ECLI:NL:RBGEL:2013:CA3161
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Prisse
- A. van der Mei
- J. van Lookeren Campagne
- Rechtspraak.nl
Zwendel met telefoonabonnementen leidt niet tot veroordelingen wegens mensenhandel, maar in sommige gevallen wel tot veroordelingen wegens oplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 juni 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en oplichting in verband met frauduleuze praktijken rondom telefoonabonnementen. De tenlastelegging omvatte het werven en vervoeren van een benadeelde partij met het oogmerk van uitbuiting, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten zouden hebben misleid. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was voor de beschuldiging van mensenhandel, omdat de omstandigheden niet voldeden aan de wettelijke definitie van uitbuiting. De rechtbank benadrukte dat mensenhandel altijd gepaard moet gaan met een vorm van uitbuiting, en dat de belangen van de betrokkenen, zoals hun lichamelijke en geestelijke integriteit, niet in het geding waren. De contacten tussen de verdachte en de benadeelde partij waren relatief kortdurend en er was geen bewijs dat de benadeelde partij door misleiding een reële keuze was ontnomen.
De rechtbank heeft ook de beschuldiging van oplichting beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk misleidende informatie had verstrekt. De rol van de verdachte in het afsluiten van de telefoonabonnementen was niet duidelijk genoeg om te spreken van opzet of het gebruik van listige kunstgrepen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten, omdat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was.