ECLI:NL:RBDOR:2012:BV9790
Rechtbank Dordrecht
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling van een minderjarige met menstruatieproblemen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Dordrecht op 21 maart 2012 een beschikking gegeven met betrekking tot de vervangende toestemming voor het voorschrijven van de anticonceptiepil aan een minderjarige. De minderjarige, ouder dan twaalf jaar, heeft ernstige menstruatieproblemen die haar dagelijks leven aanzienlijk beperken. De ouders hebben gezamenlijk gezag over de minderjarige, maar de vader weigert zijn toestemming voor het voorschrijven van de anticonceptiepil, terwijl de moeder dit wel ondersteunt. Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland (BJZ) heeft een verzoek ingediend om vervangende toestemming te verkrijgen, omdat de minderjarige niet in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van haar belangen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige emotioneel niet in staat is om haar mening over de medische behandeling kenbaar te maken. De vader heeft schriftelijk verweer gevoerd en stelt dat hij een behandeling ondersteunt, maar dat hij van mening verschilt over welke behandeling het beste is. De kinderrechter heeft de relevante wetgeving, met name artikel 1:264 van het Burgerlijk Wetboek, in overweging genomen en geconcludeerd dat vervangende toestemming kan worden verleend, vooruitlopend op nieuwe wetgeving die deze situatie zal regelen.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat het voorschrijven van de anticonceptiepil noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid van de minderjarige te voorkomen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de huisarts onmiddellijk kan overgaan tot het voorschrijven van de anticonceptiepil. De beschikking biedt ook informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep voor de betrokken partijen.