Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
- dat [kleinzoon] in de woning was omdat verdachte hem aansprak met de naam ‘[kleinzoon]’;
- dat verdachte tegen [medeverdachte] zei dat [kleinzoon] goed geïnstrueerd moest worden;
- dat [medeverdachte] tegen verdachte zei dat niemand er ooit achter mocht komen dat [kleinzoon] bij ….(onverstaanbaar) had gezeten;
- dat er nu een goed plan gemaakt moest worden voor het melden van de terugkeer van [kleinzoon];
- dat verdachte [kleinzoon] onder druk zette met de woorden: “Je moet voor je eigen bestwil liegen tegen je moeder, dat kun je toch wel?”; en
- dat [kleinzoon] aan zijn moeder moest vertellen dat hij bij een vriendje had verbleven.
- dat hij bij [betrokkene 2] en [betrokkene 3] in Apeldoorn had verbleven;
- dat verdachte en [medeverdachte] hadden geregeld dat hij hier een tijdje kon verblijven;
- dat [medeverdachte] hem hier maandagmiddag direct na het gesprek met de kinderrechter naar toe had gebracht; en
- dat hij die avond, 8 november 2012, door [medeverdachte] was opgehaald uit Apeldoorn.
Beslissing
niet bewezen, dat verdachte het
onder parketnummer 05/720080-13 ten laste gelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
parketnummer 05/820990-13tenlastegelegde heeft begaan;
medeplegen van onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag en bevoegd opzicht;
gevangenisstrafvoor de duur van
twee weken;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
benadeelde partij [moeder kleinzoon] (parketnummer 05/820990-13) niet-ontvankelijk in haar vordering.