Uitspraak
Rechtbank GELDERLAND
Wegener B.V.,
1.Procesverloop
- het ter griffie binnengekomen verzoekschrift d.d. 22 november 2013;
- het ter griffie binnengekomen verweerschrift d.d. 12 december 2013;
- de mondelinge behandeling ter terechtzitting d.d. 16 december 2013, waarvan door de griffier aantekening is gehouden.
2.De feiten
2 december 2013 is onder meer het volgende te lezen.
“
(…) 30 oktober 2013 Spreekuur bedrijfsarts: [verweerster] zal over 3 a 5 maanden weer belastbaar zijn conform de fml. (…) Op 9 september is er een FML door de bedrijfsarts opgesteld. (…) Om de re-integratiemogelijkheden in eigen dan wel passend werk te beoordelen wordt een arbeidsdeskundige ingeschakelt. De conclusie luidt dat het eigen werk niet passend is en ook niet passen is te maken. De arbeidsdeskundige stelt ook: “In dit onderzoek is er niet gekeken naar de mogelijkheden voor ander passend werk binnen Wegener Media. De reden hiervan is omdat de werkgever duidelijk heeft aangegeven afscheid te gaan nemen van betrokkene”.Werkgever heeft met dit onderzoek aangetoond dat werknemer, op dit moment, niet geschikt is voor het eigen werk. Met dit onderzoek is echter niet aangetoond dat er geen passende mogelijkheden zijn voor werknemer binnen de organisatie Wegener. Werkgever heeft aan de arbeidsdeskundige aangegeven dat dit niet hoeft omdat werkgever toch afscheid gaat nemen van werknemer (de ontslag procedure bij de kantonrechter is inmiddels gestart). Dit is geen deugdelijke grond van werkgever om af te zien van een verder onderzoek naar ander passend werk omdat van een werkgever, ook in een krimpende organisatie, verwacht mag worden dat er voor een zieke werknemer gezocht wordt naar herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie.(…)Werkgever doet onvoldoende om werknemer weer aan het werk te helpen, door in april 2013 de re-integratie van werknemer in arbeidstherapeutische werkzaamheden niet adequaat op te pakken en uit te voeren, is er een forse achterstand in de re-integratie in werk. Ook nu is er nog niet gestart met re-integreren in werk waardoor de achterstand verder oploopt (er zijn weer mogelijkheden vanaf begin september 2013). Werkgever doet ook nu nog onvoldoende door in oktober 2013 na te laten een onderzoek te doen naar herplaatsingsmogelijkheden voor werknemer binnen de eigen organisatie Wegener en alleen aan te sturen op ontslag. (…)”.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Ondanks deze verklaringen, waaruit op zich niet valt af te leiden dat er geen bedrijfseconomische noodzaak is, volgt uit de onderbouwing van het advies van de COR en de door Wegener overgelegde stukken voldoende dat sprake is van een situatie waarin een werkgever de keuze voor een ingrijpende reorganisatie kan maken. In beginsel staat het een werkgever als Wegener vrij haar organisatiestructuur aan te passen indien zij dat nodig acht. Daarbij dienen de belangen van de medewerkers wel voldoende in acht genomen te worden.
artikel 7:670 lid 1 BW ook geldt voor opzeggingen die geen verband houden met de ziekte, maar tijdens een ziekteperiode plaatsvinden en dat reflexwerking aan dit verbod wordt toegekend bij de beoordeling van een ontbindingsverzoek. Evenzeer is bij de beoordeling van een ontbindingsverzoek als het onderhavige een uitgangspunt dat reflexwerking toekomt aan de genoemde beleidsregels van het UWV. Bedoelde reflexwerking komt erop neer dat bij de beoordeling door de kantonrechter van een ontbindingsverzoek in beginsel aan dezelfde materiële bepalingen getoetst dient te worden als bij een ontslag dat ter toetsing aan UWV is voorgelegd.
Voor toekenning van reflexwerking aan het opzegverbod tijdens ziekte bestaat geen of minder aanleiding in een ontbindingsprocedure wanneer sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid of van een ontbinding op bedrijfseconomische gronden waarbij op voorhand uitgesloten is dat de werknemer na zijn herstel herplaatst kan worden. Dat dit het geval is, is echter niet aannemelijk. Vast staat dat het hier geen situatieve arbeidsongeschiktheid betreft. Of [verweerster] na zijn herstel in zijn eigen of een andere passende functie herplaatst kan worden is door Wegener niet onderzocht.
€ 16.376,96 en € 4.094,24. In 2012 is geen bonus uitgekeerd in verband met de arbeidsongeschiktheid. Over de laatste drie jaar is het gemiddelde bedrag aan bonus
€ 568,64 per maand, zodat, inclusief de vakantietoeslag en de bonus, zal worden uitgegaan van B = € 8.204,24. Rekening houdend met een c-factor van 1,5 zal een vergoeding worden toegekend van € 270.740,-.