ECLI:NL:RBGEL:2013:2733

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 september 2013
Publicatiedatum
3 september 2013
Zaaknummer
05/900997-12 en 05/700861-11 (TUL alg.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor afpersing en poging tot afpersing met geweld in vereniging

Op 3 september 2013 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 8 augustus 2012 samen met anderen een gewelddadige overval heeft gepleegd op de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in Voorthuizen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor afpersing en poging tot afpersing, waarbij geweld is gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders de woning zijn binnengedrongen en de slachtoffers met geweld hebben gedwongen tot de afgifte van goederen, waaronder een Suzuki-sleutel en motoren. Tijdens de overval is er geschoten, en de slachtoffers hebben ernstige verwondingen opgelopen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de medeverdachten in aanmerking genomen, evenals het forensisch bewijs dat is verzameld. De verdachte heeft tijdens de rechtszaak ontkend dat hij de intentie had om de motoren te stelen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat hij in nauwe samenwerking met zijn mededaders handelde en dat hij op de hoogte was van hun plannen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar heeft geconcludeerd dat de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaarwegend zijn. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij schadevergoeding is geëist voor de geleden schade. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de slachtoffers, met wettelijke rente vanaf de datum van de overval.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummers : 05/900997-12 en 05/700861-11 (TUL alg.)
Data zittingen : 30 oktober 2012, 22 januari 2013, 19 maart 2013, 11 juni 2013, 18 juni 2013 en 20 augustus 2013
Datum uitspraak : 3 september 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [1979] te [geboorteplaats]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Raadsman : mr. C.D.A.J. Majoie, advocaat te Arnhem.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 8 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, en/of
(elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk
te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een (Suzuki-)sleutel en/of een of
meer (andere) goederen en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld -onder meer- hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader(s) een woning (aan de [adres 2])
zijn/is binnengegaan/binnengedrongen en/of die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2]
(met kracht) (meermalen) hebben/heeft geslagen, gestompt, geschopt en/of
getrapt en/of die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft gegrepen en/of de keel van
die [slachtoffer 2] (met kracht) hebben/heeft dichtgeknepen en/of die [slachtoffer 1] over
de grond hebben/heeft gesleept en/of pepperspray, althans een dergelijke
(vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft
gespoten en/of met een mes hebben/heeft gestoken in de richting van die [slachtoffer 2]
en/of een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
hebben/heeft gehouden en/of met een vuurwapen een of meer kogels in de
benen/een been van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten en/of met een vuurwapen
een of meer kogels in de richting van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten, en/of
(daarbij) dreigend hebben/heeft geroepen: "Ik schiet je dood" en/of "Schiet
hem dood" en/of "Geld" en/of "Pinpas" en/of "(Motor-)Sleutels", althans
dergelijke dreigende woorden hebben/heeft geuit;
en/of
hij op of omstreeks 8 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, en/of
(elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
weggenomen een (Suzuki-)sleutel en/of een of meer (andere) goederen en/of
geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld -onder meer- hierin
bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) een woning (aan de
[adres 2]) zijn/is binnengegaan/binnengedrongen en/of die [slachtoffer 1]
en/of die [slachtoffer 2] (met kracht) (meermalen) hebben/heeft geslagen, gestompt,
geschopt en/of getrapt en/of die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft gegrepen en/of
de keel van die [slachtoffer 2] (met kracht) hebben/heeft dichtgeknepen en/of die
[slachtoffer 1] over de grond hebben/heeft gesleept en/of pepperspray, althans een
dergelijke (vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2]
hebben/heeft gespoten en/of met een mes hebben/heeft gestoken in de richting
van die [slachtoffer 2] en/of een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] hebben/heeft gehouden en/of met een vuurwapen een of meer kogels in de
benen/een been van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten en/of met een vuurwapen
een of meer kogels in de richting van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten, en/of
(daarbij) dreigend hebben/heeft geroepen: "Ik schiet je dood" en/of "Schiet
hem dood" en/of "Geld" en/of "Pinpas" en/of "(Motor-)Sleutels", althans
dergelijke dreigende woorden hebben/heeft geuit;
2.
hij op of omstreeks 08 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, en/of
(elders) in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging
met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een
of twee motoren en/of een of meer (andere) goederen van hun/zijn/haar gading,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die
[slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met verdachtes
mededader(s), althans alleen, zich heeft begeven naar (de omgeving van) een
woning (aan de [adres 2] te Voorthuizen), waarna verdachte en/of
verdachtes mededader(s) die woning (aan de [adres 2]) zijn/is
binnengegaan/binnengedrongen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of die
[slachtoffer 2] (met kracht) (meermalen) hebben/heeft geslagen, gestompt, geschopt en/of
getrapt en/of die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft gegrepen en/of de keel van
die [slachtoffer 2] (met kracht) hebben/heeft dichtgeknepen en/of die [slachtoffer 1] over
de grond hebben/heeft gesleept en/of pepperspray, althans een dergelijke
(vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] hebben/heeft
gespoten en/of met een mes hebben/heeft gestoken in de richting van die [slachtoffer 2]
en/of een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
hebben/heeft gehouden en/of met een vuurwapen een of meer kogels in de
benen/een been van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten en/of met een vuurwapen
een of meer kogels in de richting van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten, en/of
(daarbij) dreigend hebben/heeft geroepen: "Ik schiet je dood" en/of "Schiet
hem dood" en/of "Geld" en/of "Pinpas" en/of "(Motor-)Sleutels", althans
dergelijke dreigende woorden hebben/heeft geuit,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 08 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, en/of
(elders) in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een of twee motoren en/of een of
meer (andere) goederen van hun/zijn/haar gading, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die
voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te
doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
aan (een) andere deelnemer(s) aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, tezamen en in
vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, zich heeft begeven
naar (de omgeving van) een woning (aan de [adres 2] te Voorthuizen),
waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) die woning (aan de
[adres 2]) zijn/is binnengegaan/binnengedrongen en/of (vervolgens) die
[slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (met kracht) (meermalen) hebben/heeft geslagen,
gestompt, geschopt en/of getrapt en/of die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft
gegrepen en/of de keel van die [slachtoffer 2] (met kracht) hebben/heeft dichtgeknepen
en/of die [slachtoffer 1] over de grond hebben/heeft gesleept en/of pepperspray,
althans een dergelijke (vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 2] hebben/heeft gespoten en/of met een mes hebben/heeft gestoken in de
richting van die [slachtoffer 2] en/of een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] hebben/heeft gehouden en/of met een vuurwapen een of meer kogels
in de benen/een been van die [slachtoffer 2] hebben/heeft geschoten en/of met een
vuurwapen een of meer kogels in de richting van die [slachtoffer 2] hebben/heeft
geschoten, en/of (daarbij) dreigend hebben/heeft geroepen: "Ik schiet je dood"
en/of "Schiet hem dood" en/of "Geld" en/of "Pinpas" en/of "(Motor-)Sleutels",
althans dergelijke dreigende woorden hebben/heeft geuit,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1a. De vordering na voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich een vordering na voorwaardelijke veroordeling (parketnummer 05/700861-11) betreffende de voorwaardelijke veroordeling door politierechter te Arnhem op 1 november 2011.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 20 augustus 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. C.D.A.J. Majoie, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
 [slachtoffer 2]
 [slachtoffer 1]
De benadeelde partijen zijn tevens ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door mr. E.A.L. Ponjé.
De officier van justitie, mr. A. Zuil, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 8 augustus 2012 zijn aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in hun woning aan de [adres 2] te Voorthuizen overvallen. [2] Verdachte was tijdens deze overval in de woning aanwezig en heeft [slachtoffer 2] meermalen geslagen en [slachtoffer 1] geschopt. [3]
Voorafgaand aan deze overval zat verdachte samen met [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] op een terras in Otterlo, [4] alwaar [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ook waren. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] waren met de auto en hadden achter hun auto een aanhanger met daarop twee motoren. [5] [medeverdachte 2] heeft bij het cafetaria aldaar geïnformeerd van wie die motoren waren. Toen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] vertrokken zijn verdachte, [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in hun auto, een grijze Mercedes A klasse, gestapt en zijn achter [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] aangereden tot aan Voorthuizen. [6]
Aangekomen in Voorthuizen hebben ze de auto vooraan op de [straat] geparkeerd, zijn verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] uitgestapt om vervolgens op de camping – alwaar de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zich bevindt – rond te gaan lopen. [7]
Op enig moment heeft [medeverdachte 2] aangeklopt bij de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] aan de [adres 2] en heeft gevraagd of ze daar naar het toilet mocht. Hierop heeft [slachtoffer 2] [medeverdachte 2] de woning binnengelaten via de achterdeur. [medeverdachte 3] ging daarna de woning van aangevers binnen en wenkte verdachte en [medeverdachte 1] ook te komen. Daarop zijn zij even na [medeverdachte 3] de woning binnengegaan. Kort hierna heeft de overval plaatsgevonden. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 (de afpersingsvarianten) ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen in het dossier.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten. Verdachte had geen belang bij de diefstal van de motoren en had geen oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening of bevoordeling. Het voornemen van [medeverdachte 3] mag niet aan verdachte worden toegerekend.
Subsidiair heeft de verdediging bepleit dat een bewezenverklaring niet verder kan reiken dan ten aanzien van hetgeen verdachte heeft geweten. Verdachte wist niet dat [medeverdachte 3] een wapen bij zich had en heeft dit wapen pas voor het eerst gezien op het moment dat [medeverdachte 3] ermee schoot. Ook had verdachte er geen weet van dat [medeverdachte 3] wederom de woning is ingegaan, dat [medeverdachte 1] en verdachte de woning hadden verlaten. Verdachte dient derhalve van deze onderdelen van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank betrekt bij haar oordeel de navolgende feiten en omstandigheden:
Verklaringen van aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]
Aangever [slachtoffer 2] heeft in zijn aangifte verklaard dat er een vrouwtje op de voordeur tikte en vroeg of ze naar de wc mocht. [slachtoffer 2] heeft haar via de achterdeur binnengelaten. Toen hoorde hij de achterdeur opengaan. Hij zag drie mannen. Ze stonden naast elkaar. De middelste had een sjaal voor de mond, één had een capuchon over het hoofd en de derde had zijn gezicht niet bedekt. De middelste gaf hem een klap op het hoofd. Later zag [slachtoffer 2] dat hij een pistool vast had. [slachtoffer 2] deinsde achteruit tegen het keukenblok. Het meisje verliet op dat moment de woning. De man richtte met gestrekte arm het pistool op [slachtoffer 2]. De mannen kwamen met z’n drieën op hem af. Eén had een busje in zijn handen, waarmee hij spoot, maar langs [slachtoffer 2] heen. Deze man had in zijn andere hand ducktape. [slachtoffer 2] voelde dat ze op hem insloegen. Eén van de mannen liep naar [slachtoffer 1] en sloeg haar plat. Ze lag in de woonkamer voor de kachel. [slachtoffer 2] is bij haar terecht gekomen. Eén man trok de gordijnen dicht. De man met het pistool riep om de motorsleutels. Iemand anders zei ‘schiet hem dood’. [slachtoffer 2] hoorde opeens dat hij schoot. Er werd naast de motorsleutels ook gevraagd om geld. De mannen verlieten de woning via de bijkeuken. Buiten stond een man met het pistool op hem te richten en wilde schieten. [slachtoffer 2] hoorde twee keer een schot, maar het pistool ging niet af. Hij zag de man doorladen. [slachtoffer 2] is weer naar binnen gegaan en heeft de deur op slot gedaan. Hierop werden de twee middelste terrasdeuren ingegooid met stenen. Eén overvaller stapte door de kapotte ruit. Hij gooide een steen in het gezicht van [slachtoffer 2]. Hij probeerde nog een steen op hem te gooien. [slachtoffer 2] raakte in gevecht met de man. De man drukte zijn keel dicht. De man heeft ook nog onderhands met een schilmesje op [slachtoffer 2] ingestoken. Bij de overval is een Suzuki-sleutel weggenomen. [9] Deze sleutel is later teruggevonden bij [medeverdachte 3]. [10]
Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 2] in aanvulling op zijn aangifte nog verklaard dat de mannen vroegen om sleutels, de motoren en de pinpas. Voorin de woning is er op hem geschoten. Hij is hierbij twee keer in zijn linkerbeen en in zijn rechter onderbeen geraakt. De schutter stond bijna recht tegenover hem. [slachtoffer 2] gooide de sleutels naar de keuken, waarop alle drie de mannen er achteraan gingen. Buiten heeft een van de overvallers een bloempot naar hem gegooid. De man die later weer binnenkwam nadat de ramen waren ingegooid greep hem bij de keel. De vrouw heeft bij het inslaan op hem in het begin even staan kijken en is toen weer naar buiten gegaan. [11]
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze, nadat [slachtoffer 2] het meisje had binnengelaten, gebonk hoorde op de achterdeur. De jongens deden zelf de deur open en stoven op [slachtoffer 2] af. [slachtoffer 2] deinsde achteruit. De mannen schreeuwden alle drie. Er werd geroepen om motorsleutels en een pinpas. [slachtoffer 2] probeerde zich bij het aanrecht te verweren. Eén van de mannen kwam naar haar toe, twee bleven op [slachtoffer 2] inslaan, op zijn gezicht en hoofd. Eén kwam er naar haar met pepperspray. [slachtoffer 1] greep hem vast. Ze kreeg een klap in haar gezicht met de vuist. De man rende naar [slachtoffer 2] toe om hem in de ogen te spuiten. [slachtoffer 2] stond op dat moment nog steeds met zijn rug tegen het aanrecht met twee mannen voor hem en naast hem. De mannen hebben [slachtoffer 2] verder de kamer ingesmeten. [slachtoffer 1] werd ook weer gegrepen door één van de mannen. Ze kreeg weer een klap die zo gigantisch hard was dat ze wegzakte. De man greep haar bij de kraag en sleepte haar naar de bank, hij trok haar over de grond. [slachtoffer 2] en zij stonden bij het raam in de hoek van de woonkamer. De mannen stonden met z’n drieën op de rij. De man met het pistool stond in het midden. Eén van de mannen zei ‘schiet hem dood’, waarop er werd geschoten. De man richtte daarbij op [slachtoffer 2]’ benen. Er werd drie keer geschoten. Eén van de mannen had ducktape bij zich. Op een gegeven moment waren de mannen er niet meer. [slachtoffer 2] deed daarop de achterdeur op slot. Hierop werd er een steen naar binnen gegooid en kwamen ze weer naar binnen. Een van de mannen had een rode steen in zijn handen, waarmee hij het voorhoofd van [slachtoffer 2] begon te bewerken. Dat was de man met het pistool die een theedoek voor had. [12]
Letsel
Bij [slachtoffer 2] zijn na de overval meerdere verwondingen aan het hoofd, beide handen en beide benen geconstateerd. De verwondingen aan de benen zijn ontstaan als gevolg van projectielen afgeschoten met een vuurwapen. [slachtoffer 1] had verwondingen aan het hoofd en blauwe plekken aan beide benen. [13]
Forensisch bewijs
Door verbalisanten is in de woonkamer van de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] en in het bijzonder in de keuken en de bijkeuken veel glas op de vloer gevonden. Er zaten gaten in de ruiten van de tuindeuren van de keuken en in de buitendeur van de bijkeuken. In de woonkamer en vooral in de keuken en bijkeuken zijn veel bloedspetters aangetroffen, vlekken en druppels op de vloeren, wanden en meubilair. Op diverse plaatsen lagen bakstenen in de woning. In de woonkamer, in de nabijheid van de zithoek/haard zijn op meerdere plaatsen hulzen en patronen van het kaliber. 22 aangetroffen. In de keuken lag één patroon. Er was een inschot kogelpunt in de voet van een meubelstuk naast de haard en er was een inschot achter het gordijn in de erker. Op meerdere plaatsen lagen bebloede messen. [14]
Verklaringen medeverdachte [medeverdachte 2]
heeft verklaard dat ze op 8 augustus 2012 samen was met [medeverdachte 1]. Ze reden in een zilverkleurige Mercedes A 140 of A 170. Ze hebben eerst verdachte opgehaald in Culemborg en zijn daarna naar de camping waar [medeverdachte 3] woonde gereden om [medeverdachte 3] op te halen. [medeverdachte 3] is met hen meegegaan, waarna ze naar het ouderlijk huis van [medeverdachte 3] zijn gereden, waar hij iets op moest halen uit de kluis. Daarna hebben ze rondgereden en wat gedronken ergens in de buurt van Voorthuizen. Ze kreeg van [medeverdachte 3] de opdracht om navraag te doen naar de eigenaren van de motoren die verderop bij de frietzaak stonden. Ze sprak daar een vrouw aan van wie de motoren waren. Het werd niet duidelijk, waarop ze weer is teruggegaan naar de jongens. Ze is met [medeverdachte 1], [medeverdachte 3] en verdachte in de Mercedes de auto met aanhanger gevolgd naar een camping in Voorthuizen. In de auto zei [medeverdachte 3] dat de motoren gepakt moesten worden. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] schreeuwden in de auto naar elkaar. [medeverdachte 1] zei ‘we kunnen ze ook klemrijden in de bosjes’. [medeverdachte 3] bleef kijken waar de motors heen gingen. Ze hebben de aanhangwagen gevolgd tot aan de camping. De auto hebben ze aan de buitenkant van de camping geparkeerd [15] . Bij de camping zijn [medeverdachte 3], verdachte en [medeverdachte 1] de auto uitgegaan en over de camping gaan lopen. [medeverdachte 2] is in de auto gebleven. Op enig moment kwamen de mannen terug en moest [medeverdachte 2] plassen. Toen zij al enigszins gehurkt zat om te gaan plassen, heeft [medeverdachte 3] haar gewezen op een huis in aanbouw, waar ze kon aanbellen. De mannen zouden daar net zijn geweest, dus [medeverdachte 2] dacht dat de mannen de bewoners kenden. Bij de achterzijde trof zij een man. Ze is de woning binnengegaan om te plassen. Op de wc hoorde ze geluiden. Toen ze de wc uitkwam zag ze verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en bloed. [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat ze al een week voelde dat er iets niet klopte. Ze waren bargoens aan het praten. Het was al een week aan de gang en op een gegeven moment gingen ze parkjes af. Toen ze de mensen achterna reden werd het haar duidelijk. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] waren verblind op die motoren. [16]
Telefoongesprekken tussen verdachte en Meijer
Op 26 september 2012 heeft verdachte vanuit het huis van bewaring gebeld met [betrokkene]. In dat gesprek heeft verdachte het volgende gezegd:
(…)
V: ja die [medeverdachte 1]. Dan wordt het tijd dat hij opgepakt wordt.
(…)
V: we zouden wat gaan drinken we zouden wat leuks gaan doen. Hele impulsieve actie van de jongens geweest. Die zaten op terras, ik heb het niet eens meegekregen zo van de wereld was ik. Ze zijn gaan kijken waar ze die dingen op hoe heet dat nou die motors, ze wouwen die motors hebbe, ze zeiden we moeten gaan weet je wel. Ja, we gaan kijken waar ie dat ding stalt.
(…)
V: ik zou met [medeverdachte 3] wat gaan drinken en die kwam op het idee om die motors te gaan halen. [17]
Op 28 september 2012 heeft verdachte vanuit het huis van bewaring wederom gebeld met [betrokkene]. In dat gesprek heeft verdachte het volgende gezegd:
V: ik wist niet eens wat ze van plan waren echt niet. Dat hoorde ik pas in de auto. (…)
V: En we zouden gewoon gezellig wat gaan drinken. Ineens stonden ze op en wilden gaan, ze zouden die dingen wel willen hebben. Is helemaal uit de hand gelopen.
(…)
V: We gaan gewoon effe kijken en dan loopt het uit de hand. Voor 2 ouwe motors. [18]
Conclusie
Op grond van vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] de overval op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft gepleegd. Verdachte heeft ook bekend zelf geweld te hebben gebruikt.
Het verweer dat verdachte niet de intentie heeft gehad om motoren of andere goederen weg te nemen en derhalve niet kan worden bewezen dat verdachte het oogmerk had op de wederrechtelijke toe-eigening van deze goederen wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] de overval heeft gepleegd. Gelet op het feit dat verdachte continue bij [medeverdachte 3] en de overige medeverdachten is geweest vanaf het terras in Otterlo, van waaruit aangevers zijn gevolgd, moet verdachte hebben geweten wat het doel van het achtervolgen van de auto met motoren was, namelijk om de motoren te stelen. Dit blijkt uit de verklaring van verdachte dat hem in de auto duidelijk werd dat ‘[medeverdachte 3] iets met die motoren had’. [19] Ook in het telefoongesprek met zijn tante Meijer zegt verdachte dat [medeverdachte 3] in de auto op het idee kwam om de motoren op te gaan halen en dat hij pas in de auto hoorde wat ze van plan waren. [20] Daarna wilde [medeverdachte 3] - volgens verdachte zelf - tot twee maal terug naar de woning waar de betreffende motoren stonden, [21] zodat duidelijk moet zijn geweest voor verdachte dat dit was om de motoren te stelen. Toen hij vervolgens samen met [medeverdachte 3], [medeverdachte 1] en van de Kolk de woning ook daadwerkelijk binnen is gegaan, heeft hij zich dan ook volledig geconformeerd aan de voorgenomen diefstal. Op het moment dat hij zag dat [medeverdachte 3] en vervolgens [medeverdachte 1] geweld gingen gebruiken, heeft verdachte – zoals verdachte zelf heeft verklaard - hierop gereageerd door zelf ook geweld toe te passen tegen zowel [slachtoffer 2] als [slachtoffer 1]. [22] Voldoende is derhalve dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte wetenschap heeft gehad van het bestaan van dat oogmerk bij de ander, in ieder geval [medeverdachte 3], en daar volledig aan heeft meegewerkt.
De rechtbank verwerpt tevens het verweer dat verdachte geen opzet heeft gehad op het gebruik van het vuurwapen door [medeverdachte 3] en de later – nadat [medeverdachte 1] en verdachte de woning reeds hadden verlaten – door [medeverdachte 3] nog verrichte geweldshandelingen en derhalve dient te worden vrijgesproken van deze delen van de tenlastelegging. Het vuurwapengebruik en de geweldshandelingen van [medeverdachte 3] staan niet in een zo ver verwijderd verband dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte zich niet meer daartoe zou uitstrekken. Hij is immers samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] de woning binnen gegaan met de bedoeling om goederen te ontvreemden en met dat doel geweld te gebruiken tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1]. Dat een dergelijke overval doorgaans niet gepleegd wordt zonder gebruikmaking van enig wapen acht de rechtbank een feit van algemene bekendheid.
Nadat verdachte had gezien dat [medeverdachte 3] bij de overval een vuurwapen gebruikte is hij op de vlucht geslagen. De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte niet is vertrokken op het moment dat hij het vuurwapen zag. Toen heeft hij zelf nog geweld gebruikt tegen aangevers. Pas op het moment dat [slachtoffer 2] zich, nadat hij beschoten was, met hand en tand verweerde tegen zijn aanvallers is verdachte weggegaan. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte zich niet heeft gedistantieerd van het gepleegde geweld, maar dat hij gevlucht is omdat het hem te heet onder de voeten werd. Hij heeft vervolgens niets ondernomen om te voorkomen dat [medeverdachte 3] zou doorgaan met de gewelddadigheden tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], zoals het afnemen van het vuurwapen of het meenemen van [medeverdachte 3] bij zijn vlucht. De rechtbank is van oordeel dat de gewelddadigheden die zeer kort nadat verdachte is gevlucht hebben plaatsgevonden in een zo nauw verband staan met de gewelddadigheden die daarvoor – in aanwezigheid van verdachte –hebben plaatsgevonden, dat deze hem kunnen worden aangerekend.
BewezenverklaringDe rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 8 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hebben gedwongen tot de afgifte
van een (Suzuki-)sleutel toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2],
welk geweld en welke bedreiging met geweld -onder meer- hierin bestonden dat verdachte en zijn mededaders een woning (aan de [adres 2]) zijn binnengegaan/binnengedrongen en die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen hebben geslagen, gestompt, geschopt en/of getrapt en die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft gegrepen en de keel van die
[slachtoffer 2] (met kracht) hebben dichtgeknepen en die [slachtoffer 1] over de grond hebben/heeft gesleept en pepperspray, althans een dergelijke (vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 2] hebben gespoten en met een mes hebben gestoken in de richting van die [slachtoffer 2] en een
vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] hebben gehouden en met een vuurwapen kogels in de benen been van die [slachtoffer 2] hebben geschoten en (daarbij) dreigend hebben geroepen: "Schiet hem dood" en "Geld" en "Pinpas" en "(Motor-)Sleutels",
2.
hij op 08 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om
zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging
met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een
of twee motoren en een of meer andere goederen van hun gading, toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2], tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders, zich heeft begeven naar (de omgeving van) een woning (aan de [adres 2] te Voorthuizen), waarna verdachte en verdachtes mededaders die woning (aan de [adres 2]) zijn binnengegaan/binnengedrongen en (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen hebben geslagen, gestompt, geschopt en/of getrapt en die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft gegrepen en de keel van die [slachtoffer 2] (met kracht) hebben dichtgeknepen en die [slachtoffer 1] over de grond hebben gesleept en pepperspray, althans een dergelijke
(vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 2] hebben gespoten en met een mes hebben gestoken in de richting van die [slachtoffer 2] en een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] hebben gehouden en met een vuurwapen kogels in de benen van die [slachtoffer 2] hebben geschoten en
(daarbij) dreigend hebben geroepen: "Schiet hem dood" en "Geld" en "Pinpas" en "(Motor-)Sleutels", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
en
hij op 08 augustus 2012 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening weg te nemen twee motoren en een of meer andere goederen van hun gading, toebehorende aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken tezamen en in vereniging met verdachtes mededaders, zich heeft begevennaar (de omgeving van) een woning (aan de [adres 2] te Voorthuizen),
waarna verdachte en verdachtes mededaders die woning (aan de [adres 2]) zijn binnengegaan/binnengedrongen en (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen hebben geslagen, gestompt, geschopt en/of getrapt en die [slachtoffer 2] bij de keel hebben/heeft gegrepen en de keel van die [slachtoffer 2] (met kracht) hebben dichtgeknepen en die
[slachtoffer 1] over de grond hebben gesleept en pepperspray, althans een dergelijke (vloei-)stof, in de richting van die [slachtoffer 2] hebben gespoten en met een mes hebben gestoken in de richting van die [slachtoffer 2] en een vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] hebben gehouden en met een vuurwapen kogels in de benen van die [slachtoffer 2] hebben geschoten en (daarbij) dreigend hebben geroepen: "Schiet hem dood" en "Geld" en "Pinpas" en "(Motor-)Sleutels", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van feit 2:
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; en
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is enkele weken voor de overval zonder enige nazorg uit de DD-kliniek gezet. Hij heeft sindsdien meermalen om hulp gevraagd, maar heeft deze hulp niet gekregen. Tevens heeft verdachte geprobeerd om de overval te voorkomen – voor zover dit in zijn vermogen lag -, maar als gevolg van de invloed van de drugs was hij niet sterk genoeg. Ten slotte moet rekening worden gehouden met zijn beperkte aandeel in het feit. Dit alles afwegende rechtvaardigt het feit niet meer dan een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 10 juli 2013;
  • een vroeghulprapport, d.d. 13 augustus 2012, betreffende verdachte;
  • een trajectconsult uitgevoerd door [psychiater], psychiater, d.d. 4 september 2012, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met anderen op 8 augustus 2012 een overval gepleegd op een woning. Hierbij hebben zij buitengewoon grof geweld gebruikt tegen de op dat moment aanwezige bewoners [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], waarbij tevens is geschoten en [slachtoffer 2] gewond is geraakt aan zijn benen. Zij hebben dit feit enkel en alleen gepleegd, omdat zij de motoren van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] wilden hebben en vanwege ‘de kick’.
In het algemeen geldt dat slachtoffers van een dergelijke overval nog lange tijd last hebben van de psychische gevolgen van die overval. In dit geval hebben de bewoners gedurende een lange periode een constante angst gevoeld en hebben ze maandenlang hun eigen woning niet durven betreden. Dit terwijl de eigen woning een plek is waar een mens zich bij uitstek veilig zou moeten kunnen voelen. [slachtoffer 2] had last van nachtmerries en heeft hiervoor therapie gevolgd. Het vertrouwen in de mensen was weg. Daarnaast heeft [slachtoffer 2] als gevolg van zijn verwondingen veel pijn gehad en heeft hij nog steeds pijn, heeft hij moeten revalideren en is lopen nog steeds pijnlijk. Delen van de kogels kunnen niet worden verwijderd en zijn benen zijn ontsierd door de littekens. Voorts is [slachtoffer 2] door zowel het psychisch als het lichamelijk letsel nog altijd niet in staat om zijn werk te hervatten. [slachtoffer 2] zal er mee moeten leren leven dat door zijn noodzakelijke verdediging [medeverdachte 3] is komen te overlijden.
Naast het leed voor de directe slachtoffers brengen feiten als de onderhavige onrust teweeg in de maatschappij, veroorzaken een gevoel van onveiligheid en schokken daarnaast de rechtsorde in hevige mate. De rechtbank rekent verdachte dit feit dan ook zeer zwaar aan.
Het feit dat verdachte in de periode voor de overval zonder enige vorm van nazorg ontslagen was uit de DD-kliniek (naar de rechtbank begrijpt als gevolg van de overtreding van de daar geldende regels) en in die periode veel GHB en andere verdovende middelen had gebruikt doet aan dit alles niet af. Het enkele feit dat verdachte meende nog steeds aangewezen te zijn op verslavingszorg rechtvaardigt geenszins zijn grootschalig gebruik van GHB en andere verdovende middelen, integendeel. Het feit dat zijn handelingsbekwaamheid en beoordelingsvermogen mogelijk waren aangetast door het gebruik van deze drugs betekent voorts niet dat de door hem gepleegde feiten hem niet zouden kunnen worden toegerekend. Daarbij is tevens van belang dat verdachte niet heeft willen meewerken aan het uitbrengen van een psychologisch of psychiatrisch rapport ter voorlichting van de rechtbank, zodat de rechtbank niet beschikt over enig deskundigenrapport dat aanleiding zou kunnen geven om aan verdachte zijn daden niet ten volle toe te rekenen.
Voor dergelijke feiten is slechts een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden en de rechtbank zal deze dan ook aan verdachte opleggen. Gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. De rechtbank ziet in de persoon of persoonlijke omstandigheden van verdachte geen redenen om de straf nog verder te matigen.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51g van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde [slachtoffer 2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bewezen verklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van
€ 16.703,55 (waarvan € 9.000,- aan immateriële schade), hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
De benadeelde [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bewezen verklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van
€ 10.958,95 (waarvan € 3.500,- aan immateriële schade), hoofdelijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen (hoofdelijk) toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot deze bedragen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door het daarbij behorende aantal dagen hechtenis hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging verzocht om de vorderingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat een inhoudelijke behandeling een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Meer subsidiair heeft de verdediging verzocht om de vorderingen te matigen nu een deel van de schade pas is ontstaan nadat verdachte de woning had verlaten en [medeverdachte 3] nog weer alleen terug de woning is ingegaan.
Ten slotte heeft de verdediging verzocht om rekening te houden met de beperkte draagkracht van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht het materiële deel van de vorderingen - nu het tenlastegelegde bewezen is verklaard en de vorderingen voldoende zijn onderbouwd - toewijsbaar. Dit deel van de vorderingen zal dan ook worden toegewezen.
Aan de benadeelde partijen is voorts door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Naar maatstaven van billijkheid wordt deze schade begroot op na te melden bedragen.
Voorts overweegt de rechtbank dat de draagkracht van verdachte bij de bepaling van de hoogte van het schadebedrag, ook naar maatstaven van het civiele schadevergoedingsrecht, geen rol behoort te spelen. Onder omstandigheden in uitzonderlijke gevallen kan een gebrek aan draagkracht een reden zijn ervan af te zien de schadevergoedingsmaatregel op te leggen of het schadebedrag te matigen. De enkele stelling dat verdachte niet in staat zal zijn voldoende ‘verdiencapaciteit’ te bereiken is hiervoor echter op dit moment ontoereikend.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voorzover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 8 augustus 2012.
6a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting acht de rechtbank de feitelijke grondslag van de vordering van de officier van justitie juist. Zij zal derhalve de tenuitvoerlegging gelasten van de voorwaardelijke gevangenisstraf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de politierechter te Arnhem op 1 november 2011, te weten 1 maand.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14g, 14h, 14i, 14j, 24c, 27, 36f, 45, 57, 63, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededader(s) betaalt/betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 2] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer 2], te betalen € 16.703,55 (zestienduizendzevenhonderdendrie euro en vijfenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededader(s) betaalt/betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 2] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen € 16.703,55 (zestienduizendzevenhonderdendrie euro en vijfenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 118 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededader(s) betaalt/betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer 1], te betalen € 10.958,95 (tienduizendnegenhonderdachtenvijftig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover de mededader(s) betaalt/betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer 1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen € 10.958,95 (tienduizendnegenhonderdachtenvijftig euro en vijfennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 89 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Gelast de
tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maandvoorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Arnhem op 1 november 2011, onder parketnummer 05/700861-11.
Aldus gewezen door:
mr. M.M.L.A.T. Doll (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. C. van Linschoten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 september 2013.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Midden, Team Grootschalig Opsporing 07TGO12008 ([onderzoek]), opgemaakte proces-verbaal, zaaknummer 2012126470, gesloten op 11 februari 2013, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], p. 2300.
3.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.
4.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.
5.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], p. 2300-2301.
6.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.
7.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.
8.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring; proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], p. 2303-2304.
9.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2], p. 2303-2307.
10.Een schriftelijk bescheid in de vorm van een overzichtslijst IBN, p. 3071.
11.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] afgelegd bij de rechter-commissaris, p. 3-5.
12.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] als verdachte, p. 2457-2462.
13.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 3391; een schriftelijk bescheid in de vorm van een medische verklaring betreffende [slachtoffer 2], p. 2281; een schriftelijk bescheid in de vorm van een medische verklaring betreffende [slachtoffer 1], p. 2453.
14.Proces-verbaal plaats-delict onderzoek in de woning, p. 3218.
15.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 2826-2829.
16.Proces-verbaal van bevindingen eerste verhoor van verdachte, p. 2797-2798.
17.Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitgewerkt tapgesprek, p. 525.
18.Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitgewerkt tapgesprek, p. 551-554.
19.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.
20.Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uitgewerkt tapgesprek, p. 551-554.
21.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.
22.De door verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2013 afgelegde verklaring.