1.
hij op of omstreeks 05 november 2011 te Winterswijk, in elk geval in Nederland,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede
rijdende over de weg, de Gribbroekweg, roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, terwijl hij onder invloed verkeerde van (een aanzienlijke hoeveelheid) alcohol, althans na het gebruik van meer dan de maximaal voor verdachte als
beginnend bestuurder toegestane hoeveelheid alcohol(houdende drank), in elk geval na het gebruik van een (niet onaanzienlijke) hoeveelheid alcohol(houdende drank), en/of
terwijl het zicht ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt en/of werd gehinderd, en/of
terwijl die Gribbroekweg ter plaatse een bocht naar links maakt, niet, althans in onvoldoende mate op het voor hem gelegen gedeelte van die weg en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is blijven letten, en/of (daarbij) zijn aandacht niet, althans in onvoldoende mate op of bij het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of gehad, en/of (daarbij) over die Gribbroekweg heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met een voor de verkeerssituatie ter plaatse te hoge snelheid, en/of (daarbij) dat motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad, en/of (vervolgens) de naast die Gribbroekweg gelegen berm in is gereden of gegleden, in elk geval in die berem terecht is gekomen, en/of (vervolgens) door het naast die Gribbroekweg gelegen (gras)veld is gereden en/of gegleden, en/of (vervolgens) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met een aan de rand van dat (gras)veld staande boom, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden waardoor een ander ([getuige]) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, zulks terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, aangezien verdachte toen dat motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes bloed bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,78 milligram, in elk geval hoger dan 0,2 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs was afgegeven nog geen vijf jaren waren verstreken en de eerste afgifte van het rijbewijs op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden;
art 6 Wegenverkeerswet 1994
art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994
art 8 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994
art 8 lid 2 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994
art 163 lid 2 Wegenverkeerswet 1994