ECLI:NL:RBGEL:2013:2753
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake aanvraag WW-uitkering voor rietdekker bij extreme regenval
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 9 augustus 2013, wordt de aanvraag van eiser om een WW-uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet (WW) behandeld. Eiser, werkzaam als rietdekker, had verzocht om een uitkering wegens onwerkbaar weer door extreme regenval in januari en februari 2012. De rechtbank oordeelt dat verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), ten onrechte heeft gesteld dat regenval niet als een buitengewone natuurlijke omstandigheid kan worden aangemerkt. De rechtbank wijst erop dat de wet geen limitatieve opsomming van weersomstandigheden bevat en dat eerdere jurisprudentie bevestigt dat uitzonderlijke regenval onder bepaalde omstandigheden recht kan geven op een uitkering.
De rechtbank stelt vast dat de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij cao is uitgesloten en dat eiser voldoet aan de voorwaarden van artikel 16 van de WW. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en te motiveren of op de relevante data sprake was van buitengewone natuurlijke omstandigheden. De rechtbank heropent het onderzoek en stelt een termijn van zes weken voor het herstel van het besluit. Indien verweerder geen gebruik maakt van deze gelegenheid, zal de rechtbank het onderzoek sluiten en een einduitspraak doen zonder nadere zitting. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de omstandigheden waaronder de aanvraag is gedaan, en de noodzaak voor verweerder om adequaat te reageren op de ingebrachte gegevens.