Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift
- de mondelinge behandeling van het verzoek ter zitting van 23 september 2013,
2.Het verzoek
11 april 1978, laatstelijk gewoond hebbende te Arnhem, overleden op 16 april 2012,
hierna te noemen: erflaatster.
3.De beoordeling
De bekende erfgenamen van erflaatster (zij heeft niet over haar nalatenschap beschikt bij testament) – als blijkt uit het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister, de akte van de rechtbank van 18 september 2012 en het verhandelde ter zitting van 23 september 2013 – hebben haar nalatenschap verworpen, dan wel kenbaar gemaakt geen interesse te hebben als erfgenaam op te treden. De erflaatster heeft met de volmachtgever van verzoekster een hypothecaire geldlening gesloten. Nu de bekende erfgenamen van erflaatster haar nalatenschap hebben verworpen dan wel geheel of ten dele onbeheerd laten, resteert verzoekster thans slechts de mogelijkheid over te gaan tot de executoriale verkoop van de woning van erflaatster omdat er geen personen zijn die tot afwikkeling van de boedel kunnen overgaan. Daardoor wordt verzoekster geconfronteerd met een (omvangrijke) restschuld vanwege de verminderde marktwaarde van het onderpand. De gemachtigde van verzoekster heeft in dit verband ter zitting van de rechtbank afschriften overgelegd van de bestaande hypothecaire schuld en een taxatierapport met de marktwaarde en de executiewaarde van de woning van erflaatster.
(hierna: BW).
De bekendmaking van de beschikking zal plaats vinden op rechtspraak.nl/uitspraken.
Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen (jaren ’90 van de vorige eeuw), toen de toegang tot internet nog niet algemeen was.
4.De beslissing
advocaten & notarissen te Arnhem,