Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
Beslissing
het tenlastegelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
benadeelde partij[slachtoffer]
niet-ontvankelijk in haar vordering;
Rechtbank Gelderland
In de zaak tegen een masseur, die beschuldigd werd van aanranding, heeft de Rechtbank Gelderland op 18 oktober 2013 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor het plegen van ontucht met een vrouw, die zich als cliënt aan zijn zorg had toevertrouwd. De tenlastelegging betrof het aanraken van intieme delen van de aangeefster tijdens een massagebehandeling op 29 september 2012 in Barchem. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte onhandig heeft gehandeld door dicht bij de intieme delen van de aangeefster te masseren en dat zijn communicatie over de behandeling te wensen overliet. Echter, de rechtbank oordeelde dat de aanrakingen, die plaatsvonden in het kader van de massage, niet als ontuchtig konden worden gekwalificeerd.
De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en de verdachte zorgvuldig gewogen. De verklaring van de aangeefster over het betasten van haar billen, borsten en vagina werd niet ondersteund door ander bewijs, waardoor de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kon komen. De verdachte ontkende de aantijgingen en verklaarde dat zijn aanrakingen therapeutisch van aard waren. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, de aangeefster, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij afgewezen en verklaard dat zij haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De uitspraak van de rechtbank resulteerde in de vrijspraak van de verdachte en de niet-ontvankelijkheid van de vordering van de benadeelde partij.