ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2704

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
06/460081-06
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M. van Lookeren Campagne
  • J. van Apeldoorn
  • A. van Santen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verstoorde TBS'er met twee jaar

Op 11 juni 2013 heeft de Rechtbank Gelderland in een meervoudige raadkamer uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die sinds 22 december 2008 verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen toegewezen. De betrokkene is gediagnosticeerd met een stoornis van Asperger en een obsessief-compulsieve stoornis, wat zijn dagelijks functioneren ernstig beïnvloedt. Ondanks medicamenteuze behandeling vertoont hij nog steeds problematisch gedrag, waaronder beperkte empathie en een hoge gevoeligheid voor stress, wat leidt tot een verhoogd recidiverisico.

De rechtbank heeft verschillende rapporten en adviezen in overweging genomen, waaronder een verlengingsadvies van een psychiater en rapporten van Pro Justitia. De deskundigen hebben aangegeven dat de betrokkene intensieve begeleiding nodig heeft en dat zijn stoornissen ernstig en blijvend zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat zonder een gestructureerd en beveiligd kader het recidiverisico hoog blijft. De betrokkene heeft aangegeven voorkeur te hebben voor een longcare-afdeling, maar de uiteindelijke beslissing over de plaatsing zal in overleg met hem door de instelling worden genomen.

De rechtbank concludeert dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij de betrokkene en zijn raadsman zich hebben aangesloten bij de vordering van de officier van justitie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
team strafrecht
zittingsplaats Zutphen
meervoudige raadkamer
parketnummer: 06/460081-06
raadsman: mr. M.W. Stoet, te Den Haag
Op de griffie van deze rechtbank is ingediend een vordering van de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost Nederland, gedateerd 16 april 2013, strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in het forensisch psychiatrisch centrum van de Behandelkliniek Nijmegen van de Pompestichting,
met twee jaren.
De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Zutphen van 15 augustus 2006 ? voor, zoals in dat vonnis is overwogen, een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen ? ingegaan op 6 juni 2007 en is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 15 juni 2011.
De vordering is in het openbaar behandeld door de rechtbank op 28 mei 2013. Van deze behandeling is proces verbaal opgemaakt.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
• een verlengingsadvies, gedateerd 4 april 2013, opgemaakt door drs. [psychiater], psychiater, plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
• de wettelijke aantekeningen over de perioden van 31 maart 2011 tot 8 november 2011, 8 november 2011 tot en met 31 augustus 2012 en 1 september 2012 tot en met 31 december 2012;
• rapporten Pro Justitia (van zogeheten 6 jaarsverlengingsonderzoeken) van [psychiater], psychiater, gedateerd 22 maart 2013, en van [klinisch psycholoog], klinisch psycholoog, gedateerd 10 april 2013.
Motivering
De vordering is binnen de in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend.
De raadsman en betrokkene hebben zich bij de behandeling van de vordering op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen. Betrokkene heeft hierbij zijn voorkeur uitgesproken voor een verblijf op een longcare- in plaats van een longstay-afdeling. De raadsman en betrokkene refereren zich aan het oordeel van de rechtbank.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering.
Uit het verlengingsadvies ? in samenhang met de wettelijke aantekeningen ? en de daarop ter zitting gegeven toelichting door de deskundige drs. [behandelcoördinator], behandelcoördinator van betrokkene, en de rapporten Pro Justitia, komt het volgende naar voren:
Betrokkene verblijft sinds 22 december 2008 op een zorggerichte afdeling binnen het domein Behandeling van de Pompekliniek in Nijmegen. Hij is gediagnosticeerd met een stoornis van Asperger en een obsessief compulsieve stoornis, die het dagelijks functioneren van betrokkene, ondanks medicamenteuze behandeling, nog sterk bepalen. In contacten met anderen is geen sprake van wederkerigheid, betrokkene heeft een beperkt empathisch vermogen, een hoge gevoeligheid voor stress en spanning, een beperkte agressieregulatie, last van rigide denkpatronen (alles moet gaan zoals hij wil) en bij hem is sprake van uitgebreide dwanghandelingen. Betrokkene bouwt in het dagelijks leven op verschillende wijzen veel spanning op, waardoor hij kan vervallen in kokerdenken. Als de dingen niet gebeuren op zijn manier, kan hij agressieve fantasieën ontwikkelen, waarbij het voorkomt dat hij plannen maakt om degene die hem dwarsligt te vermoorden. De agressieregulatie komt dan ernstig onder druk te staan en de kans op recidive is daardoor onverantwoord hoog. Om isolatie als gevolg van de stoornis van Asperger en hospitalisatie tegen te gaan is de afgelopen behandelperiode begeleid verlof gepraktiseerd. Betrokkene is en blijft gezien de ernst van de stoornissen afhankelijk van een behandelteam dat intensieve begeleiding biedt en structurerend optreedt om het recidiverisico te beheersen. Met instemming van betrokkene wordt toegewerkt naar een voorziening waar het benodigde begeleidings- en beveiligingsniveau gegarandeerd kan worden onder de vlag van de maatregel van terbeschikkingstelling.
Volgens de forensisch psychiatrische- en psychologische beschouwingen van [psychiater] en [klinisch psycholoog] dient betrokkene nauwgezet gemonitord te worden. Er is sprake van enige zeer lichte vooruitgang in de zin dat betrokkene zich bewust aan het worden is van zijn gedragspatronen, maar niet in staat blijkt om op grond van deze bewustwording daarin enige verandering te brengen. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. De stoornissen van betrokkene uiten zich in forse rigiditeit, dwanggedachten- en handelingen, impulsiviteit, een gebrek aan inlevingsvermogen en zelfreflectie, beperkt vermogen tot affectiviteit, zeer snel overprikkeld raken en een zeer gebrekkig aanpassingsvermogen. Betrokkene wordt als vrij onberekenbaar beschouwd. Daarom blijft betrokkene vanuit zijn stoornis nog steeds delictgevaarlijk en wordt de kans op recidive op gewelddadig gedrag als hoog ingeschat. De komende twee jaar zal volgens de gedragsdeskundigen geen vermindering van het recidiverisico optreden. In de behandeling, begeleiding en bejegening van betrokkene is een prikkelarme omgeving, een lage behandeldruk en een lage intensiteit in het contact noodzakelijk om de risico’s hanteerbaar te houden. De behandelbaarheid van de psychiatrische stoornissen van betrokkene is zeer beperkt en betrokkene zal daarom kwetsbaar blijven. Een duidelijke structuur, eenduidige afspraken en beperking van de behandeldruk zijn nodig om de invloed van de stoornissen op de gedachten en gedragingen van betrokkene te minimaliseren. Een traject naar een longcarevoorziening lijkt de beste weg te zijn. Mogelijk dat in de toekomst een resocialisatietraject alsnog mogelijk zal blijken. Voortzetting van toezicht en van een forensisch psychiatrische behandeling bij betrokkene wordt noodzakelijk geacht. De maatregel dient continuïteit van toezicht en behandeling te waarborgen. Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
Ter terechtzitting heeft de behandelcoördinator van betrokkene, drs. [behandelcoördinator] als deskundige verklaard dat de stoornissen van betrokkene ernstig en blijvend zijn. Stressveroorzakende incidenten kunnen leiden tot recidive. Het terugbrengen van het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau kan worden bereikt door betrokkene in een prikkelarme omgeving, zoals een longcare afdeling, te behandelen. In gesprekken met betrokkene is gewezen op het verschil tussen een longcare- en een longstay afdeling. De deskundige heeft aangegeven dat een longcare afdeling een hogere kwaliteit van leven biedt, omdat betrokkene dan meer verlofmogelijkheden heeft, terwijl de mogelijkheid van behandeling open blijft. Een longcare afdeling is echter geen eindstation. De plaatsing op een longcare afdeling zou kunnen betekenen dat betrokkene uiteindelijk toch op een longstay afdeling terechtkomt. Betrokkene heeft aangegeven behoefte te hebben aan een plek waar hij gegarandeerd de rest van zijn leven kan blijven. Hij wil niet nogmaals geconfronteerd worden met een overplaatsing. Met hem zullen de voor- en nadelen van de verschillende afdelingen verder worden doorgesproken..
Naar het oordeel van de rechtbank dient de vordering te worden toegewezen. Uit de voorliggende adviesrapporten en uit de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting, komt naar voren dat de stoornissen van betrokkene ernstig en blijvend zijn en dat het recidiverisico zonder structurerend en beveiligd kader hoog is. Het belang van verlenging van de terbeschikkingstelling wordt door alle partijen, inclusief betrokkene zelf, onderschreven. De keuze tussen een longcare- en een longstay afdeling staat hier los van en betreft een invulling van de maatregel die zoveel mogelijk in overleg met betrokkene door de instelling zelf moet worden bepaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat die keuze momenteel onderwerp van discussie vormt en dat, zoals ook de behandelcoördinator ter zitting heeft aangegeven, betrokkene aan die discussie deelneemt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling, welke maatregel is opgelegd ter zake van doodslag, wordt verlengd met twee jaren.
Beslissing
De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene], voornoemd, voor de tijd van twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door:
mr. Van Lookeren Campagne, voorzitter,
mr. Van Apeldoorn en mr. Van Santen, rechters,
in tegenwoordigheid van De Badts, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juni 2013.
Mr. Van Santen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.