In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 10 december 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin de rechthebbende, vertegenwoordigd door mr. T.P. Boer, verzocht om ontslag van zijn bewindvoerder, [bewindvoerder A], en benoeming van een nieuwe bewindvoerder, [bewindvoerder B]. De rechthebbende diende zijn verzoekschrift op 25 oktober 2013 in, vergezeld van diverse klachten over de werkwijze van de bewindvoerder. De klachten betroffen onder andere het niet tijdig aanleveren van een schuldenoverzicht, de onvolledigheid en onjuistheid van het aangeleverde overzicht, en slechte communicatie van de bewindvoerder.
De kantonrechter heeft de klachten puntsgewijs behandeld en vastgesteld dat de bewindvoerder niet heeft voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit eerdere beschikkingen. De bewindvoerder erkende dat het schuldenoverzicht niet tijdig was verstrekt en dat het overzicht niet compleet was. De kantonrechter oordeelde dat de klachten van de rechthebbende gegrond waren en dat er voldoende gewichtige redenen waren om de bewindvoerder te ontslaan. De kantonrechter benadrukte het belang van een vertrouwensbasis tussen de rechthebbende en de bewindvoerder, welke door de gegrond verklaarde klachten was komen te vervallen.
De beslissing van de kantonrechter hield in dat de bewindvoerder met ingang van 31 december 2013 werd ontslagen en dat [bewindvoerder B] als nieuwe bewindvoerder werd benoemd. Tevens werd de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de rechthebbende werden begroot op € 120,00. De beschikking werd openbaar uitgesproken en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.