Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
Beslissing
mr. Brinkhoff, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 september 2013.
Rechtbank Gelderland
Op 18 september 2013 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte uit Harderwijk, die werd beschuldigd van twee pogingen tot doodslag en zware mishandeling. De zaak kwam voort uit een vechtpartij die plaatsvond in de nacht van 5 op 6 maart 2013. Tijdens deze confrontatie zouden de verdachte en zijn medeverdachte de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], hebben aangevallen met een schroevendraaier en met geweld hebben geprobeerd hen van het leven te beroven.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangiftes van de slachtoffers op zichzelf staan en dat er onvoldoende steunbewijs is voor de beschuldigingen. De verklaringen van de slachtoffers waren inconsistent en er was geen overtuigend bewijs dat de verdachte of zijn medeverdachte daadwerkelijk een wapen hebben gebruikt. De rechtbank concludeerde dat het letsel van [slachtoffer 1] mogelijk door een andere oorzaak was ontstaan, en dat het niet kon worden vastgesteld wie verantwoordelijk was voor de verwondingen.
De officier van justitie had gepleit voor bewezenverklaring van de feiten, maar de verdediging stelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van alle ten laste gelegde feiten, omdat de bewijsvoering tekortschiet. De benadeelde partij, [slachtoffer 1], werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.