RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Parketnummers: 06/940213-12 en 05/720109-13 (ter terechtzitting gevoegd)
Uitspraak d.d.: 18 juni 2013
Tegenspraak
[verdachte],
geboren op [geboortedatum],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring [adres]
Raadsvrouw: mr. W. Bénard-van Deutekom, advocaat te Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
4 juni 2013.
De rechtbank heeft de feiten van een doorlopende nummering voorzien en zal die nummering in dit vonnis aanhouden. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Dagvaarding met parketnummer 06/940213-12
hij in of omstreeks de nacht van 20 op 21 april 2012 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning ( perceel [adres]) heeft weggenomen
- een jas, met daarin een (zogenaamde) Blackberry en/of een portemonnee en/of (een) sleutel(s) en/of
- een MP3-speler en/of parfum (Van Gils) en/of ongeveer 85 Euro, althans een geldbedrag, en/of
- twee/een paar (sport)schoenen (merk Jordans) en/of een I-pod en/of een koptelefoon en/of
- een (hand)tas (inhoudende een portemonnee met ongeveer 30 Euro, althans een
geldbedrag, en/of een ID kaart en/of een rijbewijs en/of twee/een bankpas(sen) en/of een autosleutel en/of een huissleutel en/of een Visa-card) en/of
- een MP3-speler (merk Sansa) en/of een pasje van [werkgever benadeelde partij1] (op naam van [benadeelde partij1] en/of een leesbril (kleur paars), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij1] , in ieder geval aan een of meer andere personen dan aan verdachte en/of
- een laptop (merk Dell) en/of twee/een USB-stick(s) en/of twee/een laptoptas(sen), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] en/of aan het [werkgever benadeelde partij1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
(incident 1)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 18 april 2012 te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een kamer) in/uit een (woon)pand van [naam pand] (perceel [adres]) heeft weggenomen een (spel)computer (merk Playstation 3, Slim Silver Edition) en/of een kabel en/of twee (Playstation)controller(s) en/of vijf (computer)spellen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(incident 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Dagvaarding met parketnummer 05/720109-13
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Apeldoorn, althans in Nederland, (op de openbare weg, Kanaal Zuid) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij4] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee en/of een geldbedrag en/of een mobiele telefoon (Samsung Galaxy Gio), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [benadeelde partij4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) voornoemde [benadeelde partij4] heeft/hebben gedwongen te stoppen met zijn fiets en/of voor en/of achter de fiets van voornoemde [benadeelde partij4] is/zijn gaan staan en/of een (zwartkleurig) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de (linker)slaap, althans het hoofd, van voornoemde [benadeelde partij4] heeft/hebben geplaatst/gehouden en/of (daarbij) voornoemde [benadeelde partij4] dreigend/dwingend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Niet kijken, niet kijken" en/of "dat hij geld wilde
hebben" en/of "dat voornoemde [benadeelde partij4] niet mocht bellen want anders zou hij voornoemde [benadeelde partij4] afmaken of doodmaken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Apeldoorn, althans in Nederland, (op de openbare weg Kanaal Zuid) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee en/of een geldbedrag en/of een mobiele telefoon (Samsung Galaxy Gio), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [benadeelde partij4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen voornoemde [benadeelde partij4] heeft/hebben gedwongen te stoppen met zijn fiets en/of voor en/of achter de fiets van voornoemde [benadeelde partij4] is/zijn gaan staan en/of een (zwartkleurig) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de (linker)slaap, althans het hoofd, van voornoemde [benadeelde partij4] heeft/hebben geplaatst/gehouden en/of (daarbij) voornoemde [benadeelde partij4] dreigend/dwingend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Niet kijken, niet kijken" en/of "dat hij geld wilde
hebben" en/of "dat voornoemde [benadeelde partij4] niet mocht bellen want anders zou hij voornoemde [benadeelde partij4] afmaken of doodmaken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht art 310
Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (Samsung Galaxy Gio) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde telefoon wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(zaak 1)
Wetboek van Strafrecht art 417bis lid 1 ahf/ond a
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Apeldoorn, althans in Nederland, (op de openbare weg, Matenpoort/Glazeniershorst) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij2] te dwingen tot de afgifte van een portemonnee en/of een geldbedrag,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [benadeelde partij2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met voormeld oogmerk voornoemde [benadeelde partij2] heeft/hebben gedwongen te stoppen met zijn fiets en/of een
tas met inhoud van de fiets van voornoemde [benadeelde partij2] heeft/hebben gepakt en/of voor en/of achter de fiets van voornoemde [benadeelde partij2] is/zijn gaan staan en/of een (zilverkleurig) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of gericht gehouden op/tegen het gezicht, althans het lichaam, van voornoemde [benadeelde partij2] en/of (daarbij) dreigend/dwingend voornoemde [benadeelde partij2] de woorden heeft/hebben toe gevoegd: "Hier portemonnee", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 31 juli 2012 te Apeldoorn, althans in Nederland, (op de openbare weg, Matenpoort/Glazeniershorst) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een portemonnee en/of een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging hierin bestond(en), dat verdachte en/of zijn mededader(s) voornoemde [benadeelde partij2] heeft/hebben gedwongen te stoppen met zijn fiets en/of een tas met inhoud van de fiets van voornoemde [benadeelde partij2] heeft/hebben gepakt en/of voor en/of achter de fiets van voornoemde
[benadeelde partij2] is/zijn gaan staan en/of een (zilverkleurig) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of gericht gehouden op/tegen het gezicht, althans het lichaam, van voornoemde [benadeelde partij2] en/of (daarbij) dreigend/dwingend
voornoemde [benadeelde partij2] de woorden heeft/hebben toe gevoegd: "Hier portemonnee", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 2)
Wetboek van Strafrecht art 310
Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1
Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2012 tot en met 9 november 2012 te [adres] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een jas (merk Nickelson) en/of een (zilveren) koningsketting en/of een spijkerbroek (merk G star), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 8 november 2012 tot en met 14 december 2012 te Wijchen en/of Duiven, in elk geval in Nederland, een jas (merk Nickelson) en/of een (zilveren) koningsketting en/of een spijkerbroek (merk G Star) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voormelde goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(zaak IV)
Wetboek van Strafrecht art 417bis lid 1 ahf/ond a
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de nacht van 20 op 21 april 2012 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (perceel [adres]) heeft weggenomen
- een jas, met daarin een Blackberry en een portemonnee en sleutels en
- een MP3-speler en parfum (Van Gils) en ongeveer 85 Euro en
- twee paar sportschoenen (merk Jordans) en een I-pod en een koptelefoon en
- een handtas inhoudende een portemonnee met ongeveer 30 Euro, een ID kaart en een rijbewijs en twee bankpassen en een autosleutel en een huissleutel en een Visa-card) en
- een MP3-speler (merk Sansa) en een pasje van [werkgever benadeelde partij1] (op naam van [benadeelde partij1] en een leesbril (kleur paars), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij1] , in ieder geval aan een of meer andere personen dan aan verdachte en
- een laptop (merk Dell) en twee USB-sticks en twee laptoptassen, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij1] en/of aan het [werkgever benadeelde partij1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van een valse sleutel;
(incident 1)
hij op 18 april 2012 te Lichtenvoorde, gemeente Oost Gelre, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een kamer in een (woon)pand van [naam pand] (perceel [adres]) heeft weggenomen een spelcomputer (merk Playstation 3, Slim Silver Edition) en een kabel en twee Playstationcontrollers en vijf computerspellen, toebehorende aan [benadeelde partij5];
(incident 2)
hij op 31 juli 2012 te Apeldoorn, op de openbare weg, Kanaal Zuid tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde partij4] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee en een geldbedrag en een mobiele telefoon (Samsung Galaxy Gio), toebehorende aan voornoemde [benadeelde partij4], welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) voornoemde [benadeelde partij4] heeft/hebben gedwongen te stoppen met zijn fiets en/of voor en/of achter de fiets van voornoemde [benadeelde partij4] is/zijn gaan staan en/of een (zwartkleurig) vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de (linker)slaap, althans het hoofd, van voornoemde [benadeelde partij4] heeft/hebben geplaatst/gehouden en/of (daarbij) voornoemde [benadeelde partij4] dreigend/dwingend de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Niet kijken, niet kijken" en/of "dat hij geld wilde
hebben" en/of "dat voornoemde [benadeelde partij4] niet mocht bellen want anders zou hij voornoemde [benadeelde partij4] afmaken of doodmaken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij in de periode van 8 november 2012 tot en met 9 november 2012 te Wijchen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een jas (merk Nickelson) en een zilveren koningsketting toebehorende aan [benadeelde partij3].
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het onder 3 primair tenlastegelegde:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het onder 5 primair tenlastegelegde:
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent verdachte is een psychologisch rapport d.d. 22 oktober 2012 opgemaakt door drs. [psycholoog], GZ-psycholoog. De psycholoog concludeert, zakelijk weergegeven, dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een gedragsstoornis, waaraan een PDD-NOS problematiek ten grondslag ligt. Hiermee samenhangend vertoont verdachte en zwakke impuls- en agressieregulatie, rigide denkpatronen en een onrijpe emotionele, sociale en morele ontwikkeling. Er is tevens sprake van misbruik van cannabis en alcohol. Hiervan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde en zijn gedragskeuzes/gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde kunnen daaruit (mede) worden verklaard. Geadviseerd wordt verdachte als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog, te weten dat verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten was ten tijde van het plegen van de delicten, over en zal de verdachte dan ook licht verminderd toerekeningsvatbaar beschouwen.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden wordt opgelegd, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft verzocht het minderjarigenstrafrecht toe te passen gelet op de persoon van verdachte en het feit dat hij pas in het jaar waarin de feiten zich hebben voorgedaan meerderjarig is geworden. Daarnaast is aangevoerd dat verdachte bereid is mee te werken aan behandeling, bij voorkeur een ambulante behandeling bij Kairos. Ook wil verdachte zich inzetten voor begeleiding door de reclassering. Een verder verblijf in de gevangenis is niet geïndiceerd, eerder contraproductief, nu behandeling zo snel mogelijk opgestart dient te worden.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich, al dan niet met een ander of anderen, schuldig gemaakt aan een viertal vermogensdelicten, waaronder een afpersing. Dit zijn alle vier kwalijke feiten welke getuigen van een gebrek aan respect voor het eigendom van anderen. De afpersing is bovendien zeer ernstig nu dit feit daarnaast ook getuigt van een gebrek aan respect voor de lichamelijke integriteit van een ander. Het slachtoffer geeft in zijn aangifte ook aan doodsbang te zijn geweest dat hij zou worden neergeschoten. Naast de gevolgen voor het directe slachtoffer zorgen dergelijke feiten ook voor een toenemend gevoel van onveiligheid op straat bij degenen die getuige waren van de feiten of er later kennis van hebben genomen.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor toepassing van het jeugdstrafrecht, als verzocht door de raadsvrouw. De rechtbank vindt daartoe geen grond in de persoonlijkheid van verdachte of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan.
De rechtbank houdt bij het opleggen van na te melden straf op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht in rekening met de straffen opgelegd door de rechtbank Oost-Nederland op 13 maart 2013, inzake de parketnummers 06/940096-12 en 06/820966-11.
De rechtbank heeft voorts bij de strafoplegging rekening gehouden met de licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, alsmede met het strafadvies van de GZ-psychologen [psycholoog] en [psycholoog]. Drs. [psycholoog] heeft in het rapport van 22 oktober 2012 met betrekking tot de strafafdoening opgemerkt dat, gezien de problematiek van verdachte, ambulante behandeling bij de forensische polikliniek Kairos noodzakelijk is. Geadviseerd wordt een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarde begeleiding door Reclassering Nederland en behandeling bij de ambulante forensische polikliniek van Kairos.
Door deskundige [psycholoog] is, in een aanvullend psychologisch rapport, d.d. 12 april 2013, naar voren gebracht dat verdachte een meer intensieve behandeling nodig heeft in een omgeving die meer holding kan bieden. Te denken valt aan de Forensisch Psychiatrische Afdeling of de Dubbeldiagnosekliniek [adres]
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het reclasseringsadvies d.d. 17 mei 2013. De reclassering adviseert, zakelijk weergegeven, een intramurale behandeling op te leggen. De reclassering kan geen inhoud geven aan een ambulante begeleiding of behandeling. Uit eerdere begeleidingen van verdachte is reeds gebleken dat reclasseringsbegeleiding onvoldoende kan bijdragen aan de vermindering van de kans op recidive of de gewenste gedragsverandering.
Nu ter terechtzitting is gebleken dat verdachte onvoldoende gemotiveerd is om mee te werken aan een klinische behandeling ziet de rechtbank geen mogelijkheid om in het kader van een strafoplegging te komen tot een voorwaardelijk strafdeel met begeleiding en behandeling. Te meer nu de reclassering (en de deskundige [psycholoog]) nadrukkelijk heeft laten weten dat een ambulante behandeling van verdachte niet haalbaar is.
Alles overwegende komt de rechtbank tot de oplegging van een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht. De rechtbank komt tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie, nu de rechtbank tot een vrijspraak komt van het onder 4 tenlastegelegde.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij1]
De benadeelde partij [benadeelde partij1] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.744,29 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd, gelet op het feit dat onvoldoende duidelijk is welke posten ten nadele van de benadeelde partij zelf komen en welke ten nadele van de werkgever van de benadeelde partij, het [werkgever benadeelde partij1]. Daarnaast is onvoldoende duidelijk voor welk deel van de schade de benadeelde partij een uitkering van haar verzekeraar heeft ontvangen. Behandeling van deze vordering zou daarom tot een onevenredige belasting van het strafproces leiden. De benadeelde partij kan daarom haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij2]
De benadeelde partij [benadeelde partij2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.200,- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 (parketnummer 05/720109-13) tenlastegelegde.
Deze benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte is vrijgesproken van dit feit. De benadeelde partij kan daarom haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de in beslag genomen schoenen en een mobiele telefoon aan de veroordeelde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 57, 63, 310, 311 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
• verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 4 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 primair en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan;
• verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
• verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde:
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het onder 3 primair tenlastegelegde:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Ten aanzien van het onder 5 primair tenlastegelegde:
• verklaart verdachte strafbaar;
• veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig (24) maanden;
• beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
• gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten schoenen en een mobiele telefoon;
• verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij1] niet-ontvankelijk in haar vordering;
• verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij2] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Gilhuis, voorzitter, E.G. de Jong en Kleinrensink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Wegter, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juni 2013.
Mr. E.G. de Jong is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.