ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0740
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wob-verzoek en vergoeding van wettelijke rente na verbeurde dwangsom
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J.O. Zandt, een beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Veiligheid en Justitie. Het geschil betreft de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de vraag of er meerdere Wob-verzoeken zijn ingediend. Eiser heeft op 6 december 2010 een verzoek gedaan om informatie, maar de rechtbank oordeelt dat dit verzoek slechts één Wob-verzoek betreft. Eiser heeft verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op dit verzoek. De rechtbank constateert dat verweerder de maximale dwangsom van € 1260 heeft verbeurd door niet tijdig te beslissen.
De rechtbank oordeelt verder dat verweerder de ingebrekestelling van 17 juni 2011 ook had moeten aanmerken als een verzoek om vergoeding van de wettelijke rente. Aangezien verweerder hierover niet heeft beslist, verklaart de rechtbank het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover daarin niet is beslist over de vergoeding van de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat verweerder € 22,31 aan wettelijke rente aan eiser moet vergoeden, te rekenen vanaf het moment dat verweerder in verzuim was.
Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het door eiser betaalde griffierecht van € 156 en de proceskosten tot een bedrag van € 944. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 april 2013.