ECLI:NL:RBDOR:2012:BX8864
Rechtbank Dordrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op verschoningsrecht in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Dordrecht, is op 26 september 2012 een beschikking gegeven naar aanleiding van een beroep op het familiale verschoningsrecht door een getuige in een civiele procedure. De verzoekster, Accon AVM Groep B.V., had een voorlopige getuigenverhoor aangevraagd tegen [getuige in hoofdzaak/verzoekster in incident], de dochter van [betrokkene 1]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de getuige zich op het familiale verschoningsrecht beroept, zoals vastgelegd in artikel 165 lid 2 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank oordeelt dat de getuige, als bloedverwant van [betrokkene 1], in beginsel recht heeft op dit verschoningsrecht zonder verdere motivering. Accon verzet zich tegen dit beroep en stelt dat de getuige als partij in de procedure moet worden aangemerkt, maar de rechtbank wijst dit verweer af. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid en dat de getuige zich terecht beroept op het familiale verschoningsrecht. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. I. Bouter en het voorlopige getuigenverhoor zal worden voortgezet op 5 november 2012.