Beslissing
verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
1, 2, 3, 4 en 5 telkens:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtig handelingen plegen, meermalen gepleegd;
verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
10 (tien) dagen;
beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet
naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur
van
100 (éénhonderd) dagen;
bepaalt, dat een gedeelte van deze straf, groot
100 (éénhonderd) uren, met een vervangende hechtenis van
50 (vijftig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van
3 jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van € 605,60, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2013, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], een bedrag te betalen van € 605,60, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2013, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 (twaalf) dagen hechtenis;
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], van een bedrag van € 531,44, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2013, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], een bedrag te betalen van € 531,44, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2013, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis;
heft op het – geschorste – bevel voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door mrs. Kropman, voorzitter, Gilhuis en O. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
18 oktober 2013.
Mr. Kropman is buiten staat mede te ondertekenen.