Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde] en [gedaagde].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, vorderde de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Oosterbeek, een geldsom van € 35.000,00 van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Arnhem. De eiseres stelde dat de gedaagde in gebreke was gebleven bij de nakoming van een koopovereenkomst en een leningsovereenkomst. De eiseres had op 3 april 2008 een bedrag van € 100.000,00 aan de gedaagde geleend, maar de gedaagde betwistte de lening en stelde dat deze was verjaard. De eiseres had de koopovereenkomst met betrekking tot een onroerende zaak ontbonden en vorderde tevens de opheffing van een conservatoir beslag dat door de gedaagde was gelegd op de onroerende zaak.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij nog aanspraak kon maken op de terugbetaling van de lening, aangezien de vordering tot nakoming was verjaard. De rechter wees de vordering tot terugbetaling van de lening af. Wat betreft de opheffing van het conservatoire beslag, oordeelde de voorzieningenrechter dat de eiseres voldoende had aangetoond dat de gedaagde geen recht meer had op levering van de onroerende zaak, omdat de uiterste leveringsdatum was verstreken en de koopovereenkomst was ontbonden. De voorzieningenrechter besloot het beslag op te heffen en legde de gedaagde op om bij toekomstige verzoeken tot beslaglegging de voorzieningenrechter te informeren over deze beslissing. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.