ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1388
Rechtbank Gelderland
- Raadkamer
- P.C. Quak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vergoeding kosten rechtsbijstand in verband met verdenking jegens werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 mei 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand. Het verzoek werd ingediend door een werknemer, die als verdachte was gehoord in een strafzaak die betrekking had op zijn werkgever. De werknemer, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. I. van Straalen, verzocht om vergoeding van gemaakte kosten van rechtsbijstand tot een totaalbedrag van € 3.079,56, plus bijkomende kosten voor het indienen van het verzoekschrift. De officier van justitie, mr. S. Planting, heeft in de raadkamer aangegeven dat bepaalde kosten toegewezen konden worden, maar dat de beslissing over de reistijd aan de raadkamer overgelaten moest worden.
De raadkamer heeft vastgesteld dat de werknemer niet als verdachte was ingeschreven en dat er geen zelfstandige verdenking tegen hem bestond. De verdenking was uitsluitend gericht tegen de werkgever. De raadkamer heeft overwogen dat de werknemer als verdachte was gehoord vanwege de verdenking jegens zijn werkgever, en dat het niet billijk zou zijn om de kosten van rechtsbijstand aan de werknemer toe te kennen, aangezien deze kosten voortvloeiden uit de verdenking tegen de werkgever. De raadkamer heeft ook opgemerkt dat de werkgever bereid was de kosten van rechtsbijstand voor de werknemer voor te schieten, met de verplichting voor de werknemer om deze kosten terug te betalen indien de rechtbank een schadevergoeding zou toekennen.
Uiteindelijk heeft de raadkamer het verzoek tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand afgewezen, met de overweging dat de kosten uitsluitend in het belang van de werkgever waren gemaakt. De beslissing werd genomen door rechter mr. P.C. Quak, in aanwezigheid van griffier mr. S.P.H. Brinkman, en werd uitgesproken in openbare raadkamer.