ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1476

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
05-720103-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prisse
  • A. Welbergen
  • J. Kropman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige diefstal door twee of meer verenigde personen met braak of inklimming

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 mei 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen door twee of meer verenigde personen. De feiten vonden plaats in de periode van 25 januari 2013 tot en met 14 januari 2013, waarbij de verdachte samen met mededaders inbraken in verschillende locaties, waaronder scholen en een kinderopvang in Heerde en Epe. De verdachte heeft in totaal acht feiten gepleegd, waarbij hij zich toegang verschafte tot de plaatsen des misdrijfs door middel van braak of inklimming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in een relatief korte periode meerdere diefstallen heeft gepleegd, waarbij hij weinig respect toonde voor andermans eigendommen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de verslavingsproblematiek van de verdachte, die zijn delictgedrag gebruikte om zijn drugsverslaving te bekostigen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldingsgebod en een behandelverplichting voor zijn verslavingsproblematiek. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder een bedrag van € 1.650,- aan [benadeelde partij10] en € 488,17 aan [benadeelde partij13]. De rechtbank heeft de vorderingen van andere benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet langer in het strafproces wilden deelnemen. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van behandeling voor de verdachte om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/720103-13
Uitspraak d.d. 28 mei 2013
Tegenspraak
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortedatum]
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te [adres]
Raadsman: mr. J.J. Roossien, advocaat te Elburg.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 mei 2013.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging ter terechtzitting van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 januari 2013 tot en met 28 januari 2013 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de [benadeelde partij1] (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen
-2 (twee), althans een aantal, touchscreens en/of
-1 (een) geluisdinstallatie en/of
-2 (twee) geluidsboxen en/of1 Notebook, merk Dell, type Inspirion 1520 en/of
-1 (een) switch en/of
-2 (twee) beamers en/of
-1 (een) externe harde schijf en/of 1 (een) telefoon, merk Bang & Olufsen en/of
-1 (een) webcam en/of
-1 (een) Scanner, merk Fujitsu en/of
-1 (een) notebook en/of
-2 (twee) accuboormachines en/of
-1 (een) verlengsnoer (15 meter) en/of
-1 (een) hamer en/of
-1 (een) computerserver en/of
-1 (een) computerkast, merk Dell, kleur zwart en/of
-3 (drie) gypmtassen,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het forceren van een raam nabij de buitenschoolse opvang)(zaak 2);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 januari 2013 tot en met 28 januari 2013 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit Kinderopvang [benadeelde partij3] (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen
-1 (een) mobiele telefoon, merk Nokia, typr 1600 light en/of
-1 (een) digitaaal fototoestel, merk Sony en/of
-1 (een) Laptop, merk Acer
, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij4] en/of Kinderopvang [benadeelde partij3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (een
geforceeerd raam nabij de buitenschoolse opvang)(zaak 3);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2013 tot en met 31 januari 2013
te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de [benadeelde partij5] heeft weggenomen
-4 (vier), althans een aantal, digitale fotocamera's en/of
-3 (drie), althans een aantal, beamers, merk Epson(met afstandbedeiningen)
en/of
-5 (vijf), althans een aantal, computersysteemkasten en/of -1 (een)
videorecorder en/of
-een hoeveelheid sleutels uit een sleutelkastje en/of
-1 (een) draagbare geluidsinstallatie en/of
-2 (twee), althans een aantal, bankpassen van de Rabobank en/of
- ongeveer 20 euro aan kleingeld en/of
- een laptop, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij6] en/of de [benadeelde partij7], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het
openbreken met een breekvoorwerp van een zijdeur)(zaak 4);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 2 februari 2013 tot en met 3 februari 2013 te Epe, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit het clubgebouw van Voetbalvereniging [benadeelde partij8] (gelegen aan de [adres]) weg te nemen geld en of enig goed van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij9] en/of Voetbalvereniging [benadeelde partij8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te
verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, het slot van de kleedkamer aan de rechterzijde van het clubgebouw hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid(zaak 6);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks de periode van 01 december2012 tot en met 22 december 2012 te Epe tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur (gelegen aan perceel de [adres]) heeft weggenomen
-een bladblazer, merk Husqvarna, kleur oranje en/of
-een bosmaaier, merk Efco, kleur oranje en/of
-een kettingzaag, merk Husqvarna, kleur oranje en/of
-een luchtsleutel (hogedrukapparaat), merk Rodiac, kleur zwart en/of
-een acculader, kleur rood en/of
-een bak met diverse metaalboren,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming( zaak 7);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 28 december 2012 tot en met 2 januari 2013 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit [benadeelde partij11] (gelegen aan het [adres]) heeft weggenomen
-3 (drie) computers, merk Dell, type Optiplex 390 en/of
-1 (een) beeldscherm, merk Medion en/of
-1 (een) beeldscherm, merk Dell en/of
-1 (een) laptop, merk Dell, type Latitude E5500 en/of
-1 (een) laptop, merk Dell, type D531 en/of
-2 (twee laptoptassen en/of
-1 (een) Beamer, merk Casio, type XJ-A140 en/of
-1 (een) Beamer, merk Epson en/of
-1 (een) DvD-speler, kleur grijs en/of
-1 (een) laserprinter, merk Dell, type laser1710n en/of
-2 (twee) voicerecorder, merk Olympus, kleur wit en/of
-2 (twee) afstandsbedieningen en/of
-1 (een) groot beeldscherm en/of
-2 (twee) geluidsboxen (klein) en/of
-2 (twee) geluidsboxen (groot op standaard) en/of
-2 (twee) geluidsboxen (van digitaal schoolbord) en/of
-5 (vijf) digitale fototoestellen, merk Panasonic,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij12] en/of de [benadeelde partij11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich al dan niet de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming(zaak 8);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 04 november 2012 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto, heeft weggenomen
-1 (een) krik en/of
-1 (een) kruisssleutel en/of
-1 (een) set schroevendraaiers en/of
-1 (een) zegeltang en/of
-1 (een) 70 (zeventig) delige dopsleutelset(in blauwe koffer) en/of
-1 (een) (auto)radio/CD-speler en/of
-1 (een) speaker (van de (auto)radio),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming(zaak 9);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de periode van 11 januari 2013 tot en met 14 januari 2013 te Zwolle tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bouwkeet (welke stond op perceel [adres]) heeft weggenomen
-1 (een) Fotocamera, merk Canon, type A. 610, kleur zilvergrijs en/of
-1 (een) afstandmeter, merk Leica en/of
-1 (een) inbeldongel (met simkaart) en/of
-1 (een) leidingzoeker en/of
-1 (een) rekenmachine, merk Casio en/of
-1 (een) elektrische kachel en/of
-1 (een) Rugtas (met opschrift MEVA) en/of
-1 (een) vaste telefoon, kleur zwart en/of
-een grote hoeveelheid gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij14] en/of [benadeelde partij15], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming(zaak 10);
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding van het onderzoek
Op 4 februari 2013 omstreeks 05.00 uur zagen politieagenten een auto rijden die was voorzien van een kenteken dat was gezien en opgegeven door een beveiligingsbeambte in verband met een poging tot inbraak bij een sportvereniging in Epe. De surveillanten gaven de bestuurder een stopteken om diens identiteit te kunnen vaststellen. De bestuurder van de auto was [medeverdachte1] en de inzittende was [medeverdachte2]. In de auto werden kabels, een betonschaar en meerdere schroevendraaiers aangetroffen. Hierop werden verdachte en [medeverdachte1] aangehouden. Tijdens de verhoren bij de politie hebben zij belastende verklaringen afgelegd over verdachte. Op 11 februari 2013 werd verdachte aangehouden.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde. Ter terechtzitting heeft hij de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld de onder 1, 4, 5, 7 en 8 ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen verklaard. Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte zijn betrokkenheid heeft betwist en heeft ontkend het tenlastegelegde te hebben gepleegd. Verder heeft de raadsman opgemerkt dat het wel zo is dat [benadeelde partij3] voor een deel van haar activiteiten in de [benadeelde partij1] is gevestigd en dat deze omstandigheid bij verdachte tot onduidelijkheid heeft geleid. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij twee keer in de [benadeelde partij1] is geweest en dat hij de deur van de kinderopvang heeft geopend door het slot om te draaien.
De raadsman heeft bepleit, overeenkomstig de door hem overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnota, dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 3 en 6 tenlastegelegde nu de verdachte de feiten heeft ontkend te hebben gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2
Aangezien de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, zal in dit vonnis worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting over de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten een bekennende verklaring afgelegd. Daarnaast zijn de volgende bewijsmiddelen voorhanden, waarvan de inhoud het feit betreft waarop het kennelijk betrekking heeft:
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij2] ;
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij4] ;
- processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte1] ;
- een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte2] ;
- een proces-verbaal van medeverdachte [medeverdachte3] .
Feit 3
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 ten laste gelegde feit kan worden bewezenverklaard op grond van de aangifte en de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte2] en [medeverdachte3]. Daarnaast heeft de officier van justitie van belang geacht dat de modus operandus overeenkomt met de andere ten laste gelegde feiten, te weten het forceren van deuren en de goederen bewaren bij verdachte zelf of diens medeverdachten. Uit de omstandigheid dat de ten laste gelegde goederen niet bij verdachte maar bij de medeverdachte zijn aangetroffen, maakt niet dat verdachte het tenlastegelegde niet zou hebben gepleegd.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder het 3 ten laste gelegde feit. Hij heeft aangevoerd dat de door de medeverdachten en getuigen afgelegde verklaringen niet overeenkomstig de waarheid zijn of dat het zogenoemde van horen zeggen verklaringen zijn. Uit de afgelegde verklaringen blijkt dat verdachte zijn auto zou hebben opgehaald om de goederen op te halen. Verdachte had die dag geen auto in verband met een ongeluk met de auto door de sneeuw. De raadsman verwijst naar het verhoor van medeverdachte [medeverdachte2] op pagina 827 van het dossier.
De rechtbank acht de volgende feiten en omstandigheden van belang voor de beoordeling van het bewijs.
Aangeefster [benadeelde partij6] heeft in haar aangifte – zakelijk weergegeven – verklaard dat zij werkzaam is als directeur bij [benadeelde partij7]. Tussen 30 januari 2013 te 17:30 uur en 31 januari 2013 te 06:45 uur waren goederen weggenomen uit de [benadeelde partij5] in Heerde. Deze goederen behoren in eigendom toe aan de school van [benadeelde partij7]. Alle deuren en ramen waren op 30 januari 2013 goed afgesloten. De schoonmaakster heeft op 31 januari 2013 omstreeks 06:55 uur gemeld dat een buitendeur had opengestaan en dat alle lokalen waren doorzocht. Aangeefster zag dat een zijdeur was opengebroken met een scherp voorwerp. Ook een afgesloten binnendeur naar het muzieklokaal was opengebroken. Er waren diverse spullen weggenomen, waaronder vier digitale fotocamera’s, drie beamers en een afstandbediening, vijf computer/systeemkasten, een videorecorder, sleutels uit een sleutelkastje, twee bankpassen en een laptop.
Medeverdachte [medeverdachte2] heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – verklaard dat hij heeft ingebroken in de [benadeelde partij5] in Heerde. Deze inbraak heeft hij met verdachte gepleegd. Verdachte kwam op het idee van de inbraak. Zij gingen lopend naar de school. Verdachte nam zijn schroevendraaier mee en heeft daarmee de deur naar de school opengebroken. Via die deur gingen zij naar binnen. Verdachte heeft twee beamers gepakt. Daarna hebben zij twee laptops, vier gewone computers, een radio en een full HD-beamer gepakt en bij de deur gelegd. Vervolgens liepen zij naar de woning van verdachte om de auto van verdachte op te halen. De spullen werden ingeladen en [medeverdachte2] ging naar huis. Dezelfde dag heeft [medeverdachte2] met [medeverdachte1] de spullen bij verdachte opgehaald, omdat de vriendin van verdachte was thuisgekomen. De laptops, een full HD-beamer en een radio bleven achter bij verdachte.
Getuige [getuige1] heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – verklaard dat hij van zijn broer [medeverdachte2] heeft gehoord dat hij, verdachte en medeverdachte [medeverdachte1] hebben ingebroken in de (BP5) in Heerde.
Getuige [medeverdachte3] heeft op 11 februari 2013 bij de politie – zakelijk weergegeven – verklaard dat hij ongeveer twee weken voor het verhoor bij [medeverdachte2] in diens woning was en dat in de woonkamer een opbergkast vol met goederen stond. [medeverdachte2] zei dat hij met verdachte had ingebroken in de [benadeelde partij5] in Heerde. [medeverdachte3] zag ongeveer acht zwarte Dell computerkasten/systeemkasten, een witte beamer en twee laptops.
Verdachte heeft ontkend het ten laste gelegde feit te hebben gepleegd.
Gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, zowel afzonderlijk en in onderlinge samenhang bezien, is sprake van wettig en overtuigend bewijs van daderschap van verdachte ten aanzien van deze diefstal in vereniging met braak. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat is gebleken dat de verklaring van [medeverdachte2] op dit punt betrouwbaar is.
[medeverdachte2] heeft consistent en gedetailleerd verklaard over het handelen door de verdachte. De verklaringen van [medeverdachte3] en [getuige1] dat zij van [medeverdachte2] hebben gehoord dat hij en verdachte de inbraak bij de school hebben gepleegd, past bij de verklaring van
[medeverdachte2]. Bovendien hebben zij de informatie van [medeverdachte2] gehoord vlak na het gebeurde, hetgeen de verklaring van [getuige1] en [medeverdachte3] betrouwbaar maakt. Bovendien is van belang dat [medeverdachte2] met zijn verklaring ook zichzelf heeft belast, terwijl de door hem beschreven modus operandus van verdachte overeenkomt met die van de andere hem ten laste gelegde feiten, te weten de omstandigheden dat de verdachte met een schroevendraaier ramen, deuren of sloten openbreekt en dat de goederen bij verdachte of de medeverdachten worden opgeslagen. Het verweer van de raadsman dat de verdachte op de ten laste gelegde pleegdatum geen auto had in verband met een ongeluk met de auto door de sneeuw, overweegt de rechtbank het volgende. De raadsman heeft naar het verhoor verwezen van medeverdachte [medeverdachte2] op pagina 827 van het dossier. De rechtbank verwijst naar het verhoor van [medeverdachte2] op 26 februari 2013 op pagina 828, inhoudende dat hij heeft verklaard dat hij toen drie maanden met verdachte omging. Zij liepen vaak rond, vanaf het moment dat verdachte een ongeluk heeft gehad met zijn auto. Verdachte was door de gladheid ergens tegenaan gereden, aldus [medeverdachte2]. De rechtbank constateert dat [medeverdachte2] van het ongeval geen specifieke datum of periode heeft vermeld, zodat niet duidelijk is of de verdachte op 30 en/of 31 januari 2013 over zijn auto kon beschikken. Nog daargelaten de vraag of het van belang is dat de verdachte over zijn eigen auto of die van een ander kon beschikken, neemt de rechtbank in aanmerking dat [medeverdachte2] zelf aanwezig was bij de inbraak en dat hij uit eigen waarneming heeft verklaard dat de verdachte over een auto kon beschikken. Het verweer van de raadsman wordt derhalve verworpen. De verdachte heeft ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij geen ruzie heeft met [medeverdachte2] en [getuige1] en [medeverdachte3]. Nu verdachte geen concrete aanknopingspunten heeft gegeven voor de eventuele onbetrouwbaarheid van de verklaring van [medeverdachte2] ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan diens verklaring.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 4
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij9] ;
- een proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2013 ;
- processen-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte2] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte bij de bij de rechter-commissaris op
14 februari 2013 en ter terechtzitting .
Feit 5
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder 5 ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij10] ;
- een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte3] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte bij de politie en ter terechtzitting .
Feit 6
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 ten laste gelegde feit kan worden bewezenverklaard op grond van de verklaringen van de aangifte en de verklaring van getuige [getuige2] en [medeverdachte3].
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 6 ten laste gelegde feit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er alleen een verklaring ligt van [medeverdachte3] inhoudende dat hij van verdachte heeft gehoord dat hij had ingebroken in de [benadeelde partij11]. Ander bewijs is niet voorhanden. Voor de verklaring van een getuige die verdachte met een tas over de schouder op het schoolplein heeft gezien, heeft de verdachte een plausibele verklaring want in de tas zat vuurwerk.
De rechtbank acht de volgende feiten en omstandigheden van belang voor de beoordeling van het bewijs.
Aangeefster [benadeelde partij12] heeft in haar aangifte – zakelijk weergegeven – verklaard dat zij lerares is op de basisschool [benadeelde partij11] te Heerde. Tussen 28 december 2012 te 14:00 uur en 2 januari 2013 te 09:15 uur werd in de school ingebroken. Aangeefster zag dat de deur van de hoofdingang op een kier stond. Zij zag dat in meerdere lokalen laatjes onder de tafels van de leerlingen waren opgetrokken en soms waren doorzocht. Ook waren kastjes geopend. Uit een lokaal werd de beamer van het plafond gehaald en geprobeerd de bedrading van de muur te demonteren. Er was een draad doorgeknipt. Uit de gemeenschapsruimte werden drie computers ontvreemd en een beeldscherm. Uit een ander lokaal werd een laptop ontvreemd en uit de directieruimte een groot beeldscherm.
Uit de bijlage weggenomen goederen bij de aangifte blijkt dat onder meer is weggenomen,
drie computers, merk Dell, type Optiplex 390, een beeldscherm, merk Medion, een beeldscherm, merk Dell, een laptop, merk Dell, type Latitude E5500, een laptop, merk Dell, type D531, twee laptoptassen, een Beamer, merk Casio, type XJ-A140, een Beamer, merk Epson, een DvD-speler, kleur grijs, een laserprinter, merk Dell, type laser1710n,
twee voicerecorders, merk Olympus, kleur wit, twee afstandsbedieningen, een groot beeldscherm, twee geluidsboxen (klein), twee geluidsboxen (groot op standaard), twee geluidsboxen (van digitaal schoolbord) en vijf digitale fototoestellen, merk Panasonic.
Getuige [getuige2] heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – verklaard dat hij op
31 december 2012 tussen 16:30 uur en 17:15 uur bij zijn vriend in Heerde vertrok om naar huis te fietsen. Onderweg fietste hij langs de [benadeelde partij11]. Hij zag dat zijn buurman, verdachte, het schoolplein verliet via de aldaar gelegen struiken. De toegangshekken van de school waren gesloten. Verdachte stopte nog om [getuige1] voor te laten gaan en hij groette [getuige1] op een zenuwachtige manier. Verdachte had een donkere tas over zijn schouder hangen. Verdachte liep naar huis.
Getuige [medeverdachte3] heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – verklaard dat hij rond oud en nieuw bij [medeverdachte2] was. [getuige1], verdachte en [medeverdachte4] waren daar ook. [medeverdachte3] hoorde van verdachte dat hij rond oud en Nieuw had ingebroken bij de [benadeelde partij11] en dat hij deze inbraak alleen heeft gepleegd. Verdachte zei tegen [medeverdachte3] dat hij beamers, computers, een computersysteemkast, digitale camera’s en geld had weggenomen. Ook heeft verdachte verteld dat hij de moederborden van de systeemkasten eruit had gehaald en de behuizing samen met [medeverdachte2] en [medeverdachte4] bij Veessen op de dijk rijdend uit de auto heeft gegooid.
Getuige [medeverdachte2] heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – verklaard dat hij in zijn woning van verdachte heeft gehoord dat verdachte heeft ingebroken in de [benadeelde partij11] in Heerde. Verdachte liet [medeverdachte2] een sleutel zien van de [benadeelde partij11]. Verdachte vertelde dat er een schuifraam openstond aan de zijkant van de school en dat hij dit raam gemakkelijk kon openschuiven. Via het raam ging verdachte naar binnen. Verdachte was alleen.
Verdachte heeft ontkend het ten laste gelegde feit te hebben gepleegd. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij getuige [getuige2] op 31 december 2012 heeft gezien. Verdachte heeft ten aanzien van de tas die hij droeg verklaard dat hij een tas vol vuurwerk bij zich had.
Ter terechtzitting heeft de verdachte echter verklaard dat hij zijn buurman [getuige2] op
31 december 2012 is tegengekomen en dat hij toen spullen van zijn dochtertje bij zich had. Hij heeft verder verklaard dat hij op tijdens het verhoor op het politiebureau in de war was en daarom heeft verklaard dat hij een tas met vuurwerk bij zich had.
De rechtbank acht, gelet op de aangifte en de getuigenverklaringen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ook deze gekwalificeerde diefstal. De verklaring van getuige [medeverdachte2] is gedetailleerd. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de verdachte geen plausibele verklaring heeft gegeven voor de inhoud van de tas die hij op 31 december 2012 bij zich had. Bij de politie heeft hij verklaard dat in de tas vuurwerk zat en ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij spullen van zijn dochtertje bij zich had. Deze wijziging in zijn verklaring is niet logisch en maakt de verklaring van de verdachte niet aannemelijk. De verdachte heeft ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij geen ruzie heeft met [medeverdachte2], [medeverdachte3] of [getuige2]. Nu verdachte geen concrete aanknopingspunten heeft gegeven voor de eventuele onbetrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte2] en [medeverdachte3] ziet de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan hun verklaringen, welke verklaring op hun beurt een gedeeltelijk bevestiging vormen van de verklaring van getuige [getuige1].
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 6 tenlastegelegde feit heeft begaan.
Feit 7
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder 7 ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij13] ;
- een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte3] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte bij de politie en ter terechtzitting .
Feit 8
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte het onder 8 ten laste gelegde feit op de bewezenverklaarde wijze heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- een proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij15] ;
- een proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte] ;
- een proces-verbaal van medeverdachte [medeverdachte4] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte bij de politie en ter terechtzitting .
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 25 januari 2013 tot en met 28 januari 2013 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de [benadeelde partij1] (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen
-2 (twee), touchscreens en
-1 (een) geluidsinstallatie en
-2 (twee) geluidsboxen en 1 Notebook, merk Dell, type Inspirion 1520 en
-1 (een) switch en
-2 (twee) beamers en
-1 (een) externe harde schijf en 1 (een) telefoon, merk Bang & Olufsen en
-1 (een) webcam en
-1 (een) Scanner, merk Fujitsu en
-1 (een) notebook en
-2 (twee) accuboormachines en
-1 (een) verlengsnoer (15 meter) en
-1 (een) hamer en
-1 (een) computerserver en
-1 (een) computerkast, merk Dell, kleur zwart en
-3 (drie) gymtassen,
geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij2], waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en de/het weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, en/of inklimming (het forceren van een raam nabij de buitenschoolse opvang).
2.
hij op tijdstippen in de periode van 25 januari 2013 tot en met 28 januari 2013 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit Kinderopvang [benadeelde partij3] (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen
-1 (een) mobiele telefoon, merk Nokia, typr 1600 light en
-1 (een) digitaal fototoestel, merk Sony en
-1 (een) Laptop, merk Acer
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij4] en/of Kinderopvang [benadeelde partij3], waarbij verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
3.
hij in de periode van 30 januari 2013 tot en met 31 januari 2013 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de [benadeelde partij5] heeft weggenomen
-4 (vier), althans een aantal, digitale fotocamera's en
-3 (drie), althans een aantal, beamers, merk Epson(met afstandsbedieningen) en
-5 (vijf), althans een aantal, computersysteemkasten en -1 (een) videorecorder en
-een hoeveelheid sleutels uit een sleutelkastje en
-1 (een) draagbare geluidsinstallatie en
-2 (twee), althans een aantal, bankpassen van de Rabobank en
- ongeveer 20 euro aan kleingeld en
- een laptop, toebehorende aan [benadeelde partij6] en/of de [benadeelde partij7], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak (het openbreken met een breekvoorwerp van een zijdeur);
4.
hij in de periode van 2 februari 2013 tot en met 3 februari 2013 te Epe, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit het clubgebouw van Voetbalvereniging [benadeelde partij8] (gelegen aan de [adres]) weg te nemen geld en enig goed van hun gading, toebehorende aan [benadeelde partij9] en/of Voetbalvereniging [benadeelde partij8], en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen door middel van braak, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader, het slot van de kleedkamer aan de rechterzijde van het clubgebouw hebben geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in de periode van 01 december 2012 tot en met 22 december 2012 te Epe tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur (gelegen aan perceel de (adres)) heeft weggenomen
-een bladblazer, merk Husqvarna, kleur oranje en
-een bosmaaier, merk Efco, kleur oranje en
-een kettingzaag, merk Husqvarna, kleur oranje en
-een luchtsleutel (hogedrukapparaat), merk Rodiac, kleur zwart en
-een acculader, kleur rood en
-een bak met diverse metaalboren,
toebehorende aan [benadeelde partij10];
6.
hij in de periode van 28 december 2012 tot en met 2 januari 2013 te Heerde met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit [benadeelde[benadeelde partij11] (gelegen aan het [adres]) heeft weggenomen
-3 (drie) computers, merk Dell, type Optiplex 390 en
-1 (een) beeldscherm, merk Medion en
-1 (een) beeldscherm, merk Dell en
-1 (een) laptop, merk Dell, type Latitude E5500 en
-1 (een) laptop, merk Dell, type D531 en
-2 (twee laptoptassen en
-1 (een) Beamer, merk Casio, type XJ-A140 en
-1 (een) Beamer, merk Epson en
-1 (een) DvD-speler, kleur grijs en
-1 (een) laserprinter, merk Dell, type laser1710n en
-2 (twee) voicerecorder, merk Olympus, kleur wit en
-2 (twee) afstandsbedieningen en
-1 (een) groot beeldscherm en
-2 (twee) geluidsboxen (klein) en
-2 (twee) geluidsboxen (groot op standaard) en/
-2 (twee) geluidsboxen (van digitaal schoolbord) en
-5 (vijf) digitale fototoestellen, merk Panasonic,
toebehorende aan de [benadeelde partij11], waarbij verdachte zich al dan niet de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking;
7.
hij op 04 november 2012 te Heerde tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto, heeft weggenomen
-1 (een) krik en
-1 (een) kruisssleutel en
-1 (een) set schroevendraaiers en
-1 (een) zegeltang en
-1 (een) 70 (zeventig) delige dopsleutelset (in blauwe koffer) en
-1 (een) (auto)radio/CD-speler en
-1 (een) speaker (van de (auto)radio),
toebehorende aan [benadeelde partij13], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
8.
hij in de periode van 11 januari 2013 tot en met 14 januari 2013 te Zwolle tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bouwkeet (welke stond op perceel [adres]) heeft weggenomen
-1 (een) Fotocamera, merk Canon, type A. 610, kleur zilvergrijs en
-1 (een) afstandmeter, merk Leica en
-1 (een) inbeldongel (met simkaart) en
-1 (een) leidingzoeker en
-1 (een) rekenmachine, merk Casio en
-1 (een) elektrische kachel en
-1 (een) Rugtas (met opschrift MEVA) en
-1 (een) vaste telefoon, kleur zwart en
-een grote hoeveelheid gereedschap, toebehorende aan [benadeelde partij14] en/of [benadeelde partij15], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te
nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak of inklimming, meermalen gepleegd;
Feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak, meermalen gepleegd;
Feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak;
Feit 4: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Feit 5: diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 6: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking;
Feit 7: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 8: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak en inklimming;
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde en de drie ad informandum gevoegde feiten, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die door de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, met een proeftijd van twee jaren. Als bijzondere voorwaarden wordt gevorderd een meldingsgebod, een behandelverplichting, een locatiegebod en urinecontroles.
De raadsman heeft bepleit om er rekening mee te houden dat niet alle feiten zijn bewezen, en verder om verdachte een straf op te leggen in de lijn zoals die door de reclassering wordt geadviseerd, te weten dat een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd met de door de reclassering geformuleerde bijzondere voorwaarden. De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte volledig achter de inhoud van het reclasseringsrapport en het verstrekte advies staat. Hij wil zodanig sterk worden dat de kans dat hij gaat terugvallen wordt gemarginaliseerd. Verdachte heeft tijdens zijn detentie ingezien dat er maar één weg is en dat is er één zonder drugs en een leven met en voor zijn vriendin en hun dochtertje.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen dat de verdachte in een relatief korte periode meerdere diefstallen heeft gepleegd bij scholen, bedrijfspanden en uit een auto. Verdachte is met meerdere mededaders te werk gegaan. Hiermee heeft hij weinig respect getoond voor andermans eigendommen en het vertrouwen beschaamd dat mensen in elkaar moeten kunnen stellen. Bij de scholen betrof het bovendien ook goederen die ten behoeve van het onderwijs aan kinderen worden gebruikt. Diefstal is een ergerlijk feit, dat schade veroorzaakt en in het algemeen bij de benadeelden gevoelens van onrust en onveiligheid teweegbrengt. Verdachte heeft al deze spullen gestolen om onder meer zijn drugsverslaving te kunnen bekostigen. Verdachte heeft zijn eigen geldelijk gewin boven alles gesteld en niet nagedacht over de gevolgen van zijn handelen voor de door hem gedupeerden.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van het door verdachte en diens medeverdachten gepleegde feiten in beginsel een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf rechtvaardigt
De rechtbank houdt rekening met het feit dat verdachte, blijkens een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 16 april 2013, eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder (gekwalificeerde) diefstallen.
De rechtbank houdt verder rekening met het reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg van 17 april 2013. In het reclasseringsrapport is vermeld dat recidiverisico als hoog gemiddeld wordt ingeschat. Betrokkene stond onder toezicht van Tactus reclassering en is al eerder gerecidiveerd binnen een proeftijd. Lange tijd leek hij zijn leven te hebben gebeterd, maar onlangs bleek dat hij sinds de geboorte van zijn dochter terug is gevallen in drugsgebruik en delictgedrag. Factoren die hebben geleid tot het delictgedrag zijn financiën, vrienden/kennissen, drugs, en gedrag. Betrokkene viel door spanningen die hij ervoer en waar hij niet over praatte terug in drugsgebruik. Vervolgens kwam hij in aanraking met vrienden die zich in het criminele circuit begaven. Door zijn gebruik deed hij impulsieve aankopen en zag hij de criminele activiteiten als een manier om zijn rekeningen te kunnen betalen. Om in de toekomst een behandeling te doen slagen en recidive te voorkomen is het van belang dat betrokkene praat over spanningen die hij ervaart. Nu denkt hij geen of minimale hulp nodig te hebben om niet opnieuw terug te vallen wat duidt op een beperkt probleeminzicht. Ingeschat wordt dat er een hoog risico op onttrekken aan voorwaarden is. Gezien het verloop van het vorige reclasseringstoezicht dient er rekening mee te worden gehouden dat betrokkene er een dubbele agenda op na houdt.
Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd, te weten een meldingsgebod, een behandelverplichting, een locatiegebod en het meewerken aan het afnemen van urinecontroles. Betrokkene heeft behandeling en intensieve begeleiding nodig om recidive te voorkomen. Er wordt ingezet op urinecontroles, ook wanneer er geen aanwijzingen zijn voor gebruik. Betrokkene dient vervolgens een ambulante behandeling bij de Forensische Polikliniek JusTact te volgen. De reclassering acht een kortdurende klinische opname ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek kan plaatsvinden binnen een ambulant behandelingstraject. Betrokkene is reeds gestart met behandeling voor zijn verslavingsproblematiek binnen PI [adres]. Dit kan hij dan tevens voortzetten.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij nu een andere kijk op zaken heeft gekregen en dat hij overal positief aan zal meewerken en dat hij bereid is zich te houden aan de door de reclassering geformuleerde voorwaarden.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het voor het voorkomen van herhaling noodzakelijk is dat verdachte een behandeling krijgt en afrondt en (daarbij) door de reclassering verder zal worden begeleid.
Alles overwegende zal de rechtbank verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden opleggen, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht. Aan deze voorwaardelijke gevangenisstraf worden als bijzondere voorwaarden gekoppeld een meldingsgebod, het volgen van een ambulante behandeling en dat verdachte zich dient te gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften van de reclassering. De rechtbank ziet geen aanleiding om een locatiegebod op te leggen. De rechtbank zal evenmin een verplichting tot een korte klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken opleggen, nu in het rapport niet is aangegeven bij welke kliniek dit zal moeten plaatsvinden. Om een klinische opnameverplichting op te kunnen leggen is een specifiek vermelde kliniek noodzakelijk.
De rechtbank merkt daarbij op dat zij een lagere straf oplegt dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank komt daartoe door enerzijds aansluiting te zoeken bij de
LOVS-oriëntatiepunten, anderzijds moet verdachte nog een langdurige en intensieve behandeling ondergaan en is hij bereid en gemotiveerd is om aan een behandeling mee te werken.
De rechtbank is van oordeel dat in het belang van verdachte en van de maatschappij een goede behandeling geboden is, zodat zij daarmee rekening heeft gehouden bij de op te leggen straf. Daaraan is gekoppeld een door de rechtbank op te leggen proeftijd van drie jaren.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder het parketnummer 05/720103-13, volgnummers 1, 2 en 3, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Het gaat daarbij om de navolgende zaken:
1. 720103-13 1 tot en met 2 februari 2013, [adres] (1 laptop, merk
Dell, type Latitude 5500E (zaak 1)
2. 720103-13 02 februari 2013, Pog. tot diefst in ver. bij [benadeelde partij16] te Heerde
(zaak 5)
3. 720103-13 1 december 2012 tot en met 7 maart 2013, Diefstal in ver. v.e groene jerrycan
van perceel [adres], gemeente Epe (zaak 15).
In beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft gevorderd om de onder verdachte in beslag genomen goederen, op de lijst van inbeslagname genummerd onder:
- 2, 10, 12 en 15 terug te geven aan de aangevers/rechthebbenden [benadeelde partij3];
- 1, 3-9, 11, 13 en 14 terug te geven aan verdachte;
De raadsman heeft zich ter zake van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank zal van de navolgende in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
beslaglijst nummer:
- 2 een Beeldscherm Kl: grijs ACER lcd etlauu0c0418080ef120 kenmerk: hn02
- 10 een Beeldscherm LIYAMA PROLITE 12208HDS kenmerk: A02
- 12 een Digitale Video Disc-speler GEDEMONTEERD, kenmerk: B02
- 15 een televisie (Plasmascherm) JVC 163X1088AX kenmerk: C0l
de teruggave gelasten aan de aangevers/rechthebbenden [benadeelde partij3].
Ten aanzien van het in beslaggenomen en nog niet terug gegeven voorwerp, te weten
beslaglijst nummer
- 1 een Computer Kl: grijs kenmerk: hn01
- 3 een Toetsenbord Kl: zwart acer met muis, kenmerk: hn 03
- 4 een Computer Kl:Grijs MEDION AKOYA. kenmerk: hn 05
- 5 2.00 STK Geluidsbox Kl:Grijs CREATIVE Inspire Speakerset, kenmerk: hn06
- 6 een Radio BLAUPUNKT autoradio BP149115411648, kenmerk: HN 08
- 7 een Computers, servers, printers SAMSUNG extern harde schijf, kenmerk: hn 09
- 8 een Radio PIONEER autoradio kenmerk: HN 10
- 9 een Computer Kl: zwart HP PAVILLION CZH 8310291 kenmerk: A01
- 11 een Computer kenmerk: B0l
- 13 een Tuner PIONEER F2271 KE9406391B, kenmerk: B03
- 14 een Tuner/versterker SONY 502269 kenmerk: B04
zal de rechtbank de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten. Omdat niet valt uit te sluiten dat de goederen in eigendom aan een ander dan verdachte en zijn mededaders toebehoort, acht de rechtbank het niet wenselijk de goederen terug te geven aan de verdachte.
Vordering tot schadevergoeding
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De benadeelde partij [benadeelde partij17] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.460,- (aan materiële schade), vermeerderd met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
De rechtbank zal deze vordering niet-ontvankelijk verklaren, nu Slachtofferhulp Nederland bij brief van 18 maart 2013 heeft verklaard dat [benadeelde partij17] geen schade wenst te verhalen en hij zich niet langer wil voegen in het strafproces.
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde
De benadeelde partij [benadeelde partij10] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.650,- (aan materiële schade) gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel op grond van artikel 36f van het wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman heeft wel opgemerkt dat ter zake van de vordering wordt verwezen naar de internetsite Marktplaats, maar dat dit niet is onderbouwd.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, voldoende komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. Het verzochte bedrag acht de rechtbank alleszins redelijk en billijk. De vordering wordt derhalve toegewezen tot een bedrag van € 1.650,-. De verdachte is voor die schade naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De rechtbank zal deze vordering hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat indien en voor zover de mededader hebben betaald, verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Ten aanzien van het onder 7 tenlastegelegde
De benadeelde partij [benadeelde partij13] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 488,17 (aan materiële schade), vermeerderd met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 7 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel op grond van artikel 36f van het wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft de vordering niet betwist.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terecht¬zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, voldoende komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 7 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. Het verzochte bedrag acht de rechtbank alleszins redelijk en billijk.
De vordering wordt derhalve toegewezen voor een bedrag van € 488,17. Het toe te wijzen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2012.
De verdachte is voor die schade naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De rechtbank zal deze vordering hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat indien en voor zover de mededader hebben betaald, verdachte daarvan zal zijn bevrijd.
Ten aanzien van het onder 05/720103-13, volgnummer 1 (ad informandum gevoegde zaak) tenlastegelegde
De benadeelde partij [benadeelde partij18] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 300,- (aan materiële schade), vermeerderd met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 05/720103-13, volgnummer 1 (ad informandum gevoegde zaak) tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid. De officier van justitie heeft voorts verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en met toepassing van de zogenoemde ‘hoofdelijkheidsclausule’.
De raadsman heeft de vordering niet betwist.
De rechtbank is van oordeel dat de door de benadeelde partij gevorderde afhandelingskosten voor een notebook ten bedrage van € 300,- niet voor vergoeding in aanmerking komt nu onvoldoende is onderbouwd dat de opgevoerde afhandelingskosten zijn voldaan en/of waren verschuldigd. De vordering van de benadeelde partij 18 zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdere behandeling van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van slachtoffers bp 17 en bp 13.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
• verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 tenlastegelegde heeft begaan;
• verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen
goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak of inklimming, meermalen gepleegd;
Feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak, meermalen gepleegd;
Feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak;
Feit 4: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door
middel van braak;
Feit 5: diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 6: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking;
Feit 7: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Feit 8: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak en inklimming.
• verklaart verdachte strafbaar;
• veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
• bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 8 (acht) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 jaren de navolgende algemene- dan wel bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
• legt als algemene voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
• legt als bijzondere voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich binnen drie dagen na zijn detentie meldt bij de bureaudienst van Tactus reclassering (telefoonnummer 088-382 28 87 tussen 13.00 en 17.00 uur) en zich bij de reclassering blijft melden zo frequent en zolang Tactus reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen die hem door Tactus reclassering worden gegeven;
- zich laat behandelen voor zijn verslavingsproblematiek bij JusTact, forensische poli, of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling zullen worden gegeven door of namens de instelling/behandelaar;
• geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
• beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
• gelast de teruggave van de in beslag genomen, voor zover nog niet teruggegeven
voorwerpen aan de rechthebbende kinderopvang [benadeelde partij3] te Heerde, te weten:
beslaglijst nummer:
- 2 een Beeldscherm Kl: grijs ACER lcd etlauu0c0418080ef120 kenmerk: hn02;
- 10 een Beeldscherm LIYAMA PROLITE 12208HDS kenmerk: A02;
- 12 een Digitale Video Disc-speler GEDEMONTEERD, kenmerk: B02;
- 15 een televisie (Plasmascherm) JVC 163X1088AX kenmerk: C0l;
• gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de in beslag genomen, voor zover nog niet teruggegeven, voorwerpen, te weten:
beslaglijst nummer:
- 1 een Computer Kl: grijs kenmerk: hn01;
- 3 een Toetsenbord Kl: zwart acer met muis, kenmerk: hn 03;
- 4 een Computer Kl:Grijs MEDION AKOYA. kenmerk: hn 05;
- 5 2.00 STK Geluidsbox Kl:Grijs CREATIVE Inspire Speakerset, kenmerk: hn06;
- 6 een Radio BLAUPUNKT autoradio BP149115411648, kenmerk: HN 08;
- 7 een Computers, servers, printers SAMSUNG extern harde schijf, kenmerk: hn 09;
- 8 een Radio PIONEER autoradio kenmerk: HN 10;
- 9 een Computer Kl: zwart HP PAVILLION CZH 8310291 kenmerk: A01;
- 11 een Computer kenmerk: B0l;
- 13 een Tuner PIONEER F2271 KE9406391B, kenmerk: B03;
- 14 een Tuner/versterker SONY 502269 kenmerk: B04;
• verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij17] (feit 2) en [benadeelde partij18] (volgnummer 1, ad informandum gevoegde zaak) niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
• veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder 5 bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde partij10], van een bedrag van € 1.650,- met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
• legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij10], een bedrag te betalen van € 1.650,- met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 26 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
• bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
• veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder 7 bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde partij13], van een bedrag van € 488,17 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2012, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
• legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij13], een bedrag te betalen van € 488,17 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2012, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 9 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
• bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Welbergen en Kropman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 mei 2013.
Mr. Welbergen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.