Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 maart 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 29 mei 2013
- de brief van de bank van 23 juli 2013, ingekomen ter griffie op 24 juli 2013.
2.De feiten
“Het erfpachtrecht van een perceel grond in eigendom van de [gemeente] (…) met de rechten van de erfpachter van de zich daarop gevestigde opstallen zijnde een woonhuis, garage en tuin en verder toebehoren, plaatselijk bekend (…) [adres] te [plaats], kadastraal bekend [gemeente] [afdeling], [kadastraal nummer], [grootte]”(…)
De koopprijs bedroeg € 410.000,-- .
”(…)Op 20 oktober 2003 is ten overstaan van u het Onderpand door [verkoper A] geleverd aan Demarol Lelystad Oostervaart B.V. (…)Tevens is ten overstaan van u op 20 oktober 2003 door [koper] een eerste recht van hypotheek gevestigd op het Onderpand ten gunste van GE (…)De leveringsakte voorziet in een levering van het Onderpand aan Demarol, terwijl voor deze levering een geldige titel ontbreekt. Het Onderpand is immers verkocht aan [koper] op basis van de (…) tussen [verkoper A] en [koper] gesloten overeenkomst. Kortom een overdracht van het Onderpand is nooit bewerkstelligd en derhalve moet worden geconcludeerd dat [koper] noch Demarol eigenaar is geworden van het Onderpand.De hypotheekakte voorziet voorts in de vestiging van een hypotheekrecht ten aanzien van het Onderpand door [koper] ten gunste van GE. Aangezien [koper] beschikkingsonbevoegd was, kon [koper] nooit een hypotheekrecht vestigen ten behoeve van GE (…). “De bank heeft daarbij aan de notaris voorgesteld om nieuwe notariële akten op te stellen, waarmee zou worden bewerkstelligd dat [koper] rechthebbende op het erfpachtrecht wordt en [koper] daarop ten gunste van de bank een recht van hypotheek vestigt.
Tot slot heeft de bank de notaris verzocht om binnen een week zijn inhoudelijke reactie aan de bank te verzenden.
3.De vordering
a. tot betaling van de executieopbrengst ad € 425.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 30 juni 2009 tot aan de dag der voldoening;
Door een fout van de notaris is geen rechtsgeldige hypotheek gevestigd op het zakelijk recht van erfpacht en kon de bank niet tot executie overgaan. De notaris is voor dientengevolge door de bank geleden schade aansprakelijk. Blijkens het taxatierapport van Ooms Makelaars IJssel-& Lekstreek B.V. d.d. 2 oktober 2012 moet de gedwongen verkoopwaarde van het erfpachtrecht worden begroot op € 425.000,-- (productie 12 van de bank). Over dit bedrag is de wettelijke rente verschuldigd vanaf 30 juni 2009.
4.Het verweer
(na-)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
[koper] heeft zich tot hem gewend met het verzoek de benodigde akten te passeren ter zake van de levering van het onroerend goed en het vestigen van een hypotheekrecht daarop ten behoeve van de bank. De notaris heeft -overeenkomstig de instructie van [koper]- concept-akten opgesteld van een leveringsakte waarbij Demarol optrad als verkrijgende partij en een hypotheekakte, waarbij Demarol optrad als hypotheekgever. De notaris heeft de concept-hypotheekakte aan de bank voorgelegd. De bank was er dus mee bekend dat Demarol in de akte optrad als hypotheekgever en de bank is daarmee akkoord gegaan. Van een fout aan de zijde van de notaris is geen sprake.
Voor zover al sprake is van een titelgebrek, is dit gebrek geheeld op de voet van artikel
3:58 BW.
De bank heeft haar schade onvoldoende onderbouwd.
5.De beoordeling
“(…)Hierbij ontvangt u de concept hypotheekakte voor bovengenoemde cliënt (…).Wij verzoeken u de hypotheekakte conform onze instructie op te stellen en de ontbrekende gegevens aan te vullen (…)Bijlagen: -Concept hypotheekakte-Leningoverzicht (…)”5.2. In het als productie 15 door de bank overgelegde leningoverzicht staat als geldnemer [koper] en als geldverstrekker de bank vermeld. De naam Demarol komt in dit overzicht niet voor.
De notaris heeft [koper] in de concept-hypotheekakte niet als hypotheekgever vermeld, omdat hij van [koper] de instructie had gekregen dat het recht van erfpacht niet aan [koper] (de koper) maar aan Demarol geleverd zou moeten worden en Demarol tevens ten behoeve van de bank hypotheek zou verstrekken op bedoelde onroerende zaak.
5.6. Met de notaris wordt echter geoordeeld dat daar waar op enkele plaatsen wordt vermeld dat geldnemer ([koper]) een hypotheekrecht verstrekt, sprake is van een kennelijke verschrijving. Immers, op de eerste pagina van de hypotheekakte is duidelijk opgenomen dat [koper] in privé optreedt als geldnemer en Demarol als hypotheekgever. Ook de passage:
“zoals dit registergoed door hypotheekgever juridisch in eigendom zal worden verkregen”duidt er onmiskenbaar op dat partijen -waaronder Demarol- hebben bedoeld dat Demarol een (derden) hypotheekrecht zou verstrekken ten behoeve van de bank tot zekerheid voor de terugbetaling van de lening door [koper].
Na ontvangst van de reeds gepasseerde notariële akte, heeft de bank niet bij de notaris geprotesteerd tegen het feit dat in de hypotheekakte Demarol in plaats van [koper] vermeld stond als hypotheekgever. Daarmee heeft de bank Demarol als hypotheekgever aanvaardt.
De vorderingen van de bank worden dus afgewezen.