In deze zaak gaat het om een geschil tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe over de handhaving van een bestemmingsplan. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, dat het gebruik van een pand door een derde partij (B) voor recreatief nachtverblijf niet in strijd is met de bestemming van het perceel. De rechtbank Gelderland heeft op 15 augustus 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank oordeelt dat het standpunt van verweerder onjuist is. Het gebruik van het pand door B als recreatiewoning is in strijd met de bestemming 'recreatieve doeleinden' zoals vastgelegd in het bestemmingsplan 'De Pas'. De rechtbank stelt vast dat er geen concreet zicht is op legalisering van het gebruik van het pand als woning, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die handhaving zouden uitsluiten. De rechtbank vernietigt de besluiten van verweerder van 19 februari 2013 en 18 juni 2013, en veroordeelt verweerder tot vergoeding van de proceskosten van eisers. De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van bestemmingsplannen en de rol van de gemeente in de handhaving daarvan.