[verdachte],
geboren te[geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende te[verblijfadres]
De raadsman: mr. C.A. Boeve, advocaat te Putten.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het achter gesloten deuren gehouden onderzoek op de terechtzitting van 8 oktober 2013.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op 11 mei 2013, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een of
meer openbare wegen in de gemeente Apeldoorn
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of
(een) goed(eren), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan die[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- een baksteen tegen, althans in de richting van, het lichaam en/of hoofd van[slachtoffer] en/of tegen,
althans in de richting van, de fiets van[slachtoffer] heeft gegooid (waardoor deze hard ten val
kwam) en/of
- ( terwijl die[slachtoffer] op de grond lag) bovenop die[slachtoffer] is gesprongen en/of op
het lichaam van die[slachtoffer] is gaan en/of blijven zitten en/of liggen en/of
- die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met
kracht in diens gezicht en/of tegen en/of op diens hoofd heeft geslagen
(met een baksteen) en/of
- die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met
kracht tegen diens arm(en), hand(en), polsen, heup(streek) en/of elders
op/tegen diens lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of
- ( meermalen) tegen die[slachtoffer] heeft geroepen/gezegd: " Geef me je bezittingen",
althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of (vervolgens)
- met zodanige kracht aan de rugzak van die[slachtoffer] heeft getrokken dat de
kleding en/of die rugzak van die[slachtoffer] (deels) scheurde en/of
- een voorwerp, dan wel zijn, verdachtes, vinger tegen de slaap van die[slachtoffer]
heeft gedrukt en/of (vervolgens)
- ( meermalen) tegen die[slachtoffer] heeft geroepen/gezegd: "Geef me je
bezittingen" en/of "Geef me je spullen", althans woorden van gelijke aard
of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de nacht van 10 op 11 mei 2013 te Apeldoorn ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd
[slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat
opzet
- een baksteen tegen, althans in de richting van, het lichaam en/of hoofd van[slachtoffer] en/of tegen,
althans in de richting van, de fiets van[slachtoffer] heeft gegooid (waardoor deze hard ten val
kwam) en/of
- ( terwijl die[slachtoffer] op de grond lag) bovenop die[slachtoffer] is gesprongen en/of op
het lichaam van die[slachtoffer] is gaan en/of blijven zitten en/of liggen en/of
- die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met
kracht in diens gezicht en/of tegen en/of op diens hoofd heeft geslagen
(met een baksteen) en/of
- die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met
kracht tegen diens arm(en), hand(en), polsen, heup(streek) en/of elders
op/tegen diens lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de nacht van 10 op 11 mei 2013 te Apeldoorn opzettelijk
mishandelend een persoon , te weten [slachtoffer]
- een baksteen tegen, althans in de richting van, het lichaam en/of hoofd van[slachtoffer] en/of tegen,
althans in de richting van, de fiets van[slachtoffer] heeft gegooid (waardoor deze hard ten val
kwam) en/of
- ( terwijl die[slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met
kracht die[slachtoffer] in diens gezicht en/of tegen en/of op diens hoofd heeft
geslagen (met een baksteen) en/of
- ( terwijl die[slachtoffer] op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met
kracht deze tegen diens arm(en), hand(en), polsen, heup(streek) en/of elders
op/tegen diens lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding van het onderzoek
Op 11 mei 2013 kreeg de meldkamer van de politie Oost-Nederland een melding van een onwelwording aan de [adres]. De verbalisanten kregen omstreeks 00:56 uur de melding om naar de [adres] te gaan. Verbalisanten zagen ter plaatse twee fietsen op het fietspad liggen, met een baksteen naast een van de fietsen. In de bosjes naast het fietspad lagen twee personen, naar later bleek aangever[slachtoffer] en verdachte. Verdachte werd daarop aangehouden. Diezelfde dag heeft[slachtoffer] aangifte tegen verdachte gedaan.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde. Ter terechtzitting heeft zij de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht, een en ander verwoord in haar overgelegde schriftelijke requisitoir.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft - kort gezegd - vrijspraak bepleit van het onder feit 1 tenlastegelegde, een en ander zoals verwoord in zijn overgelegde pleitnota. Verdachte ontkent dat hij aangever[slachtoffer] heeft geprobeerd te beroven en zou hebben geroepen dat aangever zijn bezittingen aan verdachte moest geven. De raadsman heeft aangevoerd dat in het dossier geen bewijsmiddelen voorhanden zijn die de verklaring van aangever ondersteunen.
De raadsman heeft - kort gezegd - vrijspraak bepleit van de onder feit 2 primair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling, een en ander zoals verwoord in zijn overgelegde pleitnota. De raadsman heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte zou hebben geslagen met een baksteen, dan wel deze baksteen tegen het lichaam van aangever[slachtoffer] zou hebben gegooid. Het blijft in het midden of verdachte de baksteen naar[slachtoffer] of de fiets heeft gegooid. Evenmin blijkt vanaf welke afstand en met welke kracht verdachte de baksteen heeft gegooid. Het wordt wel duidelijk dat verdachte op aangever is gedoken en hem meerdere malen heeft geslagen. Er is onvoldoende bewijs voorhanden dat aangever is geslagen tegen zijn armen, handen, polsen en/of heup. Dat aangever mogelijkerwijs pijn of en/of letsel heeft aan deze lichaamsdelen, kan ook zijn veroorzaakt door de val van de fiets of de worsteling met verdachte. Verdachte is op aangever gesprongen en heeft hem een aantal malen geslagen met zijn vuisten. Dit is onvoldoende voor een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De raadsman heeft zich ten aanzien van de onder 2 subsidiaire tenlastegelegde mishandeling gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2
De rechtbank zal de feiten gelet op hun onderlinge samenhang tegelijk beoordelen, waarbij elk bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts is gebruikt ten aanzien van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
[slachtoffer] heeft op 11 mei 2013 aangifte gedaan. Hij heeft, zakelijk weergegeven, bij de politie verklaard dat hij op 11 mei 2013 omstreeks 00:30 uur van zijn werk in Apeldoorn is vertrokken op de fiets.Op de [adres] kwam hij plotseling met zijn fiets ten val. Voordat hij op de grond lag, voelde hij dat er een persoon boven op hem lag. De persoon begon direct op[slachtoffer] in te slaan. Hij zag dat de persoon zijn handen tot vuisten had gebald. Hij voelde dat de persoon echt op hem insloeg. De persoon sloeg aan een stuk door. De klappen kwamen met grote kracht aan en hij voelde scherpe pijnen aan zijn hoofd. De persoon sloeg vooral tegen de slaap en de achterzijde van het hoofd van[slachtoffer]. Hij hoorde de man zeggen: ”Geef me je bezittingen” en ”Geef me je spullen”. Dit bleef de persoon herhalen.[slachtoffer] voelde iets tegen zijn slaap drukken. Gelukkig bleek dat verdachtes vinger te zijn.
Uit de medische verklaring van [arts], arts en Dienstdoende Geneesheer Huisartsenpost, van 11 mei 2013 blijkt dat bij[slachtoffer] schaafverwondingen in het gelaat, behaarde hoofd, beide schouders en beide onderarmen werden geconstateerd. Ook werden haematomen op neus en behaarde hoofd/nek en enkele wondjes op de neus geconstateerd.
Verdachte heeft, zakelijk weergegeven, bij de politie verklaard dat hij in dronken toestand fietste.Hij zag bakstenen liggen, heeft er één van gepakt en heeft deze steen naar een fietser gegooid.Hij is achter de fietser aan gefietst en kon hem uiteindelijk inhalen. Hij ging links naast hem fietsen. Hij heeft toen geprobeerd de fietser met de steen te raken.Hij heeft de fietser geslagen.Hij stompte hem met zijn vuisten.
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat is komen vast te staan dat de verdachte een baksteen in de richting van het lichaam en/of hoofd van[slachtoffer] en/of in de richting van de fiets van[slachtoffer] heeft gegooid. Daarnaast acht de rechtbank bewezen dat verdachte aangever meermalen met kracht in diens gezicht en/of tegen diens hoofd heeft geslagen.
De rechtbank acht, onder meer gelet op de aangifte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot afpersing, terwijl het feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een openbare weg, zoals is tenlastegelegd onder feit 1 primair. Ten aanzien van het onder het zesde gedachtestreepje “- met zodanige kracht aan de rugzak van die[slachtoffer] heeft getrokken dat de kleding en/of die rugzak van die[slachtoffer] (deels) scheurde” is de rechtbank van oordeel dat dit niet kan meewerken aan een bewezenverklaring van de ten laste gelegde poging tot afpersing, nu deze handeling(en) veeleer betrekking hebben op een - niet tenlastegelegde - poging tot diefstal.
De rechtbank ziet zich voorts gesteld voor de vraag of het voorgaande eveneens een poging tot zware mishandeling dan wel mishandeling oplevert.
Het gooien met een baksteen in de richting van aangever, die volgens de verklaring van verdachte naast hem fietste, bergt de aanmerkelijke kans in zich dat zwaar lichamelijk letsel ontstaat. De rechtbank is van oordeel dat verdachte daarmee willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het gooien met een baksteen in de richting van het hoofd zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kon hebben, zodat sprake is van voorwaardelijk opzet. Ten aanzien van het onder het vierde gedachtestreepje tenlastegelegde, te weten ”die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, althans eenmaal met kracht tegen diens arm(en), hand(en), polsen, heup(streek) en/of elders op/tegen diens lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt ” is de rechtbank van oordeel dat verdachte voor dit onderdeel dient te worden vrijgesproken. De rechtbank heeft niet de overtuiging bekomen dat verdachte ook dit onderdeel van het tenlastegelegde heeft gepleegd, nu aangever[slachtoffer] heeft verklaard dat hij zijn armen en handen voor zijn gezicht heeft gehouden om te proberen de klappen af te weren. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het 2 primair tenlastegelegde op na te melden wijze heeft begaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 11 mei 2013, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een of
meer openbare wegen in de gemeente Apeldoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, toebehorende aan die[slachtoffer],
- een baksteen in de richting van, het lichaam en/of hoofd van[slachtoffer] en/of in de richting van,
de fiets van[slachtoffer] heeft gegooid (waardoor deze hard ten val kwam) en
- ( terwijl die[slachtoffer] op de grond lag) bovenop die[slachtoffer] is gesprongen en/of op
het lichaam van die[slachtoffer] is gaan en/of blijven zitten en/of liggen en/of
- die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, met kracht in diens gezicht en/of tegen
diens hoofd heeft geslagen en
- ( meermalen) tegen die[slachtoffer] heeft geroepen/gezegd: " Geef me je bezittingen",
althans woorden van gelijke aard of strekking, en (vervolgens)
- een voorwerp, dan wel zijn, verdachtes, vinger tegen de slaap van die[slachtoffer]
heeft gedrukt en (vervolgens)
- ( meermalen) tegen die[slachtoffer] heeft geroepen/gezegd: "Geef me je
bezittingen" en/of "Geef me je spullen", althans woorden van gelijke aard
of strekking,
2.
hij in de nacht van 10 op 11 mei 2013 te Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- een baksteen in de richting van, het lichaam en/of hoofd van[slachtoffer] en/of in de richting van,
de fiets van[slachtoffer] heeft gegooid (waardoor deze hard ten val kwam) en
- ( terwijl die[slachtoffer] op de grond lag) bovenop die[slachtoffer] is gesprongen en/of op
het lichaam van die[slachtoffer] is gaan en/of blijven zitten en/of liggen en
- die[slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) meermalen, met kracht in diens gezicht en/of tegen
diens hoofd heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1:
Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een openbare weg;