Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Yall B.V.,gevestigd te Waalwijk,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 januari 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 23 april 2013.
2.De feiten
(…) Partijen,
(…)Partijen:
- Trinicom een belang heeft van 34% in de aandelen van Y’all BV
- Dit vastgelegd is in de aandeelhoudersovereenkomst d.d. 13 oktober 2009
- Trinicom zich beroept op het vierde artikel uit voornoemde aandeelhoudersovereenkomst als gevolg van een correctie op de cijfers van Q1 en Q2 2009
Overwegende dat:”zal hierna worden aangeduid als de considerans. Hetgeen is opgenomen in artikel 4 (van de tweede overeenkomst) zal hierna worden aangeduid als de korting of de kortingsregeling.
(…) Uit de overeenkomst met als datum 21 juni 2010 leid ik af dat Y’all aan Trinicom een bedrag van € 37.500,00 heeft vergoed ten titel van “compensatie van de aankoopprijs” van naar ik aanneem de aandelen in Y’all (15%) die Trinicom van de heren [naam 2] en [naam 1] voor een bedrag van € 1,00 heeft gekocht.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Pauliana
ter compensatie van de aankoopprijs”. Dat kan, aldus de curator, maar één aankoopprijs betreffen namelijk die van de aandelen die door [naam 2] en [naam 1] aan Trinicom werden verkocht nu een andere aankoopprijs in die overeenkomst niet wordt genoemd. Yall is dus niet gebaat bij deze rechtshandeling omdat Yall in het geheel geen tegenprestatie ontvangt.
“ter compensatie van de aankoopprijs”.Weliswaar is voor de beantwoording van de vraag hoe een bepaling dient te worden uitgelegd naast de zuiver taalkundige uitleg van de bepaling ook de bedoeling van partijen relevant, maar in dit geval hebben partijen zich niet beroepen op een bepaalde bedoeling. Integendeel, zij hebben zich slechts geconcentreerd op de taalkundige inhoud van de overeenkomst(en). Waar partijen elkaar tegenspreken bij de uitleg van de beide overeenkomsten en geen der interpretaties past bij de tekst en samenhang van de overeenkomst – zie hierna – is het uiteindelijk de rechter die uitlegt en beslist.
De rechtbank constateert dat uit de considerans van deze overeenkomst expliciet blijkt dat uitvoering is gegeven aan de verplichting van Yall uit de eerste overeenkomst om ‘
in overleg met de aandeelhouders’ het aandelenpercentage van Trinicom te corrigeren, waartoe Yall zich had verplicht, indien de jaarrekening 2008 en/of het resultaat over de eerste zes maanden van 2009 naar beneden diende te worden bijgesteld. Die correctie heeft feitelijk plaatsgevonden door een financiële bijdrage van Yall, kennelijk ter compensatie van de achteraf bezien te hoge prijs die Trinicom had betaald voor de aandelen die zij van [naam 5] had overgenomen, en door het feitelijk om niet – immers slechts voor € 1,-- – overdragen van aandelen door [naam 1] en [naam 2]. De bewoordingen ‘
ter compensatie van de aankoopprijs’ in de overeenkomst van 21 juni 2010 kunnen, gezien de prijs van € 1,-, slechts slaan op de aankoop van aandelen van [naam 5] en niet op de aankoop van aandelen van [naam 1] en [naam 2]. In dat geval viel er immers niet te compenseren.
Anders dan de curator meent is hier dus geen sprake van een onverplichte rechtshandeling en overigens evenmin van een rechtshandeling om niet of van een overeenkomst waarbij de waarde der verbintenis aan de schuldenaar aanmerkelijk die der verbintenis aan de andere zijde overtrof. De financiële bijdrage van € 37.500,- van Yall werd immers gegoten in de vorm van een prijsverlaging van € 15,- voor maatwerkprojecten ten behoeve van klanten van Trinicom, op welke projecten Yall niet onvoorwaardelijk aanspraak kon maken. In de overeenkomst van 13 oktober 2010 staat immers slechts dat Yall ‘
in principe alle maatwerk en integratie projecten voor Trinicom zou uitvoeren’.
deze rechtshandeling (…) nietig’acht.
“
1. Een nietige rechtshandeling wordt op het tijdstip waarop de wet op haar van toepassing wordt, met terugwerkende kracht tot een onaantastbare bekrachtigd, indien zij heeft voldaan aan de vereisten die de wet voor een zodanige rechtshandeling stelt.(…)
1. De vennootschap mag niet, met het oog op het nemen of verkrijgen door anderen van aandelen in haar kapitaal (…), zekerheid stellen, een koersgarantie geven, zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden. (…)
2. Leningen met het oog op het nemen of verkrijgen van aandelen in haar kapitaal (…), mag de vennootschap slechts verstrekken (…).
3. (…)”
zekerheid stellen’, ‘
een koersgarantie geven’, ‘
zich hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden’ of ‘
het verstrekken van een lening’, als bedoeld in artikel 2:207c BW. Evenmin kan deze worden aangemerkt als de in dat artikel genoemde omstandigheid dat de B.V. ‘
zich op andere wijze sterk maakt’. De curator heeft dat niet, althans onvoldoende onderbouwd, gesteld.
zich op andere wijze sterk maakt’ kan ook geen sprake zijn omdat die omstandigheid gezien moet worden in het licht van de in voormeld wetsartikel direct daarvoor genoemde omstandigheden van ‘
zekerheid stellen’ of ‘
een koersgarantie geven’. Van een daarmee vergelijkbare situatie is in dit geval geen sprake.
zich op andere wijze sterk maakt’ omdat die omstandigheid op het heden en de toekomst lijkt te duiden en niet op het verleden en een reeds aangegane participatie.
- griffierecht € 1.789,00
- salaris advocaat