vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 94541 / HA ZA 11-2478
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LOGICX MOBILITEIT B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. J.L. Oudshoorn te Rijswijk,
1. de vennootschap onder firma
AUTOBEDRIJF [X] V.O.F.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2].,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 3].,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 4].,
allen gevestigd te Langerak,
gedaagden,
advocaat mr. A. van Bunge te Dordrecht.
Eiseres zal hierna Logicx genoemd worden. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk [alle gedaagden] en afzonderlijk respectievelijk [gedaagde 1], [gedaagde 2], [gedaagde 3] en [gedaagde 4] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 november 2011;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 maart 2012.
2. De feiten
2.1. Logicx is een autoverhuur- en bergingsbedrijf. Op 25 maart 2011 heeft zij een auto, te weten een Toyota, type Auris, kleur blauw, met kenteken [xx-xxx-x] en identificatienummer [xxxxxxxxxxxxxxxxxxx] (hierna: de auto), verhuurd aan [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]).
2.2. Op 5 april 2011 om 19.15 uur meldde [betrokkene 1] telefonisch aan Logicx dat de auto, inclusief de autosleutel, was gestolen.
2.3. Eveneens op 5 april 2011 heeft Autobedrijf [Y] (hierna: [Autobedrijf Y]) de auto gekocht van [betrokkene 2]. [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) met als tegenprestatie een bedrag van € 13.000,00 en een dertien jaar oude Honda Civic. Diezelfde dag heeft [alle gedaagden] de auto van [Autobedrijf Y] gekocht voor een bedrag van € 15.000,00. Op 6 april 2011 is de auto door [Autobedrijf Y] aan [alle gedaagden] geleverd met één autosleutel.
2.4. Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft Logicx op 15 juni 2011 ten laste van [alle gedaagden] conservatoir beslag tot afgifte doen leggen op de auto.
2.5. Logicx heeft in kort geding gevorderd dat [alle gedaagden] werd veroordeeld tot afgifte van de auto. Bij vonnis van 25 augustus 2011 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank [alle gedaagden] geboden de auto aan Logicx af te geven. Op 21 september 2011 is de auto door [alle gedaagden] aan Logicx afgegeven.
3. Het geschil
3.1. Logicx vordert, uitvoerbaar bij voorraad, -na vermindering van eis-
I. een verklaring voor recht dat zij eigenaar van de auto is;
II. veroordeling van [alle gedaagden] tot betaling van een bedrag van € 3.637,20;
III. hoofdelijke veroordeling van [alle gedaagden] in de kosten van dit geding, de kosten van het conservatoir beslag tot afgifte daaronder begrepen, alsmede in de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten, indien niet binnen veertien dagen na dit vonnis aan de volledige veroordeling is voldaan.
3.2. Logicx stelt daartoe primair dat zij het bezit van de auto heeft verloren door diefstal en dat zij op grond van artikel 3:86 lid 3 BW de auto als haar eigendom kan opeisen. Subsidiair stelt zij dat [alle gedaagden] niet als verkrijger te goeder trouw kan worden aangemerkt, zodat haar geen bescherming ex artikel 3:86 lid 1 BW toekomt. Logicx is dan ook de eigenaar van de auto gebleven. Doordat [alle gedaagden] de auto tot 21 september 2011 weigerde af te geven, maakte zij, zo stelt Logicx, inbreuk op het eigendomsrecht van Logicx en handelde zij onrechtmatig. [alle gedaagden] dient de schade die Logicx daardoor heeft geleden te vergoeden. Logicx vordert een vergoeding voor gederfde huurinkomsten ad
€ 34,64 voor iedere dag vanaf 6 juni 2011 dat [alle gedaagden] de auto niet heeft afgegeven. Tot en met 21 september 2011 is dit in totaal een bedrag van € 3.637,20.
3.3. [alle gedaagden] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Logicx en voert daartoe het volgende aan.
Zij betwist dat Logicx het bezit van de auto heeft verloren door diefstal, zodat Logicx geen bescherming op grond van artikel 3:86 lid 3 BW toekomt. Voorts dient aan het beroep van Logicx op artikel 3:86 lid 3 BW voorbij te worden gegaan, gelet op de door Logicx gewekte schijn dat [betrokkene 1] beschikkingsbevoegd was, de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid en de eigen schuld van Logicx. [alle gedaagden] betwist dat zij niet te goeder trouw is geweest bij de overdracht van de auto, omdat zij aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Nu [alle gedaagden] de bescherming ex artikel 3:86 lid 1 BW toekomt, heeft zij geen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van Logicx, zodat de vordering tot schadevergoeding dient te worden afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. Tussen partijen is niet in geschil dat [alle gedaagden] de auto heeft verkregen van een beschikkingsonbevoegde, zodat niet is voldaan aan alle in artikel 3:84 BW genoemde vereisten voor een geldige overdracht. Desondanks kan sprake zijn van een geldige overdracht, indien de overdracht anders dan om niet heeft plaatsgevonden en de verkrijger te goeder trouw was (artikel 3:86 lid 1 BW). Voor goede trouw is niet alleen nodig dat de verkrijger ten tijde van de levering de onbevoegdheid van zijn voorman niet kende, maar ook dat hij deze niet behoorde te kennen. Met het oog op dit laatste dient hij naar de bevoegdheid van zijn voorman het onderzoek in te stellen dat in de gegeven omstandigheden van hem kan worden verlangd. Bij de verkrijging van een tweedehands auto brengt dit mee dat de verkrijger tenminste de autopapieren heeft onderzocht. De omstandigheden van het geval kunnen evenwel meebrengen dat van de verkrijger daarnaast nog nader onderzoek mag worden verlangd. Partijen twisten over de vraag of [alle gedaagden] als professioneel in- en verkoper van auto’s bij de aankoop van de auto voldoende onderzoek heeft verricht naar de beschikkingsbevoegdheid van [Autobedrijf Y].
4.2. [betrokkene 2] heeft op 5 april 2011 de auto aangeboden aan [Autobedrijf Y] en [Autobedrijf Y] heeft vervolgens telefonisch aan [gedaagde 4] gevraagd of [alle gedaagden] geïnteresseerd was in deze auto. [Autobedrijf Y] heeft daarbij gezegd dat de auto pas één dag op naam stond van een particulier. [gedaagde 4] heeft daarop naar de politie gebeld om te controleren of de auto gestolen was. Nadat de politie aan [gedaagde 4] had medegedeeld dat de auto niet als gestolen in de politieregisters was geregistreerd, heeft [Autobedrijf Y] de auto van [betrokkene 2] gekocht. Kort daarna heeft [alle gedaagden] de auto van [Autobedrijf Y] gekocht.
4.3. De omstandigheden dat [alle gedaagden] wist dat de auto pas één dag op naam van [betrokkene 2], een particulier, stond en dat [Autobedrijf Y] slechts over één autosleutel en niet over de reservesleutel beschikte, hadden voor [alle gedaagden] reden moeten zijn voor het verrichten van nader onderzoek naar de beschikkingsbevoegdheid (van [betrokkene 2] en) van [Autobedrijf Y]. Dat [alle gedaagden] de auto heeft gekocht van de haar bekende autohandelaar [Autobedrijf Y], de door haar betaalde koopprijs voor de auto wellicht marktconform is en [betrokkene 2] zich bij de verkoop aan [Autobedrijf Y] heeft gelegitimeerd en zijn adresgegevens heeft achtergelaten, maakt dat niet anders. Ook het argument van [alle gedaagden] dat 30% van de door haar ingekochte auto’s slechts één autosleutel heeft, doet aan het vorenstaande niet af, omdat dit haar niet ontslaat van haar onderzoeksplicht.
4.4. Geoordeeld wordt dat [alle gedaagden] in de gegeven omstandigheden onvoldoende nader onderzoek heeft verricht naar de beschikkingsbevoegdheid (van [betrokkene 2] en) van [Autobedrijf Y]. [alle gedaagden] heeft weliswaar contact opgenomen met de politie met de vraag of de auto als gestolen was geregistreerd en op www.autotelexpro.nl gekeken of de auto als gestolen was vermeld. Dit is echter niet voldoende nu de auto ook ontvreemd had kunnen zijn zonder dat daarvan reeds aangifte was gedaan of zonder dat dit reeds op www.autotelexpro.nl was vermeld. Ook het onderzoeken van het kenteken en de kilometerstand van de auto en de identiteit van [betrokkene 2] is niet voldoende, nu hieruit nog niet blijkt of [betrokkene 2] en/of [Autobedrijf Y] bevoegd waren de auto over te dragen.
4.5. Nu [alle gedaagden] goede reden had tot twijfel aan de beschikkingsbevoegdheid (van [betrokkene 2] en) van [Autobedrijf Y] en zij onvoldoende onderzoek hiernaar heeft verricht, kan zij niet worden aangemerkt als te goeder trouw. Nu [alle gedaagden] niet de bescherming ex artikel 3:86 lid 1 BW toekomt, is zij geen eigenaar van de auto geworden. Voor recht zal dan ook worden verklaard dat Logicx eigenaar van de auto is.
4.6. Onbesproken kan blijven de vraag of Logicx een beroep toekomt op artikel 3:86 lid 3 BW en dus ook de vraag of sprake is van diefstal, verduistering of verlies, alsmede de vraag of in geval van verduistering een beroep kan worden gedaan op artikel 3:86 lid 3 BW.
4.7. In het oordeel dat [alle gedaagden] niet te goeder trouw was bij de verkrijging van de auto, ligt besloten dat [alle gedaagden] onrechtmatig jegens Logicx heeft gehandeld door de auto onder zich te houden en deze tot 21 september 2011 niet aan Logicx af te geven. Daarmee heeft [alle gedaagden] immers een toerekenbare inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van Logicx. Als onweersproken staat vast dat Logicx hierdoor schade heeft geleden, doordat zij de auto enige tijd niet heeft kunnen gebruiken voor de verhuur. Tevens staat als onweersproken vast dat deze schade over de periode van 6 juni 2011 tot 21 september 2011 € 3.637,20 bedraagt. De vordering onder II zal dan ook worden toegewezen.
4.8. Logicx vordert [alle gedaagden] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten van het door haar gelegde conservatoir beslag tot afgifte. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 732,25 voor verschotten en € 452,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 452,00), in totaal € 1.184,25.
4.9. [alle gedaagden] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Logicx worden begroot op:
- dagvaarding € 76,31
- griffierecht € 613,00
- salaris advocaat € 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.593,31
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en nakosten zullen als onbetwist worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart voor recht dat Logicx eigenaar is van de Toyota type Auris, met kenteken [xx-xxx-x], kleur blauw, identificatienummer [xxxxxxxxxxxxxxxxxxx];
5.2. veroordeelt [alle gedaagden] om aan Logicx te betalen een bedrag van € 3.637,20 (drieduizendzeshonderdzevenendertig euro en twintig eurocent),
5.3. veroordeelt [alle gedaagden] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 1.184,25, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4. veroordeelt [alle gedaagden] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Logicx tot op heden begroot op € 1.593,31, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5. veroordeelt [alle gedaagden], hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat,
5.6. verklaart dit vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2012.?