met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang van verzoekster dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende.
De rechtbank stelt vast dat verzoekster in het akkoord aan de concurrente schuldeisers 3,5% tegen finale kwijting heeft aangeboden en aan de preferente schuldeiser een percentage 7%. De rechtbank stelt vast dat verzoekster daarmee een substantieel aanbod aan de schuldeisers heeft gedaan. Vijftien van de zestien schuldeisers zijn met het voorstel akkoord gegaan. Het is niet onwaarschijnlijk dat verzoekster tot de wettelijke schuldsaneringsregeling zou worden toegelaten indien geen dwangakkoord zou worden opgelegd.
Ter terechtzitting heeft verzoekster verklaard dat zij 22 uur per week werkzaam is in de zorgsector met wisselende diensten. Onlangs is bij haar fibromyalgie (lees: reuma) geconstateerd, waarvoor geen medicijnen beschikbaar zijn. Ter zitting heeft zij haar afsprakenkaart met de reumatoloog getoond. Deze ziekte brengt met zich mee dat zij in de toekomst niet in staat zal zijn om fulltime te kunnen werken. Verzoekster is geadviseerd om maximaal halve dagen te werken. Donderdag 15 maart 2012 heeft zij hierover een gesprek met haar bedrijfsarts.
In de schuldsaneringsregeling geldt een werkverplichting van 36 uur per week.
Gelet op de medische situatie van verzoekster valt niet te verwachten dat verzoekster deze
verplichting kan nakomen en zo meer inkomsten kan genereren voor de schuldeisers. Aangezien toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voorts aanzienlijke kosten met zich meebrengt die in mindering komen op hetgeen verzoekster ten behoeve van de schuldeisers bijeen kan brengen, zou toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling alle schuldeisers naar verwachting minder opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende duidelijk is dat het akkoord dat door verzoekster wordt aangeboden thans het uiterste is waartoe verzoekster financieel in staat moet worden geacht. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de aangeboden schuldregeling
goed en betrouwbaar gedocumenteerd en voldoende onderbouwd is.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de belangen van verzoekster die vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die instemmen met het aanbod, zwaarder wegen dan die van NTI als enig weigerende schuldeiser. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de vordering van NTI slechts een klein aandeel van 0,98% in de totale schuldenlast vormt.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het belang van NTI bij weigering van de aangeboden regeling ondergeschikt aan het belang van verzoeker en dat van de overige schuldeisers bij het verkrijgen van zekerheid omtrent een regeling en bij het voorkomen van de hogere kosten van toepassing van de wettelijke regeling. De rechtbank zal het verzoek tot vaststelling van een dwangakkoord toewijzen.
Nu het verzoek met betrekking tot de aangeboden regeling wordt toegewezen, behoeft het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling geen bespreking meer.
Schuldeiser zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een advocaat of gemachtigde, worden de kosten begroot op nihil.
5. De beslissing
De rechtbank:
- beveelt NTI Opleidingen om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt NTI Opleidingen in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker bepaald op nihil;
- verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. I. Bouter en uitge¬spro¬ken ter open¬bare te¬rechtzit¬ting van 13 maart 2012 in tegen¬woor¬dig¬heid van de grif¬fier .