ECLI:NL:RBGEL:2013:6286
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- P.J. Wiegman
- L. van Gijn
- K.H.A. Heenk
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 2 december 2013 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. R.P. van Baaren, die als rechter optrad in twee aan de verzoeker gerelateerde WOZ-zaken. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 18 november 2013, waarbij de verzoeker stelde dat de rechter partijdig was. De verzoeker voerde aan dat de rechter tijdens een eerdere zitting geen schriftelijk bewijs had overgelegd voor zijn stelling dat de woning van de verzoeker niet verkoopbaar was. Daarnaast vroeg de verzoeker om relevante bewijsstukken met betrekking tot de mandatering vanuit de gemeente Renkum, die volgens hem niet waren verstrekt, wat de schijn van partijdigheid zou oproepen.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking behandeld en geconcludeerd dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek. De kamer oordeelde dat de gronden voor wraking, die de verzoeker naar voren had gebracht, al eerder in een ander wrakingsverzoek waren ingediend en dat de verzoeker deze gronden niet opnieuw had kunnen aanvoeren. De wrakingskamer benadrukte dat volgens de Algemene wet bestuursrecht alle feiten en omstandigheden tegelijk moeten worden voorgedragen en dat alleen nieuwe feiten die na het indienen van het wrakingsverzoek bekend zijn geworden, nog in aanmerking kunnen worden genomen. Aangezien de verzoeker geen nieuwe feiten had aangedragen, werd het verzoek afgewezen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit de rechters P.J. Wiegman (voorzitter), L. van Gijn en K.H.A. Heenk, in aanwezigheid van griffier mr. N. Baaziz.