RECHTBANK GELDERLAND
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/940374-12
Uitspraak d.d.: 8 oktober 2013
tegenspraak
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1980],
wonende te [woonplaats], [adres].
Raadsman mr. E.M. Steller te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 september 2013.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 september 2012 te Zutphen [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden
toegevoegd :"Als ik jou de volgende keer tegenkom dan steek ik je dood" en/of
"ik rij jou en je vrouw en je kind dood" en/of "Ik maak je dood" en/of "Jij
houdt mij in de gaten, als ik je weer zie dan steek ik je dood", althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 september
2012 tot en met 27 september 2012 te Zutphen, althans in Nederland,
de Nederlandse bevolking en rechtsorde en/of samenleving en/of een weerloos
blank gezin, althans een gezin en/of één of meer agent(en) en/of
politiefunctionaris(sen) en/of [agent] en/of het kindje van [agent]
, in elk geval één of meer personen heeft bedreigd,
met een terroristisch misdrijf
en/of
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
(beide broer en/of familie, althans bekende van verdachte) opzettelijk
dreigend de volgende (sms)berichten heeft verzonden:(geheel of gedeeltelijk
weergegeven)
- " we moeten een weerloze blanke gezin als voorbeeld stellen en doden, dat wil
ik wel doen als je achter me staat. onze enige reddding om blanke telaten
weten dat wij ook kunne doden. sta achter mij en gebruik mij. Dan zal niemand
ons meer spionere. sta achter mij. ze vragen erom of blijven wij zo leven"
en/of
- " die overbuurvrouw van jou spioneert ons ook. als jij wil ga ik haar gezin
laten lijden als. voorbeelden.......we doen het voor onze ouders sta met een
verklaring achter me broer. De hele wereld zal dood. Weerloze gezin" en/of
- " zelfs politie doet mee. dit verdiend wraak op een weerloze gezin. staat
geen cel op. dit is uitlokking en dus ons recht...."en/of
- of 2 agenten dat is wereldnieuws en ze verdienen het is gerechtigheid voor
ons. elke rechter zal het daarmee eens zijn, de wereld zal achter ons staan
als ik agent knal ze zijn er om ons te beschermen niet om ons te stalken 15
kogels door hun kop is ons recht. 2agenten zou de. mooiste voorbeeld zijn"
en/of
- "2 dode agenten ik doe het.....ik schiet ik ga zitten....." en/of
- " kk2 agenten dood en wij worden rijk over hun doden wat wil je nu mij
verraden aan blanken....." en/of
- "..... ik dood graag een agent als je maar eerlijk bent tegen over mij ik
verdien het om 2 dode agenten op de kaart tezette. ik heb geen doel meer. nu
ga. ik blanken doden.... en/of
- " de moeder van [agent] heeft veel joden op ons afgestuurd jij wer ook in de
gate gehouden dankzij haar. gebruik mij maak een plan voor haar kleinkind. die
kindje moet invalide.....ik ga ervoor zitten" en/of
- " kindje van [agent] dan gaat haar moeder kapot die moeten we
pakken hun verdienen dat",
althans (telkens) woorden en/of berichten van gelijke
dreigende aard of strekking, welke opzettelijke dreigende woorden en/of
berichten van verdachte (aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en bedoeld voor voornoemde
persoon/personen) door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] aan de politie
en/of opsporingsinstantie werden doorgegeven (onder vermelding dat deze
dreigende woorden en/of berichten door verdachte aan hem/hun waren verzonden)
en/of waarbij die bedreigende woorden en/of berichten ook bekend zijn gemaakt
en/of geworden binnen de politie organisatie en/of voornoemde [agent];
art 285 lid 3 Wetboek van Strafrecht
art 285 lid 4 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. Naar het oordeel van de officier van justitie heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer 1] (feit 1) en bedreiging van agenten/politiefunctionarissen met een terroristisch misdrijf en bedreiging van [agent] met enig misdrijf tegen het leven gericht (feit 2).
Voor het overige heeft de officier van justitie gerekwireerd tot vrijspraak.
Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen uitvoerig toegelicht en opgesomd.
Standpunt van de verdediging
Door de raadsman is aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman hiertoe, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat verdachte heeft verklaard de in de tenlastelegging genoemde woorden niet te hebben gebruikt. Het is de vraag in hoeverre de aangifte wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Aangever verklaart dat door verdachte maar één keer het woord ‘dood’ is gebruikt, terwijl de getuige verklaart dit woord twee keer te hebben gehoord. Ook is haar verklaring niet overtuigend, omdat de getuige de stem van verdachte niet heeft herkend terwijl hij toch geen onbekende van haar is.
Met betrekking tot feit 2 is, zakelijk weergegeven het volgende aangevoerd.
Bedreiging van het kind van [agent] kan niet bewezen worden verklaard, nu de bedreiging het kind volgens de stukken in het dossier niet heeft bereikt.
Verder gaat het enkel om voorwaardelijke bedreigingen. Verdachte gebruikt zinnen zoals ‘als jullie achter me staan…’, waardoor zijn uitlatingen meer oproepen aan zijn broers zijn dan directe bedreigingen. Een bedreiging moet de vrees oproepen dat de woorden gerealiseerd gaan worden. Het is duidelijk dat de broers van verdachte niet op zijn oproep zijn ingegaan.
Het is ook de vraag of verdachte het oogmerk had dat zijn woorden [agent] zouden bereiken. De politie heeft er, door tussenkomst van de broers van verdachte, voor gezorgd dat [agent] de uitlatingen van verdachte heeft gehoord. Verdachte wilde alleen zijn broers testen. Hij heeft niet zelf contact gezocht met [agent].
Verder slaat de zin ‘kindje van [agent], dan gaat haar moeder kapot. hun verdienen dat’, niet op [agent] zelf. De bedreiging moet wel aan haar gericht zijn wil bewezenverklaring van bedreiging van [agent] mogelijk zijn. Daarnaast houdt het woord ‘kapot’ in de eerdergenoemde zin alleen geestelijk letsel in. Er is geen sprake is van bedreiging met de dood of zwaar lichamelijk letsel.
Ook ten aanzien van de politie is geen sprake van bedreiging, niet met een terroristisch misdrijf en ook niet anderszins.
Primair wordt hiertoe aangevoerd dat de betreffende sms’en zijn gericht aan de broers van verdachte, niet aan de politie. Er is ook geen sprake van opzet in de voorwaardelijke zin, Verdachte heeft niet bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn uitlatingen de politie zouden bereiken. Het heeft bovendien drie weken geduurd voor de broers van verdachte naar de politie gingen. Ook blijkt uit niets dat verdachte de intentie had de berichten verder te verspreiden.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat onvoldoende blijkt van een terroristisch oogmerk. De uitlatingen zijn niet tot politieambtenaren zelf gericht, op internet gezet of iets dergelijks. Er is door verdachte geen ruchtbaarheid aan gegeven. Uit een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam (LJN BY2559) komt naar voren dat een bedreiging wel geloofwaardig dient te zijn. Daaraan valt te twijfelen nu de broers pas na drie weken de melding doen bij de politie. Het is de vraag of de politie geloof moet hechten aan de uitingen. Verder gaat het ook met betrekking tot de politie om voorwaardelijke bedreigingen. Nu de broers niet willen en zullen helpen is geen sprake van bedreiging.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak van onderdelen uit het onder 2 ten laste gelegde feit.
De rechtbank is met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde feit van oordeel dat er onvoldoende bewijs aanwezig is voor de bedreigingen voor zover gericht tegen de Nederlandse bevolking en rechtsorde/samenleving/een weerloos blank gezin/een gezin. Om tot bewezenverklaring van een bedreiging te kunnen komen dient de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte te zijn geraakt van de bedreiging. Gelet op de zeer ruime groep (met betrekking tot de bedreigingen tegen de Nederlandse bevolking / rechtsorde / samenleving), dan wel de niet geconcretiseerde groep (met betrekking tot de bedreigingen tegen een (blank weerloos) gezin) acht de rechtbank de bedreigingen te weinig gericht om te kunnen leiden tot het ontstaan van redelijke vrees dat verdachte uitvoering zou geven aan zijn bedreigende woorden.
Ook ten aanzien van de bedreiging van het kind van [agent] acht de rechtbank onvoldoende bewijs aanwezig, nu uit het dossier niet blijkt dat de bedreigingen het kind van [agent] hebben bereikt.
De rechtbank is verder van oordeel dat onvoldoende bewijs aanwezig is voor het bedreigen van de politie-agenten/politiefunctionarissen met een terroristisch misdrijf.
De rechtbank zal verdachtedan ook
vrijspreken van deze onderdelen van de tenlastelegging.
De rechtbank is van oordeel dat er voldoende wettig én overtuigend bewijs aanwezig is voor het overige tenlastegelegde.
De rechtbank acht voor haar bewijsoordelen de volgende bewijsmiddelen redengevend.
feit 1
Door aangever [slachtoffer 1] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij op 24 december 2012, omstreeks 11.30 uur, voor zijn woning te Zutphen door verdachte met de dood is bedreigd. Bij aangever bestond de overtuiging dat verdachte zijn bedreiging werkelijk ten uitvoer ging leggen.
Verdachte werd erg agressief richting aangever en zei op luide toon tegen aangever ‘Jij houdt mij in de gaten, als ik je weer zie steek ik je dood’. Ook zei verdachte ‘ik maak je dood’.
Door [getuige] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat zij op 24 september 2012, omstreeks 11.30 uur, vanuit haar woning te Zutphen luide stemmen buiten hoorde. Zij herkende de stem van haar man [slachtoffer 1]. Zij hoorde het woordje ‘dood’ vallen. Zij hoorde iemand zeggen ‘ik maak je dood’. Ze herkende de stem niet, maar het was zeker niet de stem van haar man.
Door verdachte is met betrekking tot dit feit bij de rechter-commissaris, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij zich irriteert aan de jongen op de hoek die hem de hele tijd in de gaten houdt. Verdachte geeft toe dat hij niet echt aardig is geweest.
Beoordeling van de verweren van de raadsman
De door de raadsman gevoerde verweren worden verworpen. Uit de verklaring van de aangever blijkt dat ook aangever verdachte twee keer het woord ‘dood’ heeft horen uiten.
De rechtbank gaat niet mee in het verweer van de raadsman dat het feit dat getuige [getuige] de stem van verdachte niet herkent, afbreuk doet aan de overtuiging dat de bedreigingen door verdachte zouden zijn geuit.
Uit een proces-verbaal van bevindingen blijkt dat [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2], broers van verdachte, zich ernstige zorgen maken om verdachte. Hij zou, mede door gebruik van harddrugs, tot hele ernstige feiten in staat zijn. Door de broers worden sms-berichten getoond, afkomstig van verdachte en aan hen gericht.
Op 9 september 2012 zijn door verdachte aan [slachtoffer 2] de volgende sms-berichten verzonden:
‘Of 2 agenten.dat is wereld nieuws en ze verdienen het.is gerechtigheid voor ons.elke rechter zal het daarmee eens zijn.de wereld zal achter ons staan als ik agent knal ze zijn er om ons tebeschermen niet om ons te stalken 15 kogels door hun kop .is ons recht.2agenten zou de.mooiste voorbeeld zijn’. en
‘
2dode agenten.ikdoe het(…)
ik schiet ik ga zitten (…)en
‘
Kk2 agenten dood en wij worden rijk over hun doden. Wat wil je nu mij verraden aan blanken(…)’en
‘ ik dood graag een agent als je maar eerlijk bent tegen over mij ik verdienhet om 2dode agenten op d ekaart tezette.ik heb geen doel meer.nu ga.ikblanken doden.’.
Op 24 september 2012 zijn door verdachte aan [slachtoffer 3] de volgende sms-berichten verzonden:
‘
Die kindje moet invalide.(…).
ik ga ervoor zitten.’ en
‘
Kindje van [agent].Dan gaat haar moeder kapot.die moeten we pakken. Hun verdienen dat’.
Er zijn foto’s gemaakt van de sms-berichten op de mobiele telefoons van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], waarop de volgende teksten te zien zijn:
‘of 2 agenten.dat is wereldnieuws en ze verdienen het.is gerechtheid voor ons.elke rechter zal het daarmee eens zijn,de wereld zal achter ons staan als ik agent knal ze zijn er om ons tebeschermen niet om ons te stalken 15 kogens door hun kop .is ons recht.2agenten zou de.mooiste voorbeeld zijn.’
‘2dode agenten.Ikdoe het.(…)ik schiet ik ga zitten’.
‘Kk2 agenten dood en wij worden rijk over hun doden.Wat wil je nu mij verraden aan blanken…’
(verzonden door [verdachte] op 9 september 2012)
‘Die kindje moet invalide.
‘ik ga ervoor zitten’.
‘kindje van [agent]. Dan gaat haar moeder kapot.die moeten we pakken. Hun verdienen dat.’
(verzonden op 24 september 2012 door ‘[verdachte]’).
Door verdachte is verklaard, zakelijk weergegeven:
‘Ik heb die smsjes een behoorlijke tijd geleden gestuurd naar mijn familie.
Door [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat zij bezorgd zijn over verdachte. Verdachte is paranoia en is alle realiteit kwijt en stuurt sms’jes. Wanneer verdachte niet wordt geholpen gaat het fout.
Door [agent] is, zakelijk weergegeven, verklaard dat zij verdachte kent van vroeger uit de buurt. Na het voorhouden van de teksten die door verdachte per sms aan [slachtoffer 3] zijn gestuurd: ‘die kindje moet invalide(…)’ en ‘ik ga ervoor zitten.’ en ‘Kindje van [agent]. Dan gaat haar moeder kapot. die moeten we pakken. Hun verdienen dat’ heeft getuige aangegeven zich erg bedreigd te voelen, omdat ze haar kinderen wil beschermen.
Uit een proces-verbaal van bevindingen blijkt, zakelijk weergegeven, dat naar aanleiding van de op 9 september 2012 door verdachte verzonden sms-berichten met de inhoud ‘Of 2 agenten, dat is wereld nieuws en ze verdienen het. het is gerechtigheid voor ons. elke rechter zal het daarmee eens zijn. de wereld zal achter ons staan als ik agent knal ze zijn er om ons tebeschermen niet om ons te stalken. 15 kogels door hun kop. is ons recht. 2agenten zou de.mooiste voorbeeld zijn’, een breefingsbericht is gemaakt, waarin de bedreigingen door verdachte aan de politie zijn vermeld. Dit bericht is verspreid onder de verbalisanten van het politiedistrict IJsselstreek. Hen is op het hart gedrukt vooral op de hoede te zijn bij contacten met verdachte.
Beoordeling van de verweren van de raadsman
Door de raadsman is aangevoerd dat het niet de bedoeling van verdachte was dat zijn uitlatingen [agent] en/of de politie zouden bereiken en dat derhalve geen sprake is van opzet.
De rechtbank overweegt hieromtrent dat verdachte gelet op de inhoud van zijn uitlatingen redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat zijn broers naar de politie zouden gaan en de bedreigingen [agent] en de politie-agenten/functionarissen zouden bereiken. Verdachte heeft dan ook bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn uitlatingen [agent] en de politie-agenten/functionarissen zouden bereiken, zodat sprake is van opzet in de voorwaardelijke zin.
De raadsman heeft aangevoerd dat in de zin ‘kindje van [agent], dan gaat haar moeder kapot. hun verdienen dat’, ‘haar moeder’ niet op [agent] zelf slaat, waardoor de bedreiging niet tot [agent] is gericht. Daarnaast is aangevoerd dat ‘dan gaat haar moeder kapot’ geen bedreiging met lichamelijk letsel of de dood, maar ‘slechts’ bedreiging met geestelijk letsel inhoudt.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
De woorden ‘haar moeder’ in de zin ‘kindje van [agent], dan gaat haar moeder kapot’, kunnen verwijzen naar [agent], de moeder van het kind. Voor zover hier twijfel over zou kunnen bestaan, komen mogelijke onduidelijkheden voor rekening en risico van verdachte.
Het verweer van de raadsman dat het woord ‘kapot’ enkel op geestelijk letsel slaat en niet (ook) lichamelijk letsel, dient te worden beoordeeld in de context van de uitlatingen die door verdachte zijn gedaan. Gelet op de inhoud van de overige uitlatingen van verdachte (‘we gaan ze pakken’ en ‘ik ga ervoor zitten’) is de rechtbank van oordeel dat de woorden ‘dan gaat haar moeder kapot’ een bedreiging in de juridische zin opleveren.
Door de raadsman is verder aangevoerd dat, zowel ten aanzien van [agent] als ten aanzien van de politieagenten/functionarissen, sprake is van voorwaardelijke bedreigingen.
De rechtbank overweegt hieromtrent dat er geen aanleiding bestaat om aan te nemen dat de bedreigingen door verdachte voorwaardelijk waren bedoeld. Dit doet daarnaast niet af aan de aard en ernst van de geuite bedreigingen door verdachte.
Gelet op het bovenstaande verwerpt de rechtbank de verweren van de raadsman.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 24 september 2012 te Zutphen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Als ik jou de volgende keer tegenkom dan steek ik je dood" en "ik rij jou en je vrouw en je kind dood" en "Ik maak je dood" en "Jij houdt mij in de gaten, als ik je weer zie dan steek ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op meer tijdstippen in de periode van 09 september 2012 tot en met 27 september 2012 te Zutphen, althans in Nederland, één of meer agent(en) en/of politiefunctionaris(sen) en/of [agent] heeft bedreigd,
met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
(beide broer van verdachte) opzettelijk dreigend de volgende (sms)berichten heeft verzonden:’(geheel of gedeeltelijk weergegeven)
- “ of 2 agenten dat is wereldnieuws en ze verdienen het is gerechtigheid voor
ons. elke rechter zal het daarmee eens zijn, de wereld zal achter ons staan
als ik agent knal ze zijn er om ons te beschermen niet om ons te stalken 15
kogels door hun kop is ons recht. 2agenten zou de. mooiste voorbeeld zijn"
en
- "2 dode agenten ik doe het.....ik schiet ik ga zitten....." en
- " kk2 agenten dood en wij worden rijk over hun doden wat wil je nu mij
verraden aan blanken....." en
- " die kindje moet invalide.....ik ga ervoor zitten" en
- " kindje van [agent] dan gaat haar moeder kapot die moeten we
pakken hun verdienen dat",
althans telkens woorden en/of berichten van gelijke dreigende aard of strekking, welke opzettelijke dreigende woorden en/of berichten van verdachte (aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en bedoeld voor voornoemde persoon/personen) door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] aan de politie en/of opsporingsinstantie werden doorgegeven (onder vermelding dat deze
dreigende woorden en/of berichten door verdachte aan hem/hun waren verzonden)
en/of waarbij die bedreigende woorden en/of berichten ook bekend zijn gemaakt
en/of geworden binnen de politie organisatie en voornoemde [agent].
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven: