ECLI:NL:RBGEL:2013:3069

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 september 2013
Publicatiedatum
17 september 2013
Zaaknummer
05/800663-13, 06/940252-12 (gev. ttz.), 06/850845-12 (gev. ttz.), 06/850064-12 (gev. ttz.), 06/940410-12 (gev. ttz.) en 06/940447-11 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Mei
  • A. Ouweneel
  • J. van Santen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen veelpleger wegens meerdere diefstallen en vernieling

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 17 september 2013, is de verdachte, een veelpleger, beschuldigd van een reeks van (winkel)diefstallen en de vernieling van een ruit. De zaak betreft meerdere parketnummers, waaronder 05/800663-13 en 06/940252-12, en is voortgekomen uit een onderzoek dat begon met een verwijzing door de politierechter op 12 juli 2013. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het stelen van cosmetica, parfum, kledingstukken en andere goederen in de gemeente Epe op verschillende data, met name op 28 maart 2013 en 15 juni 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks haar verslavingsproblematiek en borderline persoonlijkheidsstoornis, voldoende toerekeningsvatbaar was om te worden veroordeeld. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van tien maanden geëist, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en opname in een forensische kliniek. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en heeft de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toegewezen. De rechtbank heeft ook een taakstraf opgelegd in plaats van een deel van de voorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de omstandigheden van de verdachte en haar verleden met de justitie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 05/800663-13, 06/940252-12 (gev. ttz.), 06/850845-12 (gev. ttz.), 06/850064-12 (gev. ttz.), 06/940410-12 (gev. ttz.) en 06/940447-11 (tul)
Uitspraak d.d.: 17 september 2013
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1973],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in [verblijfplaats].
Raadsvrouw: mr. A. Foppen, advocaat te Almere.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
3 september 2013, na verwijzing door de politierechter d.d. 12 juli 2013.
De tenlastelegging
Aan de verdachte ten laste gelegd dat:
Parketnummer: 05/800663-13:
1.
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer cosmetica
artikelen en/of snoepgoed en/of hondenvoer, in elk geval enig(e) goed(eren),
geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe, in elk geval in
Nederland, een of meer cosmetica artikelen en/of snoepgoed en/of hondenvoer
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die cosmetica
artikelen en/of dat snoepgoed en/of hondenvoer wist dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
2.
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van weder-
rechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer flesjes parfum, in elk
geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 2], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe, in elk geval in
Nederland, een of meer flesjes parfum heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van die flesjes parfum wist dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
3.
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van weder-
rechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer flesjes en/of flacons
douche gel- en/of gezichtscreme en/of after shave en/of bodyspray, in elk
geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 3], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe, in elk geval in
Nederland, een of meer flesjes en/of flacons douche gel en/of gezichtscreme
en/of after shave en/of bodyspray heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van die flesjes en/of flacons douche gel- en/of
gezichtscreme en/of after shave en/of bodyspray wist dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
4.
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van weder-
rechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer kledingstukken
(ondergoed), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende
aan [benadeelde 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe, in elk geval in
Nederland, een of meer kledingstukken (ondergoed) heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die kledingstukken wist dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
5.
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van weder-
rechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer kledingstukken, in elk
geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 5], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 5 niet tot een veroordeling leidt:
zij op of omstreeks 28 maart 2013 in de gemeente Epe, in elk geval in
Nederland, een of meer kledingstukken heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van die kledingstukken wist dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Parketnummer: 06/940252-12:
1.
zij op of omstreeks 15 juni 2012 te Epe,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (diverse)
kleding(stukken), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 6] en/of [benadeelde 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op of omstreeks 17 maart 2012 te Epe opzettelijk en wederrechtelijk een
ruit van een woonwagen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, met een steen heeft stukgegooid en/of stukgeslagen, in elk geval
heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer: 06/850845-12:
zij op of omstreeks 04 augustus 2012 te Epe met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een blikje bier, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 9]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer: 06/850064-12:
1.
zij op of omstreeks 06 april 2011
in de gemeente Epe
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (dames)fiets
(Gazelle Davos), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op of omstreeks 09 september 2011
in de gemeente Epe
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
(dames)fiets (Gazelle Orange), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
3.
zij op of omstreeks 20 juni 2011
in de gemeente Epe
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2, althans een of
meer kledingstukken (shirts), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 12], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of haar mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer: 06/940401-12:
zij op of omstreeks 08 oktober 2012,
te Vaassen, gemeente Epe,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kledingwinkel
heeft weggenomen 2, althans een (of meer) overhemd(en) (merk Scotland blue),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 13]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak van feit 1 van parketnummer: 06/850064-12, de diefstal van de (Gazelle Davos) fiets en tot bewezenverklaring van de overige ten laste gelegde feiten, met uitzondering van het medeplegen van de feiten 1 tot en met 5 van parketnummer 05/800663-13. Ter zitting heeft hij de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / verdediging
Ten aanzien van feit 1 van parketnummer: 06/850064-12, de diefstal van de (Gazelle Davos) fiets, heeft de raadsvrouw de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Het medeplegen van de feiten 1 tot en met 5 van parketnummer 05/800663-13 kan niet bewezen worden volgens de raadsvrouw.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van hetgeen ten laste is gelegd onder parketnummer: 06/850845-12, de diefstal van het blikje bier, op het standpunt gesteld dat verdachte van dit feit eveneens dient te worden vrijgesproken aangezien verdachte op het moment dat zij het blikje bier in haar tas stopte, niet het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had; zij was vergeten het blikje af te rekenen.
De raadsvrouw heeft zich voor de overige feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling van de rechtbank
Parketnummer: 06/850064-12 [1] :
De rechtbank is – met de officier van justitie en de raadsvrouw – van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor het onder 1 ten laste gelegde feit, de diefstal van de (Gazelle Davos) fiets, en dat verdachte hiervan behoort te worden vrijgesproken. De bevindingen naar aanleiding van de camerabeelden zijn daartoe onvoldoende concreet en specifiek, terwijl ook overigens geen voldoende wettig en overtuigend bewijs van verdachtes’ betrokkenheid bij het plegen van dit feit voorhanden is.
De rechtbank is verder van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de overigens onder voormelde parketnummers ten laste gelegde feiten, zoals hierna nader overwogen. De rechtbank acht voor haar bewijsoordelen de volgende bewijsmiddelen redengevend. Tenzij anders aangegeven, is telkens volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, nu verdachte het overgrote deel van de feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Parketnummer: 05/800663-13 [2] :
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
1 primairten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [medewerker 1] namens [benadeelde 1] [3] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [4] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
2 primairten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [medewerker 2] namens [benadeelde 2] [5] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [6] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
3 primairten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [medewerker 3] namens [benadeelde 3] [7] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [8] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
4 primairten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [benadeelde 4] [9] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [10] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
5 primairten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [medewerker 4] namens [benadeelde 5] [11] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [12] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat het medeplegen van deze vijf feiten, zoals onder voormeld parketnummer ten laste gelegd, (steeds) niet kan worden bewezenverklaard. In zoverre dient vrijspraak te volgen. De rol van haar medeverdachte is immers zodanig klein geweest dat niet van medeplegen gesproken kan worden.
Parketnummer: 06/940252-12 [13] :
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
1ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [benadeelde 7] namens [benadeelde 6] [14] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [15] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
2ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [benadeelde 8] [16] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [17] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
Parketnummer: 06/850845-12 [18] :
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen.
In de aangifte van [medewerker 5] namens [benadeelde 9] [19] , wordt onder meer verklaard, zakelijk weergegeven, dat zij zag dat verdachte op 4 augustus 2012 in de [benadeelde 9] in Epe liep, dat ze verdachte extra in de gaten hield, dat verdachte een blikje bier in haar tas stopte en dat verdachte bij de kassa alleen andere goederen afrekende en niet het blikje bier. Toen aangeefster haar daarop aansprak, is verdachte weer snel de winkel in gelopen en zag zij dat verdachte dit blikje bier uit haar tas pakte en bij de dierenvoeding in de schappen gooide.
Volgens getuige [getuige] [20] , die op 4 augustus 2012 werkzaam was in de [benadeelde 9] in Epe, hield hij verdachte extra in de gaten omdat ze eerder had gestolen. Getuige stond bij de uitgang van de winkel. Toen verdachte na de kassa was, en hij getuige en aangeefster op zich af zag komen, zag hij dat verdachte de winkel weer in rende en dat zij een blikje bier, welke ze uit haar tas had gehaald, terugzette in het schap.
De rechtbank is, anders dan de raadsvrouw, op grond van bovengenoemde verklaringen van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van het blikje bier. Immers, aldus is vast komen staan dat verdachte dit blikje bier in haar tas heeft gestopt en vervolgens bij de kassa wél andere goederen maar niet dit blikje heeft afgerekend. De stelling van de verdediging dat verdachte vergeten is dit blikje bier af te rekenen en er daarom geen sprake is van het zich opzettelijk wederrechtelijk toe-eigenen van dit blikje bier, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden te minder nu verdachte na het aanspreken bij de kassa door winkelpersoneel op een draf de winkel weer is ingegaan en zich gauw van het betreffende blikje heeft ontdaan.
Parketnummer: 06/850064-12 [21] :
Voor het onder 1 ten laste gelegde feit zal verdachte worden vrijgesproken zoals hiervoor overwogen.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
2ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [naam] namens [benadeelde 11] [22] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [23] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder
3ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [medewerker 6] namens [benadeelde 12] [24] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [25] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
Parketnummer: 06/940401-12 [26] :
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [medewerker 7] namens [benadeelde 13] [27] ;
- de (bekennende) verklaring van verdachte [28] ;
- de vrijwel eensluidende (bekennende) verklaring van verdachte ter zitting.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer: 05/800663-13:
1.
primair
zij op 28 maart 2013 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen cosmetica artikelen en hondenvoer, toebehorende aan de [benadeelde 1].
2.
primair
zij op 28 maart 2013 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen flesjes parfum, toebehorende aan de [benadeelde 2].
3.
primair
zij op 28 maart 2013 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen flesjes en/of flacons douche gel- en gezichtscreme en after shave en bodyspray, toebehorende aan de [benadeelde 3].
4.
primair
zij op 28 maart 2013 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kledingstukken (ondergoed), toebehorende aan [benadeelde 4].
5.
primair
zij op 28 maart 2013 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kledingstukken, toebehorende aan de [benadeelde 5].
Parketnummer: 06/940252-12:
1.
zij op 15 juni 2012 te Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen diverse kledingstukken, toebehorende aan [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7].
2.
zij op 17 maart 2012 te Epe opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een woonwagen,
toebehorende aan [benadeelde 8], met een steen heeft stukgegooid, in elk geval
heeft vernield.
Parketnummer: 06/850845-12:
zij op 04 augustus 2012 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een blikje bier, toebehorende aan [benadeelde 9].
Parketnummer: 06/850064-12:
2.
zij op 09 september 2011 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets (Gazelle Orange), toebehorende aan [benadeelde 11].
3.
zij op 20 juni 2011 in de gemeente Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 2 kledingstukken (shirts), toebehorende aan [benadeelde 12].
Parketnummer: 06/940401-12:
zij op 08 oktober 2012, te Vaassen, gemeente Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kledingwinkel heeft weggenomen 2 overhemden (merk Scotland blue),
toebehorende aan [benadeelde 13].
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Parketnummer: 05/800663-13:Feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en
5
primair:
Parketnummer: 06/940252-12:Feit 1:
Parketnummer: 06/850845-12:
Parketnummer: 06/850064-12:Feiten 2 en 3:
Parketnummer: 06/940401-12:
Telkens: diefstal
en
Parketnummer: 06/940401-12:Feit 2:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De rechtbank heeft daarbij gelet op het rapport van drs. [psycholoog], psycholoog, hetwelk naar aanleiding van een van de betreffende verdenkingen is opgemaakt. Door de psycholoog is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren gebracht:
Bij betrokkene is sprake van een afhankelijkheid van verschillende middelen en een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale kenmerken. In de afgelopen vijftien jaar is er sprake geweest van een afhankelijkheid van diverse middelen en persoonlijkheidsproblematiek, welke elkaar onderling hebben versterkt en hebben geleid tot het verder afglijden van betrokkene. Hoewel zij enkele adequate copingsvaardigheden heeft, komt zij onder invloed van haar afhankelijkheid en persoonlijkheidsproblematiek tot grensoverschrijdend gedrag, vooral wanneer zij het direct bevredigen van haar behoeften en het dempen van negatieve gevoelens door het gebruik van middelen verkiest boven meer structurele en adequate oplossingen voor haar problemen, welke een meer intensieve inspanning vereisen. Betrokkene is verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over en merkt verdachte derhalve aan als verminderd toerekeningsvatbaar.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Bij de voorwaardelijke gevangenisstraf heeft de officier van justitie de bijzondere voorwaarden gevorderd van reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt een klinische opname in [verblijfplaats] of een soortgelijke instelling, gedurende tien maanden of zoveel korter als de reclassering dat nodig acht.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de strafmaat opgemerkt dat zij zich kan vinden in het afdoeningsvoorstel van de officier van justitie.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan een aanzienlijk aantal winkeldiefstallen en aan een vernieling van een ruit. Met haar handelen heeft de verdachte weinig respect getoond voor andermans eigendommen en de benadeelden en de samenleving overlast, ergernis en financiële schade bezorgd.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van de zich in het dossier bevindende rapporten, waaronder het psychologische Pro Justitia rapport van 20 juni 2013, opgemaakt door drs. [psycholoog], GZ-psycholoog en het meest recente rapport, te weten dat van Tactus verslavingszorg van 20 september 2013.
Uit laatstgenoemd rapport van Tactus komt onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren:
Betrokkene is een 39-jarige vrouw die een patroon van vermogensdelicten laat zien. Zij staat geregistreerd als veelpleger. Er is bij betrokkene sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Er is sprake van verslavingsproblematiek op vrijwel ieder levensgebied. Er is sprake van een ernstige verslavingsproblematiek. Echter, gedurende haar detentie is zij abstintent. Ook haar financiële situatie is momenteel zeer onstabiel en zij heeft na haar detentie geen zicht op stabiele huisvesting. Daarnaast heeft zij in de afgelopen jaren een zeer destructieve partnerrelatie gehad en heeft zij veelal contact met personen uit het criminele- en drugscircuit.
Gezien de aanwezige problematiek is een klinische behandeling met een duidelijke forensische insteek geïndiceerd. Indien verdachte schuldig wordt bevonden, wordt geadviseerd een voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden van het volgen van de aanwijzingen van de reclassering en dat betrokkene wordt verplicht zich op te laten nemen in de forensische psychiatrische kliniek [verblijfplaats] of een soortgelijke intramurale instelling.
De rechtbank heeft gelet op voormeld rapport van drs. [psycholoog], psycholoog. Daarin komt onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren:
Gelet op haar voorwaardelijk steunend netwerk, in samenhang met haar gebrekkige draagkracht en verslavingsproblematiek, zal de kans op een terugval in middelengebruik en daarmee ook de kans op crimineel gedrag in sterke mate vergroot zijn.
Geadviseerd wordt tot een klinische behandeling in een forensisch psychiatrische setting, waar zowel aandacht is voor haar verslavings- als persoonlijkheidsproblematiek. De behandeling zou bij voorkeur in een juridisch kader moeten plaatsvinden.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmaat ten nadele van verdachte meegewogen dat uit het strafblad van verdachte [29] blijkt dat zij al meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen voor (soortgelijke) strafbare feiten en zelfs – laatstelijk - door de politierechter te Zutphen op 7 maart 2012 is veroordeeld. Van deze recente veroordeling liep zij nog in een proeftijd, wat haar er blijkbaar niet van heeft weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Ten slotte heeft de rechtbank gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS inzake feiten, soortgelijk aan de bewezenverklaarde feiten.
Alles in aanmerking nemend kan de rechtbank zich vinden in de eis van de officier van justitie en komt zij tot oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur. Aan het voorwaardelijke deel van de straf worden na te noemen bijzondere voorwaarden gekoppeld.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde 11] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 481,59, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde van parketnummer: 06/850064-12.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat zij zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij refereert aan het oordeel van de rechtbank.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2011. De verdachte is voor de schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Vordering tenuitvoerlegging
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 15 november 2012 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Zutphen van 7 maart 2012 (parketnummer: 06/940447-11) voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf van 2 maanden van oordeel, dat - nu gebleken is dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan strafbaar handelen heeft schuldig gemaakt - de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van genoemde voorwaardelijk straf op zijn plaats is, te weten voor een gedeelte van 1 (een) maand.
Echter op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken zal de rechtbank deze maand gevangenisstraf omzetten naar een taakstraf, te weten een werkstraf gedurende het hierna te vermelden aantal uren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 63, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart, zoals hiervoor overwogen,
niet bewezendat verdachte het onder
1
1ten laste gelegde van
parketnummer: 06/850064-12heeft begaan en
spreekt
verdachte daarvan vrij;
 verklaart
bewezendat verdachte heeft begaan:
- de feiten
1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primairvan
parketnummer: 05/800663-13;
- de feiten
1 en 2van
parketnummer: 06/940252-12,
- het ten laste gelegde onder
parketnummer 06/850845-12,
- de feiten
2 en 3van
parketnummer: 06/850064-12en
- het ten laste gelegde onder
parketnummer: 06/940401-12;
 verklaart niet bewezen wat verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als bovenvermeld;
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10(tien)
maanden;
 bepaalt, dat een
gedeeltevan de gevangenisstraf, groot
5(vijf)
maanden niet zal
worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat
veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van twee jaren de navolgende
algemene dan wel bijzondere voorwaardenniet heeft nageleefd;
 legt als
algemenevoorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel
1
van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die
veroordeelde zullen worden gegeven door of namens Reclassering Nederland, voor
zover en zolang als dat door de Reclassering noodzakelijk wordt geacht;
 legt als
bijzonderevoorwaarden op dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd een (klinische en/of een aansluitende ambulante) behandeling
bij de forensische psychiatrische kliniek [verblijfplaats] of een
soortgelijke kliniek ondergaat, waarvan het klinische traject maximaal tien maanden
mag duren;
 geeft de Reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en
de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
 beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de
onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 11], van een bedrag van
€ 481,59, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2011;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer C.Triantafillidis-Scholten, een bedrag te betalen van € 481,59, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 9 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast, zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 gelast
in plaats van de tenuitvoerlegging van een gedeeltevan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank te Zutphen van 7 maart 2012:
een taakstraf, te weten een
werkstrafgedurende
60 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;

heft ophet reeds -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mr. Van der Mei, voorzitter, mrs. Ouweneel en Van Santen, rechters, in tegenwoordigheid van Vriezekolk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 september 2013.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven,
2.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven,
3.Proces-verbaal van aangifte door [medewerker 1] namens [benadeelde 1], pag. 25-26
4.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 34-35
5.Proces-verbaal van aangifte door [medewerker 2] namens [benadeelde 2], pag. 22-23
6.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 34-35
7.Proces-verbaal van aangifte door [medewerker 3] namens [benadeelde 3], pag. 28-29
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 34-35
9.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 4], pag. 14-15
10.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 34-35
11.Proces-verbaal van aangifte door [medewerker 4] namens [benadeelde 5], pag. 11-12
12.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 34-35
13.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven,
14.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 7] namens [benadeelde 6], pag. 25-27
15.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 42-43
16.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 8], pag. 45-46
17.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 51-53
18.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven,
19.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde 8], pag. 7-8
20.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], pag. 9
21.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven,
22.Proces-verbaal van aangifte door [naam], namens [benadeelde 11], pag. 24-25
23.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 40-41
24.Proces-verbaal van aangifte door [medewerker 6], namens 2Freshwear, pag. 63-65
25.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 76-77
26.Indien hierna wordt verwezen naar processen-verbaal van politie wordt telkens, tenzij anders aangegeven,
27.Proces-verbaal van aangifte door [medewerker 7], namens [benadeelde 13], pag. 5-6
28.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pag. 13-14
29.Uittreksel Justitiële Documentatie van 29 maart 2013