vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
zaaknummer / rolnummer: 79252 / HA ZA 09-2059
Vonnis van 7 november 2012
mr. HARM-JAN MEIJER, wonende te Gasselternijveen,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KOMBINEX B.V.,
kantoorhoudende te Groningen,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. N. Veerman,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] BEHEER B.V.,
gevestigd te Leerdam,
2. [gedaagde 2]
wonende te Leerdam,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie
advocaat mr. M.L. Veldhuijzen.
Partijen zullen hierna de curator en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] (en [gedaagden gezamenlijk]. voor gedaagden gezamenlijk) genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 juli 2009 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 november 2009 en de daarin genoemde stukken;.
- het proces-verbaal van voortzetting comparitie van 23 augustus 2012 en de daarin genoemde stukken.
2. De feiten
2.1. Op 22 augustus 1988 is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kombinex B.V. (hierna: Kombinex) opgericht.
2.2. Kombinex exploiteerde van 1 maart 2006 tot 1 maart 2008 een plaatwerkerij/spuiterij en zij hield zich tevens bezig met de reparatie van auto’s, de in- en verkoop van auto’s alsmede de lease en verhuur van auto’s. Deze bedrijfsexploitatie kwam niet overeen met de doelstelling vermeld in de statuten.
2.3. [gedaagde 2] was vanaf de oprichting van Kombinex tot 1 januari 2008 in persoon (direct) bestuurder van Kombinex. Vanaf 24 mei 2008 was [gedaagde 2] via [gedaagde 1] (indirect) bestuurder van Kombinex.
2.4. Bij overeenkomst van 25 juli 2006 heeft Kombinex uit het faillissement van Auto [X] B.V. (hierna: Auto [X]) activa gekocht, waaronder een bedrijfsvoorraad auto’s. Kombinex is destijds met een medewerker van Auto [X], [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]), overeengekomen dat hij ten behoeve van Kombinex auto’s zou in- en verkopen en dat hij zou bemiddelen bij het tot stand komen van (auto)leaseovereenkomsten.
2.5. Op 14 augustus 2007 is de “voorlopige jaarrekening” van Kombinex over het boekjaar 2005 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
2.6. Op 9 oktober 2007 is de administratie van Kombinex door justitie in beslag
genomen in verband met een strafrechtelijk onderzoek tegen onder meer Kombinex, haar bestuurders en [betrokkene 1].
2.7. Op 28 november 2007 heeft [gedaagde 2] in hoedanigheid van directeur van Kombinex en van [gedaagde 1] aangifte tegen [betrokkene 1] gedaan. De aangifte vermeldt voor zover relevant;
“(…) 1. hij [[betrokkene 1], toevoeging rechtbank] heeft contante gelden namens Kombinex b.v. geïncasseerd en niet aan het bedrijf afgedragen.
2. hij heeft de door Forto b.v. en [X] Beheer b.v. in Kombinex geïnvesteerde grote bedragen niet gebruikt voor het doen waarvoor zij waren bestemd doch gebruikt voor de leniging van eigen, grote schulden uit het verleden; tengevolge hiervan is Kombinex b.v. in financiële problemen geraakt.
3. hij heeft auto’s uit de handelsvoorraad gebruikt voor (los)-verhuur zonder er voor zorg te dragen dat een juiste verzekering werd afgesloten en aangifte werd gedaan voor de wegenbelasting.
4. hij heeft kentekens van voertuigen ontvreemd dan wel voertuigen verkocht zonder dat daarvan de opbrengst in Kombinex b.v. werd verantwoord.
(…)
6. hij heeft auto’s uit de handelsvoorraad van Kombinex b.v. om niet uitgeleend aan zijn relaties om zo zijn schulden te verminderen (…)
Door de handelwijze van genoemde [betrokkene 1] hebben Kombinex b.v. (…) en [gedaagde 1] b.v. een enorme financiële schade geleden, waarvoor zij genoemde [betrokkene 1] aansprakelijk houden. (…)”
2.8. Over de boekjaren 2006 en 2007 zijn geen jaarrekeningen van Kombinex gedeponeerd bij de kamer van Koophandel.
2.9. Op 24 juni 2008 is Kombinex in staat van faillissement verklaard. Mr. Meijer is daarbij benoemd tot curator.
2.10 De curator heeft na daartoe verkregen verlof van deze rechtbank ten laste van [gedaagde 1] op 25 september 2008 de volgende conservatoire beslagen doen leggen:
- op de aandelen in [Y] Beheer Verzekeringen B.V.;
- onder de Coöperatieve Rabobank Vijfheerenlanden U.A.;
- op de nutsvoorziening te Zegswaard (Zoetermeer) aan de [adres];
- op roerende zaken van [gedaagde 1].
2.11 De curator heeft na daartoe verkregen verlof van deze rechtbank ten laste van [gedaagde 2] op 25 september 2008 de volgende conservatoire beslagen laten leggen:
- op de woning van [gedaagde 2];
- onder de Coöperatieve Rabobank Vijfheerenlanden U.A.;
- onder [Y] Beheer Verzekeringen N.V.;
- op de aandelen in [gedaagde 1];
- op de aandelen in B.V. Hollandsche Assurantie Compagnie;
- op roerende zaken van [gedaagde 2].
3. Het geschil
In conventie
3.1. De curator vordert – samengevat –
i) een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] zich als bestuurder van Kombinex schuldig heeft gemaakt aan onbehoorlijk bestuur en dat dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement van Kombinex is geweest, althans dat [gedaagde 1] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Kombinex, alsmede de gezamenlijke crediteuren van Kombinex;
ii) een verklaring voor recht dat [gedaagde 2] zich als bestuurder van Kombinex schuldig heeft gemaakt aan onbehoorlijk bestuur en dat dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement van Kombinex is geweest, althans dat [gedaagde 2] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Kombinex, alsmede de gezamenlijke crediteuren van Kombinex;
iii) [gedaagden gezamenlijk]. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het tekort in het faillissement van Kombinex, nader op te maken bij staat, althans de schade ten gevolge van onrechtmatige daad nader op te maken bij staat, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 25 september 2008;
iv) [gedaagden gezamenlijk]. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 150.000,-- op het onder iii) bedoelde tekort;
v) [gedaagden gezamenlijk]. te veroordelen in de kosten van het geding, inclusief de beslagkosten (met uitzondering van de kosten in verband met het beslag ten laste van [gedaagde 1] onder de coöperatieve Rabobank Vijfheerenland U.A.)
De curator stelt daartoe het volgende.
[gedaagden gezamenlijk]. hebben Kombinex onbehoorlijk bestuurd en dit is een belangrijke oorzaak van het faillissement. De publicatieplicht ex artikel 2:394 BW is geschonden. Sinds 2005 zijn er geen jaarrekeningen meer gedeponeerd en de jaarrekening over het boekjaar 2005 had slechts een voorlopig karakter. Daarnaast is niet voldaan aan de administratieplicht ex artikel 2:10 BW. Uit de administratie kunnen de rechten en verplichtingen van Kombinex niet op eenvoudige wijze worden afgeleid.
Voorts is er sprake van (materieel) onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:248 BW. [gedaagden gezamenlijk].
hebben hun taak onbehoorlijk vervuld en hen kan daarvan een ernstig verwijt worden gemaakt. Het doel van de vennootschap zoals vastgelegd in de statuten is overschreden door een garage-/leasebedrijf uit te oefenen. Bij de uitoefening van het garage-/leasebedrijf hebben [gedaagden gezamenlijk]. niet de zorgvuldigheid, nauwgezetheid en benodigde bedrijfskennis aan de dag gelegd die in het kader van een behoorlijke taakvervulling vereist is. Ten tijde van het faillissement stonden er volgens de gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna: RDW) 18 (auto)kentekens op naam van Kombinex. Het is onbekend waar en bij wie de betreffende voertuigen zich bevinden. Ten tijde van het faillissement was er geen kantoor- en bedrijfsinventaris aanwezig bij Kombinex. Dit is onbegrijpelijk en dit vormt een benadeling van de crediteuren van Kombinex.
[gedaagden gezamenlijk]. zijn ingevolge artikel 2:248 BW als bestuurders van kombinex hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. Ten tijde van de dagvaarding bedroeg het voorlopige tekort € 389.709,30. Er wordt een voorschot op het tekort gevorderd van
€ 150.000,--.
3.2. [gedaagden gezamenlijk]. voeren verweer.
[gedaagden gezamenlijk]. waren zich er niet van bewust dat een voorlopige jaarrekening over het boekjaar 2005 is gedeponeerd. Dat de jaarrekening van 2006 niet is gedeponeerd komt doordat de administratie in beslag was genomen door justitie. Het te laat deponeren van de jaarrekeningen is niet de oorzaak van het faillissement. De administratie van Kombinex was wel op orde, daaruit konden de rechten en verplichtingen van Kombinex op eenvoudige wijze worden vastgesteld. Het kan [gedaagden gezamenlijk]. niet worden aangerekend dat de administratie rommelig was toen de curator deze in handen kreeg. Dat is namelijk veroorzaakt door justitie die de administratie in beslag had genomen.
Het faillissement van Kombinex heeft een andere, van buiten komende oorzaak, namelijk het onrechtmatige handelen van [betrokkene 1]. Achteraf is gebleken dat [betrokkene 1] Kombinex heeft opgelicht en dat hij Kombinex grote schade heeft toegebracht. [gedaagden gezamenlijk]. kan geen verwijt worden gemaakt en zij zijn niet aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. Subsidiair betwisten [gedaagden gezamenlijk]. de hoogte van het tekort en zij doen een beroep op matiging van het bedrag waarvoor zij aansprakelijk zijn.
In reconventie
3.3. [gedaagden gezamenlijk]. vorderen samengevat -
i) veroordeling van de curator tot opheffing van alle gelegde beslagen op straffe van een dwangsom;
ii) een verklaring voor recht dat de curator jegens [gedaagden gezamenlijk]. onzorgvuldig heeft gehandeld door het leggen en in stand houden van de beslagen;
iii) de curator te veroordelen tot vergoeding van de schade die [gedaagden gezamenlijk]. door het handelen als bedoeld onder ii) hebben geleden en nog zullen lijden, nader op te maken bij staat, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 25 september 2008;
iv) de curator te veroordelen in de kosten van deze procedure.
[gedaagden gezamenlijk]. stellen daartoe dat er geen sprake is van onbehoorlijk bestuur en dat de beslagen daarom onterecht zijn gelegd. De curator heeft onzorgvuldig gehandeld vanwege het onterecht doen leggen van beslag. Hij had overleg met [gedaagden gezamenlijk]. moeten voeren alvorens rechtsmaatregelen te treffen. De beslagen moeten worden opgeheven totdat onherroepelijk is vastgesteld of, en zo ja, tot welke hoogte, [gedaagden gezamenlijk]. aansprakelijk zijn. Het beslag op de onroerende zaak te Zoetermeer moet opgeheven worden omdat [gedaagden gezamenlijk]. daarvan geen eigenaar zijn. Het beslag onder [gedaagde 1] op aandelen moet opgeheven omdat [gedaagde 2] op het moment van beslaglegging geen eigenaar meer was van deze aandelen. Subsidiair voeren [gedaagden gezamenlijk]. dat de beslagen beperkt moeten worden tot het beslag op het woonhuis van [gedaagde 2].
3.4. De curator voert verweer. Er wordt niet voldaan aan de vereisten voor opheffing van de beslagen, ingevolge artikel 705 Rv. De curator heeft niet onzorgvuldig gehandeld. De curator heeft in het belang van de crediteuren van Kombinex verhaalsobjecten veilig gesteld.
4. De beoordeling
In conventie
4.1. Artikel 2:248 BW bepaalt dat de bestuurders van een failliete (besloten) vennootschap aansprakelijk voor het tekort van de boedel indien zij de vennootschap kennelijk onbehoorlijk hebben bestuurd en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Er is in ieder geval sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur indien de vennootschap niet aan haar wettelijke verplichtingen tot het voeren van een adequate boekhouding en/of tot publicatie van de jaarcijfers heeft voldaan (de formele variant van kennelijk onbehoorlijk bestuur). Daarnaast is er sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur, indien geen redelijk denkend bestuur gehandeld zou hebben zoals het bestuur heeft gedaan (de materiële variant van kennelijk onbehoorlijk bestuur). De aansprakelijkheidsregeling van artikel 2:248 BW geldt op grond van artikel 2:11 BW ook voor de bestuurders die via een andere vennootschap bestuurder zijn van de failliete vennootschap, zoals in dit geval [gedaagde 2] die bestuurder is van [gedaagde 1].
4.2. Op grond van artikel 2:394 BW is een rechtspersoon verplicht de jaarrekening uiterlijk 13 maanden na afloop van het boekjaar openbaar maken. Vast staat dat de voorlopige jaarrekening van Kombinex over het boekjaar 2005 op 14 augustus 2007 is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Dit is te laat (los van het feit dat het om een ‘voorlopige’ jaarrekening ging). De jaarrekeningen over 2006 en 2007 zijn niet gedeponeerd. Gelet hierop hebben [gedaagden gezamenlijk]. niet voldaan aan de publicatieplicht waardoor zij ingevolge artikel 2:248 lid 2 BW hun taak onbehoorlijk hebben vervuld en daardoor wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is.
4.3. Ook indien [gedaagden gezamenlijk]. als gevolg van de inbeslagname van de administratie in de feitelijke onmogelijkheid zijn komen te verkeren om de jaarrekening over 2006 te deponeren, kan hen dit niet disculperen nu die inbeslagname in hun risicosfeer ligt. Bovendien hebben [gedaagden gezamenlijk]. de mogelijkheid om ontheffing van hun verplichting te vragen onbenut gelaten.
4.4. De onbehoorlijke taakvervulling wordt weerlegbaar vermoed een belangrijke oorzaak van het faillissement te zijn. Om dit vermoeden te weerleggen dienen [gedaagden gezamenlijk]. aannemelijk te maken dat het faillissement is veroorzaakt door een van buiten komende oorzaak. [gedaagden gezamenlijk]. hebben aangevoerd dat het faillissement is veroorzaakt door [betrokkene 1]. Volgens [gedaagden gezamenlijk]. heeft [betrokkene 1] Kombinex opgelicht en haar financieel ernstige schade toegebracht (zie de in 2.8. geciteerde aangifte).
4.5. Een redelijke uitleg van artikel 2:248 lid 2 BW brengt mee dat voor het ontzenuwen van het daarin neergelegde vermoeden volstaat dat de aangesproken bestuurder aannemelijk maakt dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Stelt de bestuurder daartoe een van buiten komende oorzaak, zoals in dit geval de oplichting door [betrokkene 1], en wordt de bestuurder door de curator verweten dat hij heeft nagelaten het intreden van die oorzaak te voorkomen, dan zal de bestuurder (tevens) feiten en omstandigheden moeten stelen en zo nodig aannemelijk maken waaruit blijkt dat dit nalaten geen onbehoorlijke taakvervulling oplevert (Hoge Raad 30 november 2007, LJN BA6773).
4.6. De curator betwist in de eerste plaats dat de handelwijze van [betrokkene 1] als een van buiten komende oorzaak van het faillissement kan worden aangemerkt. Indien dit wel het geval zou zijn, hebben [gedaagden gezamenlijk]. volgens de curator nagelaten het intreden van die oorzaak te voorkomen.
4.7. Een van buiten komende oorzaak van het faillissement staat, gelet op de betwisting door de curator, niet vast. Indien dit wél het geval zou zijn, wordt overwogen dat [gedaagden gezamenlijk]. geen feiten en omstandigheden hebben gesteld waaruit blijkt dat het nalaten om de oplichting door [betrokkene 1] te voorkomen, geen onbehoorlijke taakvervulling oplevert. De enkele stelling dat zij niets hadden kunnen doen om de oplichting te voorkomen omdat het heel subtiel is gebeurd, is daartoe onvoldoende.
4.8. Bovendien is sprake is geweest van onvoldoende toezicht op het handelen van [betrokkene 1] of in ieder geval een passieve houding van [gedaagden gezamenlijk]. die de oplichting door [betrokkene 1] (mede) mogelijk heeft gemaakt.
Van [gedaagden gezamenlijk]. mocht worden verwacht dat zij extra oplettend waren ten aanzien van het handelen van [betrokkene 1] nu zij er van op de hoogte waren dat [betrokkene 1] tweemaal eerder betrokken was geraakt bij een faillissement (in 2003 en 2007). Vast staat dat Kombinex geen specifieke afspraken met [betrokkene 1] heeft gemaakt over de administratie of het aanleveren van informatie over zijn werkzaamheden. [gedaagde 2] verwerkte datgene wat hij van [betrokkene 1] ontving. Volgens [gedaagden gezamenlijk]. bleef [betrokkene 1] regelmatig in verzuim met het tijdig verstrekken van gegevens en rezen bij hen ook vragen met betrekking tot de juistheid en volledigheid van de administratie.
4.9. Voor zover sprake zou zijn van een van buiten komende oorzaak van het faillissement ? te weten oplichting van Kombinex door [betrokkene 1] ? hebben [gedaagden gezamenlijk]. nagelaten het intreden van de oorzaak van het faillissement te voorkomen en levert dit een onbehoorlijke taakvervulling op. Aldus hebben [gedaagden gezamenlijk]. niet het vermoeden weerlegd dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is.
4.10. Nu vaststaat dat [gedaagden gezamenlijk]. hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement vormt, kan in het midden blijven of de administratie voldoet aan de wettelijke eisen en of het handelen in strijd met de statuten en het ontbreken van de kantoor- en bedrijfsvoorraad aan te merken valt als onbehoorlijk bestuur.
4.11. De primair gevorderde verklaringen voor recht zullen worden toegewezen.
[gedaagden gezamenlijk]. zijn gelet op artikel 2:248 lid 1 BW hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement.
4.12. Op grond van artikel 2:248 lid 4 BW kan de rechter het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn verminderen indien hem dit bovenmatig voorkomt, gelet op de aard en de ernst van de onbehoorlijke taakvervulling, de andere oorzaken van het faillissement en de wijze waarop dit is afgewikkeld. [gedaagden gezamenlijk]. voeren aan dat matiging op zijn plaats is vanwege de handelwijze van [betrokkene 1] zoals hiervoor beschreven.
Geoordeeld wordt dat [gedaagden gezamenlijk]. niet hebben ingegrepen tegen de handelwijze van [betrokkene 1], terwijl daar wel aanleiding toe was. De onbehoorlijke taakvervulling is zodanig ernstig dat de rechtbank geen aanleiding tot matiging ziet.
4.13. De curator vordert betaling van een voorschot op het tekort van de boedel van
€ 150.000,--. [gedaagden gezamenlijk]. hebben verweer gevoerd tegen het door de curator in de dagvaarding gestelde voorlopige tekort. Volgens [gedaagden gezamenlijk]. is de schuld aan de Belastingdienst lager dan de curator stelt, namelijk circa € 40.000,---. Ten aanzien van de voorlopig erkende concurrente crediteuren hebben [gedaagden gezamenlijk]. ter zitting verklaard dat de totale hoogte van die vorderingen is verlaagd (van € 204.732,91) naar € 165.000,-- en dat zij een aantal van die vorderingen betwisten. De curator heeft ter zitting medegedeeld dat op de lijst van voorlopig erkende vorderingen van zowel de preferente als de concurrente crediteuren wijzigingen hebben plaatsgevonden. Volgens hem was er sprake van “vervuiling” van de crediteurenlijst, met name bij de fiscale vorderingen. Daarnaast bestaat er een geschil met de fiscus over een aanslag vennootschapsbelasting die circa € 50.000,-- bedraagt en bevat de boedel een (beperkt) actief. Volgens de curator is thans nog onduidelijk hoe hoog het totale tekort is, doch in ieder geval hoger dan het gevorderde voorschot.
Gelet op de inhoud van de overgelegde stukken en de stellingen van partijen ter terechtzitting, kan de rechtbank thans niet vaststellen wat de minimale hoogte van het tekort van de boedel is. De curator wordt in gelegenheid gesteld een nadere toelichting op het gevorderde voorschot van € 150.000,-- te geven en zal uitsluitend hierover een akte mogen nemen. [gedaagden gezamenlijk]. zullen vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om daar bij akte op te reageren.
4.14. De gevorderde wettelijke rente over het tekort van de boedel vanaf 25 september 2008 zal als onbetwist worden toegewezen.
4.15. De curator vordert [gedaagden gezamenlijk]. te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Ter terechtzitting van de (voortzetting van de) comparitie heeft de curator beslagstukken overgelegd. Onder de stukken bevindt zich geen verzoekschrift en evenmin de beschikking van de rechtbank waarin op het verzoek is beslist. De curator wordt in de gelegenheid gesteld die stukken alsnog over te leggen. [gedaagden gezamenlijk]. mogen, uitsluitend op die stukken, reageren.
4.16. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
In reconventie
4.17. Ingevolge artikel 705 lid 2 Rv wordt de opheffing van het beslag onder meer uitgesproken indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt.
4.18. In conventie is geoordeeld dat [gedaagden gezamenlijk]. zich schuldig hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur en dat zij aansprakelijk zijn voor het tekort in het faillissement van Kombinex. De vordering van de curator met betrekking tot betaling van een bedrag gelijk aan het tekort in de boedel, is niet ondeugdelijk. Het staat de curator vrij om ter zekerheid van verhaal van zijn vordering, conservatoir beslag te leggen. Niet valt in te zien waarom de curator onzorgvuldig heeft gehandeld omdat hij geen overleg heeft gevoerd met [gedaagden gezamenlijk]. voorafgaand aan het treffen van rechtsmaatregelen. De curator heeft onbetwist aangevoerd dat hij kort na de uitspraak van het faillissement uitgebreid heeft gesproken met (onder andere) [gedaagde 2].
4.19. De vordering tot opheffing van de beslagen totdat in rechte onherroepelijk zal zijn vastgesteld of en zo ja, tot welk bedrag [gedaagden gezamenlijk]. aansprakelijk zijn zal worden afgewezen gelet op het belang van de curator bij handhaving van de beslagen, te weten zekerheid van verhaal van zijn vordering.
4.20. De vordering tot opheffing van de derdenbeslagen onder [Y] Beheer B.V. en Hollandse Assurantie Combinatie B.V. omdat zij schade lijden tengevolge van het beslag, zal eveneens worden afgewezen. Niet valt in te zien waarom [gedaagden gezamenlijk]. als belanghebbenden zouden kunnen worden aangemerkt.
4.21. De rechtbank begrijpt dat [gedaagden gezamenlijk]. opheffing van het beslag op de onroerende zaak te Zoetermeer (Zegswaard) en op de aandelen onder [X] vorderen omdat zij, respectievelijk [gedaagde 2], niet de eigenaar zouden zijn van de onroerende zaak en de aandelen. Indien dit al juist is, ligt het op de weg van de eigenaar om opheffing te vorderen.
4.22. [gedaagden gezamenlijk]. hebben subsidiair betoogd dat het beslag beperkt zou moeten worden tot het woonhuis van [gedaagde 2]. De rechtbank begrijpt de stellingen van [gedaagden gezamenlijk], aldus dat de overige beslagen onnodig zouden zijn omdat de waarde van de woning voldoende zekerheid biedt voor verhaal van de totale vordering van de curator. [gedaagden gezamenlijk]. hebben onvoldoende onderbouwd dat sprake is van onnodig(e) beslag(en). Zij hebben geen taxatierapport in het geding gebracht waarop de waarde van de woning zou kunnen worden gebaseerd. Een enkele vraagprijs voor de verkoop van de woning is daartoe onvoldoende.
Bovendien heeft de curator onbetwist aangevoerd dat sprake zou kunnen zijn van meerdere beslagen (door verschillende schuldeisers) op de woning.
4.23. De vorderingen zullen worden afgewezen.
4.24. [gedaagden gezamenlijk]. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de curator worden begroot op:
(0,5 punt x € 452,-- =) € 226,-- aan salaris advocaat.
4.25. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
verwijst de zaak naar de rol van 5 december 2012 voor nemen van een akte door de curator zoals overwogen in r.o. 4.13 en 4.15.;
verstaat dat [gedaagden gezamenlijk]. daarop zullen mogen reageren;
in conventie en in reconventie
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Dooren en in het openbaar uitgesproken op
7 november 2012.?