ECLI:NL:RBGEL:2013:5998

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 oktober 2013
Publicatiedatum
20 december 2013
Zaaknummer
878083.13 en 878402.13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Huidekoper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fouten bij aanvraag bijzondere bijstand en toekenning schadevergoeding in beschermingsbewind

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 14 oktober 2013, gaat het om een verzoeker die schadevergoeding eist in het kader van een beschermingsbewind. De zaak betreft de aanvraag van bijzondere bijstand voor extra uren die de bewindvoerder heeft gemaakt voor de toelating van de verzoeker tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). De kantonrechter had eerder op 2 augustus 2013 al een beschikking gegeven, waarin werd vastgesteld dat de bewindvoerder niet voldoende had aangetoond of de extra uren in 2011 of 2012 waren gemaakt. De bewindvoerder werd gevraagd om aanvullende informatie te verstrekken over de aanvraag van bijzondere bijstand voor deze uren.

De voormalige bewindvoerder heeft op 13 augustus 2013 gereageerd en bevestigd dat de extra uren in 2012 zijn gemaakt, maar dat de aanvraag voor bijzondere bijstand niet op de juiste wijze was ingediend. Dit leidde tot de afwijzing van de aanvraag op 27 juli 2012. De kantonrechter concludeert dat de verzoeker op grond van artikel 1:362 van het Burgerlijk Wetboek recht heeft op schadevergoeding, omdat de voormalige bewindvoerder fouten heeft gemaakt in de aanvraagprocedure.

De kantonrechter heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 224,91, bovenop een eerder toegekend bedrag van € 449,82. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De uitspraak benadrukt het belang van correcte procedures bij aanvragen voor bijzondere bijstand en de verantwoordelijkheden van bewindvoerders in dergelijke zaken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummers : 878083.13 en 878402.13
BM-nummer : 4739
[uitspraak][zaaknr]
Beschikking van de kantonrechter d.d. 14 oktober 2013
Inzake:

[verzoeker]

wonend te [adres], [plaats],
geboren te[plaats] op [1977],
verzoeker/rechthebbende (hierna: rechthebbende)
gemachtigde: mr. M.C. van der Meij, advocaat te Nijmegen.
Vervolg op de beschikking van de kantonrechter van 2 augustus 2013 betreffende vaststelling van het resterende bedrag aan schadevergoeding.

procedure

In de beschikking van 2 augustus 2013 is, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
“De kantonrechter kan uit de stukken niet afleiden of de drie extra uren betreffende toelating tot de WNSP in 2011 of 2012 zijn gemaakt. De bewindvoerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de door haar verrichte werkzaamheden van belang waren om een compleet overzicht te verkrijgen voor het minnelijk schuldentraject en vervolgens de aanvraag tot toelating tot de WSNP (zonder die werkzaamheden van de bewindvoerder acht de kantonrechter het succesvol treffen van een minnelijke regeling dan wel aanvraag tot de WSNP door de gemeente niet mogelijk). Daarnaast heeft rechthebbende ter zitting desgevraagd gemeld dat zijn bewindvoerder bij de toelatingszitting WSNP aanwezig was.
Gelet op het voorgaande stelt de kantonrechter de bewindvoerder in de gelegenheid om zich binnen twee weken na heden uit te laten over de volgende vragen:
1.
In welk jaar heeft de bewindvoerder drie extra uren gemaakt betreffende toelating van rechthebbende tot de WSNP?
2.
Indien het antwoord op vraag 1 het jaar 2012 luidt, dan wenst de kantonrechter te vernemen of voor die extra uren tijdig bijzondere bijstand is aangevraagd. Bewijsstukken van het tijdstip van de aanvraag en – indien toekenning heeft plaatsgevonden – van deze toekenning en van de uitbetaling dienen te worden overgelegd.
De bewindvoerder dient een afschrift te sturen naar de rechtbank en de gemachtigde van rechthebbende. Zij krijgt vervolgens eveneens een termijn van twee weken om daarop te reageren. Na die periode zal de kantonrechter een beslissing nemen over de vraag of schadevergoeding moet worden toegekend omdat de bewindvoerder al dan niet tijdig bijzondere bijstand (drie uren) heeft aangevraagd betreffende toelating van rechthebbende tot de WSNP.”
Het dictum in voormelde beschikking luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
“houdt de beslissing aan voor wat betreft de vraag of rechthebbende schade heeft geleden wegens het al dan niet tijdig aanvragen van bijzondere bijstand betreffende drie extra uren voor toelating van rechthebbende tot de WSNP”
Daarnaast is in voormelde beschikking [bewindvoerder A] met ingang van 9 augustus 2013 ontslagen als bewindvoerder van rechthebbende. Daarop is aansluitend [bewindvoerder B] als opvolgend bewindvoerder benoemd.

beoordeling

De thans voormalige bewindvoerder heeft bij brief van 13 augustus 2013 antwoord gegeven op de hiervoor vermelde vragen over het jaar waarin de extra uren betreffende toelating van rechthebbende tot de WSNP zijn gemaakt en of daarvoor tijdig bijzondere bijstand is aangevraagd. De reactie van de voormalige bewindvoerder op deze vragen luidt als volgt:
“1. De extra uren betreffende toelating van [verzoeker] tot de WSNP zijn gemaakt in 2012;
2.
Voor de extra uren is bijzondere bijstand aangevraagd, echter, dit is niet op de juiste wijze gedaan. Er is namelijk tweemaal bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten aangevraagd in 2012, te weten op 6 maart 2012 en op 21 juni 2012. De laatste aanvraag had betrekking moeten hebben op de extra uren van het WSNP-traject. Dit is echter onvoldoende duidelijk uit de verf gekomen, waarna de aanvraag op 27 juli 2012 is afgewezen. Hiertegen is geen bezwaar gemaakt.”
Uit de voorgaande reactie van de voormalige bewindvoerder volgt reeds dat rechthebbende op grond van artikel 1:362 Burgerlijk Wetboek recht heeft op schadevergoeding. Immers, hieruit blijkt dat ten aanzien van de drie extra uren die in het jaar 2012 in rekening zijn gebracht betreffende toelating van rechthebbende tot de WSNP – wegens fouten van de zijde van de voormalige bewindvoerder – geen bijzondere bijstand is verkregen van de gemeente Nijmegen.
Het voorgaande betekent concreet dat rechthebbende naast de reeds toegekende schadevergoeding (€ 449,82), nu tevens recht heeft op een bedrag aan schadevergoeding terzake de drie gefactureerde uren voor toelating tot de WSNP ten bedrage van € 224,91 (incl. btw).
3.
De beslissing
De kantonrechter:
  • wijst het verzoek om schadevergoeding toe tot een bedrag van € 224,91 (incl. btw);
  • verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A. Huidekoper, en in het openbaar uitgesproken op
14 oktober 2013 in aanwezigheid van de griffier.(sk)
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat-, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.