ECLI:NL:RBDOR:2012:BX2616
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorshands oordeel over ontslag op staande voet na overtreding geheimhoudingsverplichting
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Dordrecht op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De zaak betreft een ontslag op staande voet van [eiser], die als werkcoach bij UWV werkzaam was. Het UWV heeft [eiser] op 15 mei 2012 ontslagen wegens een ernstige schending van de geheimhoudingsplicht. Dit ontslag volgde op een klacht van een cliënte van [eiser], die had ontdekt dat [eiser] vertrouwelijke informatie van haar had gedeeld met zijn broer, die een concurrerende onderneming startte. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de toepasselijke CAO, de Wet SUWI en de gedragscode van UWV, die allemaal strikte geheimhoudingsverplichtingen opleggen aan medewerkers.
De rechter oordeelde dat [eiser] zich niet had gehouden aan deze geheimhoudingsverplichtingen door vertrouwelijke gegevens van een cliënte aan derden te verstrekken. Ondanks de persoonlijke omstandigheden van [eiser] en zijn lange staat van dienst, vond de kantonrechter dat de schending van de geheimhoudingsplicht zo ernstig was dat het UWV gerechtigd was om over te gaan tot ontslag op staande voet. De rechter concludeerde dat de belangen van het UWV en de bescherming van vertrouwelijke informatie zwaarder wogen dan de persoonlijke omstandigheden van [eiser].
De vorderingen van [eiser] om terug te worden geplaatst in zijn functie en om loonbetaling te ontvangen, werden afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure stand zou houden, en veroordeelde [eiser] in de proceskosten van het UWV.