ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1470

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
06/080390-01
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Kleinrensink
  • Troost
  • Van Valderen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met ernstige persoonlijkheidsproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 mei 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die eerder was veroordeeld voor medeplegen van doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De rechtbank heeft de stukken, waaronder een verlengingsadvies en wettelijke aantekeningen, zorgvuldig bestudeerd. Uit het verlengingsadvies, opgesteld door de Hoofd Behandeling, blijkt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in dit geval vereisen dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De betrokkene vertoont ernstige gedragsproblemen en heeft een narcistische en antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een hoog recidivegevaar is en dat de betrokkene niet voldoet aan de criteria voor een verlofkader. De verdediging had verzocht om nader onderzoek in het Pieter Baan Centrum, maar de rechtbank achtte dit niet noodzakelijk, gezien de reeds beschikbare informatie en het advies van de deskundige. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging afgewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/080390-01
Raadsman: mr. N.M. Wersch, advocaat te Amsterdam.
Op de griffie van deze rechtbank is ingediend een vordering gedateerd 5 april 2013 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum]
thans verblijvend in FPC [adres],
met een termijn van twee jaren.
De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 17 januari 2003, ingegaan op 2 juni 2009 en laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 1 juni 2011.
De vordering is op de openbare terechtzitting behandeld door de rechtbank op 15 mei 2013. Van deze behandeling is proces-ver¬baal opgemaakt.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
• een verlengingsadvies gedateerd 18 maart 2013, opgemaakt door drs. [hoofd behandeling], Hoofd Behandeling en drs. [locatiedirecteur], locatiedirecteur Behandeling en Zorg, plv. hoofd van de inrichting;
• de wettelijke aantekeningen over de periode van 29 maart 2011 tot en met 10 november 2011, 11 november 2011 tot en met 22 mei 2012, 22 mei 2012 tot en met 15 november 2012 en 15 november 2012 tot en met 10 februari 2013;
• een in opdracht van de verdediging opgemaakt Pro Justitia rapport, betreffende een psychologisch onderzoek naar de persoon van de betrokkene, opgemaakt en ondertekend op 26 januari 2012 door [psycholoog], psycholoog.
Motivering
De vordering is binnen de in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend.
De verdediging heeft verzocht de behandeling van de zaak aan te houden om betrokkene nader te laten onderzoeken in het Pieter Baan Centrum, teneinde een nadere en meer recente beoordeling te verkrijgen omtrent met name de delictgevaarlijkheid van betrokkene.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering.
Uit het verlengingsadvies - in samenhang met de wettelijke aantekeningen - en de daarop
gegeven toelichting door de deskundige drs. [hoofd behandeling], Hoofd Behandeling, komt onder meer het volgende naar voren.
Betrokkene is een krenkbare, vlot pratende man, bij wie er al op jonge leeftijd gedrags- en autoriteitsproblemen waren. Betrokkene heeft de neiging tot externalisatie en lijkt nog behoorlijk wat achter te houden ondanks de langzame vorderingen op dit gebied in de afgelopen periode. De gewetensfunctie is marginaal ontwikkeld. Bij oplopende spanning c.q. krenking heeft betrokkene de neiging te desintegreren en mogelijk ook zijn emoties (agressie) af te splitsen. Er kan bij betrokkene worden gesproken van een narcistische en een antisociale persoonlijkheidsstoornis.
Onderliggend is er sprake van een broze, zogenaamde borderline persoonlijkheidsorganisatie die gekenmerkt wordt door een grote innerlijke kwetsbaarheid van de ego-functies. Het magere zelfgevoel is uitermate gevoelig voor krenking en betrokkene voelt zich snel in zijn autonomie bedreigd. Omdat de gebrekkige ego-functies onvoldoende in staat zijn om vooral overspoelende onlustgevoelens te beteugelen, is er het gevaar van dissociatieve en narcistische afweerpatronen die kunnen leiden tot agressieve ontladingen.
Het recidivegevaar ten opzichte van het indexdelict is hoog. Betrokken onderkent zijn probleemgebieden nog onvoldoende, maar is toenemend in staat hier aan mee te werken. Gezien de noodzakelijke verdere bewerking van de problematiek van betrokkene rond het omgaan met zijn zeer ernstige narcistische en antisociale persoonlijkheidsproblematiek en delictbewerking, lijkt het van belang een geleidelijk en langerdurend behandeltraject te hanteren.
Gezien de onvoldoende behandelvordering, de klinische observaties, de ernstige (persoonlijkheids)problematiek, het niet volledig erkennen van zijn delict en diagnostiek, is een acute beëindiging van de TBS niet geïndiceerd. Betrokkene voldoet niet aan de criteria om een verlofkader aan te vragen, heeft geen woning, geen werk en een zeer beperkt netwerk. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat bij beëindiging van de TBS-maatregel. Geadviseerd wordt dan ook de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.
Ter zitting van 15 mei 2013 heeft drs. [hoofd behandeling], voornoemd, desgevraagd verklaard dat een nieuw multidisciplinair onderzoek naar de persoon van betrokkene in het Pieter Baan Centrum, als door de verdediging verzocht, voor de kliniek geen meerwaarde heeft, nu zij niet twijfelt aan de diagnostiek en behandelmethoden. Voor het overige heeft hij – kort gezegd - verwezen naar de inhoud van het verlengingsadvies.
Op basis van de voorhanden zijnde stukken en het onderzoek ter terechtzitting acht de rechtbank zich voldoende voorgelicht om een beslissing te kunnen nemen. De rechtbank acht dan ook geen termen aanwezig voor nader onderzoek naar de persoon van betrokkene door het Pieter Baan Centrum. Het verzoek van de verdediging daartoe zal dan ook worden afgewezen.
Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat de veiligheid van anderen, dan
wel de algemene veiligheid van personen in dit geval vereist dat de termijn van de
terbeschikkingstelling, welke maatregel onder meer is opgelegd (onder meer) ter zake van medeplegen van doodslag, wordt verlengd met een termijn van twee jaren.
Beslissing:
De rechtbank:
- wijst het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak om nader onderzoek naar de persoon van betrokkene door het Pieter Baan Centrum te laten verrichten af;
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde voornoemd voor de tijd van twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Troost en Van Valderen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Wegter, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 mei 2013.
Mrs. Troost en Van Valderen zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.