ECLI:NL:RBGEL:2013:2468

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 augustus 2013
Publicatiedatum
20 augustus 2013
Zaaknummer
05/701943-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid met bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 20 augustus 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte is veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en het volgen van een ambulante behandeling. De feiten vonden plaats in de nachtelijke uren, waarbij de verdachte jonge vrouwen op verschillende locaties heeft betast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn bipolaire stoornis en eerdere psychotische episodes. De verdachte onderkent zijn problematiek en is inmiddels onder behandeling.

De zitting vond plaats op 6 augustus 2013, waar de officier van justitie een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk eiste, met reclasseringstoezicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in haar beslissing. Ondanks de ernst van de feiten, heeft de rechtbank besloten tot een voorwaardelijke straf, mede door de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en de begeleiding die hij ontvangt.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, maar heeft ook vastgesteld dat hij niet in zijn verdediging is geschaad door eventuele taalfouten in de tenlastelegging. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die betrekking hebben op de strafbaarheid en de opgelegde sancties. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij hij zich niet aan de voorwaarden houdt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/701943-12
Datum zitting : 06 augustus 2013
Datum uitspraak : 20 augustus 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats].
raadsvrouw : mr. S.S. Zijderveld, advocaat te Wageningen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 09 september 2012 te Ede, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten
en/of vastpakken van en/of wrijven over de borst(en) en/of (boven)be(e)n(en) en/of bil(len) en/of buik en/of arm van die [slachtoffer 1], en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid (telkens) bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend naast die [slachtoffer 1] gaan fietsen en/of (vervolgens) onverhoeds betasten en/of vastpakken van en/of wrijven over haar borst(en) en/of (boven)be(e)n(en) en/of bil(len)
en/of buik en/of arm;
2.
hij op of omstreeks 28 september 2012 te Ede, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten
van en/of knijpen in de bil(len) van die [slachtoffer 2], en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend achter/naast die [slachtoffer 2] gaan fietsen en/of (vervolgens) onverhoeds betasten van en/of knijpen in haar bil(len);
3.
hij op of omstreeks 16 september 2012 te Ede, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten
van de bil en/of het (boven)been van die [slachtoffer 3], en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend naast die [slachtoffer 3] gaan fietsen en/of (vervolgens) onverhoeds betasten van haar bil en/of (boven)been;
4.
hij op of omstreeks 16 september 2012 te Bennekom, gemeente Ede, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten van en/of wrijven over het (boven/dij)been van die [slachtoffer 4], en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid
bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend naast die [slachtoffer 4] gaan fietsen en/of (vervolgens) onverhoeds bestasten van en/of wrijven over haar (boven)been;
5.
hij op of omstreeks 13 september 2012 te Bennekom, gemeente Ede, in elk geval in de gemeente Ede, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten van en/of knijpen in de bil en/of het (boven)been van die [slachtoffer 5], en welk geweld of andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend naast die [slachtoffer 5] gaan fietsen en/of (vervolgens) onverhoeds betasten van en/of knijpen in haar bil en/of bovenbeen.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 06 augustus 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. S.S. Zijderveld, advocaat te Wageningen.
De officier van justitie, mr. P.A. de Boer, heeft geëist dat verdachte ter zake van de tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Als bijzondere voorwaarden vordert de officier van justitie reclasseringstoezicht, ook indien verdachte een ambulante behandeling binnen een forensische polikliniek moet volgen.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 09 september 2012 te Ede, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten
en vastpakken van en wrijven over de borsten en bovenbenen en billen en buik en arm van die [slachtoffer 1], en welke andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk dreigend naast die [slachtoffer 1] gaan fietsen en vervolgens onverhoeds betasten en vastpakken van en/of wrijven over haar borsten en bovenbenen en billen en buik en arm;
2.
hij op 28 september 2012 te Ede, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten
van en knijpen in de billen van die [slachtoffer 2], en welke andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk dreigend achter/naast die [slachtoffer 2] gaan fietsen en vervolgens onverhoeds betasten van en knijpen in haar billen;
3.
hij op 16 september 2012 te Ede, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten
van de bil en het bovenbeen van die [slachtoffer 3], en welke andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk dreigend naast die [slachtoffer 3] gaan fietsen en vervolgens onverhoeds betasten van haar bil en bovenbeen;
4.
hij op 16 september 2012 te Bennekom, gemeente Ede, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten van en wrijven over het boven/dijbeen van die [slachtoffer 4], en welke andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk dreigend naast die [slachtoffer 4] gaan fietsen en vervolgens onverhoeds bestasten van en wrijven over haar bovenbeen;
5.
hij op 13 september 2012 te Bennekom, gemeente Ede, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het opzettelijk ontuchtig betasten van en knijpen in de bil van die [slachtoffer 5], en welke andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk dreigend naast die [slachtoffer 5] gaan fietsen en vervolgens onverhoeds betasten van en knijpen in haar bil.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 5 telkens:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Over verdachte is een pro justitia psychologisch rapport opgesteld door de psycholoog drs. [psycholoog], gedateerd 17 maart 2013.
In dit rapport wordt geconcludeerd dat betrokkene ten tijde van de tenlastegelegde feiten lijdende was aan een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Er is sprake van een bipolaire stoornis, een kortdurende psychotische episode (in remissie), misbruik van alcohol en misbruik van cannabis (in remissie volgens verdachte) bij een zwakbegaafde man.
Verdachte kent in zijn levensgeschiedenis onthechting en verlating. Dit heeft de ontwikkeling van zijn relationele vaardigheid beperkt. Zwakbegaafdheid en psychiatrische kwetsbaarheid hebben hierop eveneens een beperkende stempel gedrukt.
Verdachte wil wel een relatie en contacten met vrouwen maar het lukt hem niet. Boosheid over een recente mislukte relatie heeft oude gevoelens van machteloze woede waar hij geen raad mee weet geactualiseerd. Hij heeft die door middel van identificatie met de agressor ongedaan willen maken via het bewezenverklaarde handelen. Het is te adviseren om verdachte verminderd toerkeningsvatbaar te achten voor de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt die tot de hare.
Ook overigens is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 25 juni 2013;
 een tweetal reclasseringsadviezen opgemaakt door de reclassering Nederland gedateerd 19 december 2012 respectievelijk 18 juni 2013;
 een monodisciplinair rapport van drs. [psycholoog], psycholoog, gedateerd 17 maart 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft in de periode 09 september 2012 tot en met 28 september 2012 een vijftal ernstige feiten gepleegd. Gedurende de nachtelijke uren is verdachte naast jonge tot zeer jonge vrouwen gaan fietsen om hen vervolgens onverhoeds op diverse plaatsen op het lichaam te betasten. Dit is voor de betrokkenen een zeer angstige situatie geweest nu op het moment van betasten, gezien de plaats waar dit veelal gebeurde, volstrekt onduidelijk was wat de eventuele verdere intenties van verdachte waren. Angstgevoelens bij de betrokkenen dat er meer zou kunnen gebeuren dan de thans bewezen verklaarde aanrandingen zijn heel wel verklaarbaar.
De ernst van deze feiten, het stelselmatige daarvan en de angst die verdachte in die periode in de omgeving Bennekom / Ede bij vooral vrouwen heeft veroorzaakt rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Bij het bepalen van de strafmaat dient de rechtbank niet alleen rekening te houden met de ernst van de feiten maar ook met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Uit de over verdachte opgemaakte rapporten blijkt dat verdachte een bipolaire stoornis heeft en een kortdurende psychotische episode heeft meegemaakt. Voorts is verdachte een zwakbegaafde man. Verdachte woont bij de stichting [stichting], een beschermde woonvorm. Uit het onderzoek ter terechtzitting heeft de rechtbank de overtuiging gekregen dat verdachte spijt heeft van zijn daden. Voorts is gebleken dat verdachte zijn problematiek onderkent. Hij is inmiddels onder behandeling, wordt intensief begeleid door genoemde stichting, heeft zijn problematiek bespreekbaar kunnen maken en is bereid de behandeling volledig af te ronden.
Onder deze omstandigheden, maar ook vanwege de gebeurtenis eind september 2012 waarbij verdachte door een vriend van een van zijn slachtoffers is mishandeld, is de rechtbank van oordeel dat volstaan kan worden met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden zoals door de officier van justitie geëist. De verdediging heeft opgemerkt dit een passende straf te vinden en refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet tenuitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij de reclassering [adres 2]. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
5. zich verplicht om zich voor zijn psychische problematiek ambulant laat behandelen door een forensische polikliniek. Veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling / behandelaar zullen worden gegeven.
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door:
mrs. J. Barrau (voorzitter), F.J.H. Hovens en C. van Linschoten, rechters, in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 augustus 2013.