Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling, waarbij NTI haar eis heeft verminderd
- de pleitnota van NTI.
2.De feiten
Bij vonnis van deze rechtbank van 10 december 2008 zijn de vorderingen van [naam 1] in conventie grotendeels afgewezen en is [naam 1] in reconventie veroordeeld om aan NTI te betalen een bedrag van € 86.786,08 in hoofdsom.
€ 55.000,--, zonder dit bedrag met enige vordering van [bedrijf naam 1] op [naam 1] te verrekenen.
Tevens heeft de rechtbank, voor zover [bedrijf naam 1] niet uiterlijk binnen twee weken na betekening van dat vonnis voormelde betaling heeft verricht, [bedrijf naam 1] geboden om -kort gezegd- een in Nederland gevestigde registeraccountant schriftelijk opgave te laten doen van voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen van [bedrijf naam 1]. Aan deze laatste veroordeling heeft de rechtbank indien en voor zover daaraan niet wordt voldaan, een dwangsom verbonden van € 200,-- per dag (met een maximum van € 50.000,--).
Tevens is [naam 1] veroordeeld, voor zover hij het uit hoofde van het op grond van dit arrest te betalen bedrag niet binnen 8 dagen na betekening daarvan aan NTI voldoet, een in Nederland gevestigde registeraccountant (niet tevens zijnde de accountant van [naam 1] en/of zijn echtgenote en/of [bedrijf naam 1]):
a. binnen zes weken na de betekening van het arrest aan NTI schriftelijk opgaaf te laten doen van alle voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen van [naam 1] en/of zijn echtgenote waaronder (maar niet beperkt tot):
- alle door [naam 1] en/of zijn echtgenote gehouden bankrekeningen, inclusief tenaamstelling en rekeningnummer, bij banken in en buiten Nederland;
-alle debiteuren van [naam 1] en/of zijn echtgenote, waaronder hun werkgevers en opdrachtgevers, inclusief naam en adres van die debiteuren en de grondslag en hoogte van de desbetreffende vorderingen;
-alle mede op naam van [naam 1] en/of zijn echtgenote gestelde registergoederen; en
-alle roerende zaken (van substantiële waarde) in eigendom van [naam 1] en/of zijn echtgenote, inclusief de locatie van die zaken;
b. schriftelijk opgave te laten doen van alle mutaties die zich na de onder a bedoelde schriftelijke opgaaf voordoen (…)
Voorts is [naam 1] veroordeeld om aan NTI een dwangsom te betalen van € 200,-- voor iedere dag dat hij niet aan de hiervoor onder a en b uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,-- is bereikt.
Het hof heeft nog overwogen dat (thans nog) onvoldoende aanleiding wordt gezien de vordering tot het verschaffen van inzicht in de voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen uitvoerbaar bij lijfsdwang te verklaren.
3.Het geschil
A. [naam 1] zal veroordelen om binnen drie weken na betekening van dit vonnis een in Nederland gevestigde registeraccountant (niet tevens zijnde de accountant van [naam 1] en/of zijn echtgenote en/of [bedrijf naam 1]):
a. schriftelijk opgaaf te laten doen van alle voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen van [naam 1] en/of zijn echtgenote waaronder (maar niet beperkt tot):
- alle door [naam 1] en/of zijn echtgenote gehouden bankrekeningen, inclusief tenaamstelling en rekeningnummer, bij banken in en buiten Nederland;
-alle debiteuren van [naam 1] en/of zijn echtgenote, waaronder hun werkgevers en opdrachtgevers, inclusief naam en adres van die debiteuren en de grondslag en hoogte van de desbetreffende vorderingen;
-alle mede op naam van [naam 1] en/of zijn echtgenote gestelde registergoederen; en
-alle roerende zaken (van substantiële waarde) in eigendom van [naam 1] en/of zijn echtgenote, inclusief de locatie van die zaken;
B. [naam 1] zal veroordelen om bedoelde registeraccountant schriftelijk opgaaf te laten doen van alle mutaties die zich na de onder A. bedoelde schriftelijke opgaaf voordoen, binnen drie dagen na de betreffende mutatie, totdat [naam 1] alle bedragen heeft voldaan die hij verschuldigd is uit hoofde van het bij beschikking van 12 maart 2013 verbeterde arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 15 januari 2013 (zaaknummer 200.029.993);
C. de veroordeling onder A. en B. bij niet voldoening daaraan uitvoerbaar bij lijfsdwang zal verklaren totdat [naam 1] de veroordeling onder A. alsnog nakomt.
4.De beoordeling
Hiermee heeft de wetgever tot uitdrukking gebracht dat het middel van lijfdwang vanwege het ingrijpend karakter voor de schuldenaar (zijn vrijheid wordt immers ontnomen), als ultimum remedium heeft te gelden.
Hiermee komt het middel van lijfsdwang in beeld. Het belang van NTI (die ter zitting heeft verklaard dat verhaalsonderzoek niets heeft opgeleverd) om bedoelde informatie trachten te verkrijgen door middel van lijfsdwang dient in deze te prevaleren boven het belang van [naam 1] bij het uitblijven van lijfsdwang. NTI heeft immers op grond van voormeld arrest van het hof een substantiële vordering op [naam 1] en betaling door [naam 1] (en/of [bedrijf naam 1], van welke vennootschap [naam 1] enig bestuurder is) is tot op heden nagenoeg geheel uitgebleven. Het is in het algemeen belang dat een rechterlijke uitspraak wordt nagekomen. [naam 1] heeft niet weersproken dat hij nog steeds -al dan niet via [bedrijf naam 1]- werkzaamheden verricht voor AIST-NT alsmede dat AIST-NT kapitaalkrachtig is. [naam 1] heeft evenmin (voldoende gemotiveerd) weersproken dat [bedrijf naam 1] aanzienlijke omzetten genereert. Onder deze omstandigheden, waarin ook [bedrijf naam 1] geen inzage heeft verstrekt over haar vermogenspositie, is het terecht dat NTI geen genoegen neemt met de enkele mededeling van [naam 1] dat hij met zijn werkzaamheden in de praktijk niets verdient en dat hij geen geld heeft om een registeraccountant te betalen alsmede dat hij geen vermogensbestanddelen bezit, naast de aan NTI bekende -beslagen- activa (twee bankrekeningen en een registergoed), ten aanzien waarvan NTI onweersproken heeft gesteld dat die beslagen nauwelijks iets hebben opgeleverd.
[naam 1] heeft zijn verweer onvoldoende onderbouwd, zodat er in deze vooralsnog niet van kan worden uitgegaan dat zich de in artikel 588 Rv bedoelde situatie voordoet waarin uitvoerbaarheid bij lijfsdwang niet kan worden uitgesproken. Daarbij wordt nog opgemerkt dat NTI ter zitting heeft verklaard dat zij er ook genoegen mee neemt als de verlangde informatie wordt verschaft door een AA-accountant, maar dat zij niet akkoord gaat met de door [naam 2], een AA-accountant, afgelegde verklaring, omdat [naam 2] (alsmede de kantoororganisatie waarvoor hij werkzaam is), niet als een van [naam 1] en [bedrijf naam 1] onafhankelijke accountant kan worden aangemerkt. De redenen die NTI daarvoor heeft opgegeven, zijn door [naam 1] niet tegengesproken. Overigens kan ook uit het (dictum) van het vonnis van deze rechtbank van 22 februari 2012 worden afgeleid dat de rechtbank een accountant die is verbonden aan accountantskantoor Pijnenborg in deze zaak niet als een onafhankelijke accountant beschouwt.
- dagvaarding € 78,34
- griffierecht € 589,00
- salaris advocaat €
5.De beslissing
a. schriftelijk opgaaf te laten doen aan NTI van alle voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen van [naam 1] en/of zijn echtgenote waaronder (maar niet beperkt tot):
- alle door [naam 1] en/of zijn echtgenote gehouden bankrekeningen, inclusief tenaamstelling en rekeningnummer, bij banken in en buiten Nederland;
-alle debiteuren van [naam 1] en/of zijn echtgenote, waaronder hun werkgevers en opdrachtgevers, inclusief naam en adres van die debiteuren en de grondslag en hoogte van de desbetreffende vorderingen;
-alle mede op naam van [naam 1] en/of zijn echtgenote gestelde registergoederen; en
-alle roerende zaken (van substantiële waarde) in eigendom van [naam 1] en/of zijn echtgenote, inclusief de locatie van die zaken,