Op 18 juli 2013 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verdachte in een strafzaak. De verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. J.W.F. Menick, had verzocht om wraking van mr. C. Kleinrensink, de rechter die de zaak behandelde. Het wrakingsverzoek was ingediend op 21 april 2013 en was gebaseerd op de stelling dat de rechter vooringenomen was, omdat hij voorzitter was van de klachtencommissie van GGnet, die klachten van de verzoeker had behandeld. De verzoeker voerde aan dat de rechter betrokken was bij valse strafvervolging en dat hij door de rechtbank Zutphen als psychiatrisch patiënt werd neergezet.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de enkele betrokkenheid van de rechter bij de klachtencommissie niet voldoende was om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor wraking, zoals door de verzoeker aangevoerd, niet voldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van vooringenomenheid.
De rechtbank stelde vast dat het wrakingsverzoek niet bedoeld kan zijn als een protestactie of als middel om een onderzoek af te dwingen. De rechtbank besloot dat het verzoek tot wraking van alle rechters in de rechtbank Gelderland, evenals het verzoek tot wraking van mr. Kleinrensink, buiten behandeling werd gesteld. De procedure in de onderhavige strafzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek.