ECLI:NL:RBGEL:2013:5949

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
2484025 BM VERZ 13-1092, 2484038 BH VERZ 13-14999
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Udo de Haes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming van opvolgend bewindvoerder in civiele procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 10 december 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin de rechthebbende, vertegenwoordigd door mr. T.P. Boer, verzocht om ontslag van zijn bewindvoerder, [bewindvoerder A], en benoeming van een nieuwe bewindvoerder, [bewindvoerder B]. De rechthebbende diende zijn verzoekschrift op 25 oktober 2013 in, vergezeld van diverse klachten over de werkwijze van de bewindvoerder. De klachten betroffen onder andere het niet tijdig aanleveren van een schuldenoverzicht, de onvolledigheid en onjuistheid van het aangeleverde overzicht, en slechte communicatie van de bewindvoerder.

De kantonrechter heeft de klachten puntsgewijs behandeld en vastgesteld dat de bewindvoerder niet heeft voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit eerdere beschikkingen. De bewindvoerder erkende dat het schuldenoverzicht niet tijdig was verstrekt en dat het overzicht niet compleet was. De kantonrechter oordeelde dat de klachten van de rechthebbende gegrond waren en dat er voldoende gewichtige redenen waren om de bewindvoerder te ontslaan. De kantonrechter benadrukte het belang van een vertrouwensbasis tussen de rechthebbende en de bewindvoerder, welke door de gegrond verklaarde klachten was komen te vervallen.

De beslissing van de kantonrechter hield in dat de bewindvoerder met ingang van 31 december 2013 werd ontslagen en dat [bewindvoerder B] als nieuwe bewindvoerder werd benoemd. Tevens werd de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de rechthebbende werden begroot op € 120,00. De beschikking werd openbaar uitgesproken en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK gelderland

Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 2484025 BM VERZ 13-1092
2484038 BH VERZ 13-14999 (JU/ah)
BM dossiers: 6426
beschikking van de kantonrechter d.d. 10 december 2013
inzake de klacht en het verzoek die op 25 oktober 2013 zijn ingediend door:
mr. T.P. Boer
namens [rechthebbende],
geboren te [plaats] op [1986],
wonende te [plaats, adres],
hierna te noemen: klager/rechthebbende,
om [bewindvoerder A] (bewindvoerder/beklaagde) te ontslaan als bewindvoerder over de goederen van hemzelf
en in haar plaats tot bewindvoerder te benoemen:
[bewindvoerder B],
postadres: [adres, plaats].
Het procesverloop
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 25 oktober 2013;
  • de reactie van de bewindvoerder van 21 november 2013 op dit verzoek;
  • de fax met bijlagen van mr. T.P. Boer van 2 december 2013;
  • de aantekeningen van de griffier van de gehouden mondelinge behandeling van 2 december 2013, met bijgevoegd de pleitaantekeningen namens [rechthebbende];

1.Het verzoek en het verweer

1.1
Rechthebbende heeft diverse – hierna weertegeven – klachten over zijn bewindvoerder en verzoekt daarom tot benoeming van een andere bewindvoerder over te gaan. Tevens verzoekt rechthebbende de bewindvoerder te veroordelen in de proceskosten.
De kantonrechter vat de klachten als volgt samen:
  • het niet tijdig aanleveren van een schuldenoverzicht dan wel het niet aanleveren van een schuldenoverzicht per 1 juli 2013;
  • het ingestuurde schuldenoverzicht is niet compleet en niet correct;
  • slechte communicatie;
Beklaagde heeft onder overlegging van stukken verweer gevoerd, waarop hieronder zal worden ingegaan.

2.De beoordeling

klachten en het verzoek ontslag/benoeming bewindvoerder
2.1
Ingevolge de wet kan de kantonrechter – voor zover nu van belang – op verzoek van rechthebbende de bewindvoerder ontslaan wegens gewichtige redenen. De kantonrechter dient dus te beoordelen of de klachten van rechthebbende aanleiding geven om tot het ontslag van de bewindvoerder over te gaan.
2.2
De kantonrechter zal de klachten van rechthebbende puntsgewijs behandelen in de volgorde als in 1.1 weergegeven.
2.2.1
De klacht van rechthebbende over het niet tijdig aanleveren van een schuldenoverzicht dan wel het niet aanleveren van een schuldenoverzicht per 1 juli 2013 wordt gegrond verklaard. De bewindvoerder erkent immers dat het schuldenoverzicht niet tijdig is verstrekt. Ook staat vast dat er geen schuldenoverzicht per 1 juli 2013 is opgesteld.
De bewindvoerder heeft het nut en de redelijkheid in twijfel getrokken van het verstrekken van dit schuldenoverzicht. Nu deze verplichting is opgelegd in een eerdere beschikking van de kantonrechter waartegen geen hoger beroep is ingesteld is de afweging van nut en noodzaak hiervan niet (meer) aan de bewindvoerder, doch mag de rechthebbende ervan uitgaan dat de bewindvoerder daaraan zal voldoen.
2.2.2
Rechthebbende heeft gesteld dat het opgestelde schuldenoverzicht niet volledig en niet correct is. De bewindvoerder erkent dat de posten Vesting Finance en KPN niet zijn betaald en derhalve in de verkeerde kolom van het overzicht staan vermeld. Ook is de post Belastingdienst per abuis niet opgenomen in het schuldenoverzicht. De bewindvoerder erkent daarnaast dat de post CVZ niet is opgenomen in het overzicht. Zij geeft als reden hiervoor aan dat er geen post van het CVZ is ontvangen. Dit is echter niet aannemelijk geworden. Ter zitting heeft mr. Boer immers een lijst overgelegd waarop te zien is welke poststukken de moeder van rechthebbende bij de bewindvoerder heeft afgegeven. Tijdens de zitting heeft de bewindvoerder ook erkend dat voor de poststukken, die moeder aflevert, voor ontvangst wordt getekend, dat van elke brief een kopie wordt gemaakt en dat de moeder van rechthebbende de poststukken dan weer meeneemt. Uit deze lijst blijkt dat er drie maal een poststuk van CVZ bij de bewindvoerder is binnengekomen.
Uit het bovenstaande blijkt dat het schuldenoverzicht niet volledig en ook niet correct is opgesteld. De klacht wordt dan ook gegrond verklaard.
2.2.3
Voorts heeft rechthebbende aangevoerd dat de communicatie met de bewindvoerder niet goed loopt. De bewindvoerder erkent dat er wat betreft het schuldenoverzicht een betere terugkoppeling had kunnen plaatsvinden en biedt daarvoor haar excuses aan. De kantonrechter vindt het opmerkelijk dat er zowel naar rechthebbende als naar de kantonrechter geen communicatie heeft plaatsgevonden met betrekking tot het niet dan wel niet tijdig toesturen van het schuldenoverzicht per 1 juli 2013. De beschikking van 12 augustus 2013 is op dit punt duidelijk en indien, zoals nu blijkt, niet aan dit punt kon worden voldaan had het op de juiste weg geleden om de kantonrechter en de rechthebbende hiervan eigener beweging op de hoogte te brengen.
Dit onderdeel van de klacht zal dan ook gegrond worden verklaard.
2.2.4
Op grond van het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van voldoende gewichtige redenen die aanleiding geven om [bewindvoerder A] te ontslaan als bewindvoerder en een opvolgend bewindvoerder te benoemen. Daarnaast is in de hierboven weergegeven gang van zaken voldoende objectieve grond voor de omstandigheid dat rechthebbende als gevolg van klachten over de werkwijze van [bewindvoerder A] het vertrouwen heeft verloren in een voortdurende samenwerking met [bewindvoerder A]. Het is voor een goede uitvoering van het bewind en het kunnen toevertrouwen van de financiële belangen van een rechthebbende noodzakelijk dat er voldoende vertrouwensbasis bestaat met de bewindvoerder. Door de gegrondheid van de aangevoerde klachten is deze vertrouwensbasis komen te ontbreken. Het verzoek zal op grond van het voorgaande worden toegewezen.
2.2.5
De bewindvoerder zal in de kosten van de procedure worden veroordeeld, op de wijze als hierna te bepalen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart de klachten tegen de bewindvoerder gegrond;
- ontslaat met ingang van 31 december 2013 als bewindvoerder [bewindvoerder A];
- benoemt met ingang van 31 december 2013 tot bewindvoerder over de goederen van
[rechthebbende]:
[bewindvoerder B],
postadres: [adres, plaats].
- veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van rechthebbende begroot op € 120,00 aan salaris.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. J.J. Udo de Haes en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2013.
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem
door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.